Om op deze pagina te zoeken kunt u gebruik maken van de zoekfunctie van uw browser (Ctrl-F) |
Naam van de boerderij: Brandserve
Huisnummer 1807: het erve bestaat niet meer.
Ligging: Noordeinde
Kadastrale ligging: de boerderij stond in het kadastrale perceel B 156.
Dijkboek Zeedijk: no. 40 Brantserve, groot 12 dm.; no. 50 van de Breemaet voor 1/6 en voor 1/3 van het Smalleweer; no. 58 de Peerdekampen, groot 10 dm.; no. 62 de Ruigbol, groot 12 dm.
1615: 11.03.1615; Ridderschap en Steden van Overijssel geven aan Berend van Weseken, burgemeester te Deventer en gehuwd met Margaretha Hendriks Hoenraet, een stuk land in den Blanckenham gelegen, gen. Hamse Keele, in erfpacht voor de somma van 14 Gg. p.j. Deze 14 Gg. is te lossen met 300 Gg. Op 01.04.1615 heeft Van Weseken deze erfpacht met 420 Cg. gelost en hierdoor het stuk in eigendom verworven. Waar dit perceel in Blankenham gelegen was, is mij niet bekend. Het meest waarschijnlijke acht ik het Noordeinde. Van Weseken had acht erven in Blankenham in geheel of gedeeltelijk eigendom, vermoedelijk gesaeculariseerde kloosterbezittingen, die na de reformatie aan particulieren zijn verkocht. In het Zuideinde bezat hij erve Middelborg op no. 8, (delen van) het latere diaconieërve Wezekensgoed op no. 10. In het Noordeinde Raesfeltserve/Wesekensgoed/erve Bachman op no. 34, Brands- of Goossens-erve/Raesfeltserve tussen het erve Bachman op no. 34 en Vredenborg op no. 35 en erve Vredenborg op no. 35. In het Rondebroek op no. 46 erve Scheltenhof, no. 47 Prikkenoord en op no. 48 erve Slijkendam.[1]
1662-1703: uit de Valkeweijde/Wesekeslant, [mandelig tussen de erven 34 Bachman/Wesekes en 34a Brands/Wesekes] ontvangt de stad Kampen, als beheerder der ecclesiastique goederen jaarlijks een uitgang van 2.16 Cg. Dit wordt betaald met 2.12 Cg. Als betalers worden vermeld 1662-1668 Jan Willems; 1669 Jan W. c.s.; 1670-1677 J.W.; 1684 Claas Willems, modo Jan Clasen en Simon Gerrits; 1688 over 1687 tot 1694 over 1693 Philip Sybrants en Willem Clasen; 1695 over 1694 tot 1701 over 1702 Arent Willems; 1702 Barteld Jans, Jacob Jans en Jan Otten.[2]
1675: no. 24: Jan Wijllems, 1 vst., 2 pers., 0 db., 250 Cg.
1678: 21.12.1678; Symen Gerrits, j.g. van Blankenham en Hilletien Jacobs, j.d. van Blankenham en wonende te Veenhuizen gaan op deze datum te Kuinre in ondertrouw en daarna met attestatie naar Blankenham.
1682: Symen Gerrits, 1 vst.
1691-1697: In deze jaren worden drie kinderen van het echtpaar Philip Sybrands en Webbechje Kleisen te Blankenham, in Kuinre gedoopt.
1691-1730: Het St. Geertruids- en Catharinagasthuis te Kampen ontvangt uit Claas Roelofsland ¼ boter te betalen op Willibrordiavont. Betalers nu Hendrik Klasen Veen en de kinderen van Gerrit Jansen Hoegen. Tussen 1691-1715 ¼ ton. 1716-1721 ontvangen vanwege Klaas Roelofs. Vanaf 03.10.1730 waarde in geld 14.15 Cg.[3]
1694: no. 23: Philips Sijbrants gebr. erve de erfgen. Brants te Cleeff toebeh.; waarde 1000 /1.5 Cg.
1701: no. 24: Plips Sijbrants, 0.10 Cg.
1707: dbno. 40, 50, 58, 62: De erfgen. Brants.
58: de erfgen. Brants, de heer Bachman en Claas Roelofs.
1712: erve raesvelt, dr. ten Oever, restant 105 Cg.
1712: Het Erve aan de dijk, eigenaar de erfgen Brants onder reductie van het daarop liggende bezwaar en uitgaande pachten etc.; waarde 2000 Cg.
1713: 24.11.1713; remissie van het vuurstedengeld voor Simon Gerrits op Brantserve voor de halfscheid à 9 Cg. vanwege ledigstaan van het huis in de jaren 1710-1712.[4]
1717: geen vermelding.
1723: -
1725: -
1725: no. 45 sne 7 Utterdijk, 322¾ R.; Doctor Ten Oever c.s.
1733/1737: Huis is weggespoeld of afgebroken.
1734: -
1738: -
1739: 09.09.1739; De wed. juffr. Sara Christina Brandt te Calcar verkoopt aan Albert Thijssen en hv. Femme Clasen 1/6 en 1/3 van ¼ part in Brantserve bestaande uit de volgende percelen:
1) de grote weide, gen. Fhilipsweyde [B 156-157].
2) de Valkenweyde [B 143].
3) het Utterdijkjen voor Fhilipsweyde [B 155].
4) de Rugbols streek [C 30-33].
5) de darde Peerdekamp [C 1-4].
6) de Smalle wheer en 1/6 breemaat [B 191, 192 en 193].
alsmede 1/6 deel en 1/3 van ¼ part in erve Prikkenoort strekkende zuidw. van de Weterink tot noordw. in de Lende, ten O. 't erve van de wed. Tengnaegel en ten W. erve Slijkendam en 4 dm. Broekland liggende op't Cloosterbroek waarvan 3 dm. Langen zijn. Dit alles voor de somma van 250 Cg. en een gouden pistool en 3 Cg. voor de armen. Zij heeft deze erven geërfd van wijlen haar vader Bernhard Brandt.[5]
1747: 03.05.1747; Na het overlijden van hun vader Albert Thijssen krijgen de kinderen Vroukje, Thijs en Claesjen bij het hertrouwen van hun moeder Femme Claesen met Willem Jansen Hoegen een aantal zaken uit hun vaderlijk erfdeel toebedeeld. De parten in de erven Prikkenoort en Brants welke door wijlen Albert Thijssen en Femme Claesen zijn aangekocht van Juffr. Sara Christina Brant en waarover nu een proces gaande is met vrouw wed. Ten Oever blijven buiten de deling.[6]
1750: 04.05.1750; Anna Gesina van Rhenoy, wed. van Gerrit Jan ten Oever stelt als onderpand bij een geldlening het Brandserve in Blankenham, minus 7/36 part welk eigendom van anderen is. Het erve is in gebruik bij Mr. Jan Wagter.[7]
1750: -
1751: 23.04.1751; Willem Hoegen en hv. Femme Clasen, eerder wed. van Albert Thijsen verzoeken juffr. Sara Christina Brandt hun in 1739 gekochte aandeel in Brandserve af te staan. De cessie van eigendomsoverdracht heeft namelijk niet plaatsgevonden.[8]
1753: no. 45 sne 7 Utterdijk, 64¾ R.; wed. Ten Oever c.s.
1756: 18.04.1756; De diaconie ontvangt van de wed. J. ten Oever een voorgeschoten uitgang van de helft van het Valkenland over de jaren 1747-1753 à 1.6 Cg. p.j., in totaal 7.16 Cg.
1758: -
1758: dbno. 40, 50, 62: De wed. Ten Oever.
58: Jan Jacobs c.s.
1761: 10.07.1761; De diaconie ontvangt van D.W. ten Noever een voorgeschoten uitgang over de jaren 1754-1759 à 1.6 Cg. p.j., in totaal 6.10 Cg.
1764: -
1764: 31.12.1764; De diaconie ontvangt van wed. ten Noever een verschoten uitgang over de jaren 1759-1762, in totaal 5.4 Cg.
1765: -
1766: 30.03.1766; De diaconie ontvangt van Mevr. ten Oever een uitgang over de jaren 1763 en 1764, in totaal 2.12 Cg.
1767: -
1768: 08.06.1768; Hr. Gosuinus Goossens en hv. Anna Elisabeth Sonderman te Cleev, alsmede juffr. wed. Brands, geb. Blankenstein verkopen aan Mw. A.G. van Renoy, wed. van de weled. Hr. adv. Ten Oever 7/36 part in het erve Prikkenoort in het Rondebroek, waaronder 4 dm. op 't Oldemerker Broek, meijer de wed. Andries Hansen. Alsmede in andere stukken te Blankenham, gen. Brandserve, meijer de wed. Willem Hoegen. Het verkoopbedrag wordt niet genoemd.[9]
1768: no. 45 sne 7 Utterdijk, is weggeslagen; wed. Ten Oever c.s.
1769: 20.08.1769; De diaconie ontvangt van wed. ten Over een verschoten uitgang over vier jaar, in totaal 5.4 Cg.
1771: 18.11.1771; De diaconie ontvangt van vrouw ten Oever een uitgang over de jaren 1769 en 1770, in totaal 2.12 Cg.
1774: 14.07.1774; De diaconie lost vijf uitgangen af aan het Weeshuis en de Geestelijkheid te Kampen. Vier uitgangen gaan uit erve Bachman en de vijde is een mandelige uitgang van de erven Bachman en Brands. Dit betreft de Valkenweide, met een jaarlijkse uitgang van . Gg.= 2.16 Cg., die wordt betaald met 2.12 Cg., op pasen aan het Weeshuis/Geestelijkheid te Kampen. Het is een mandelige uitgang, gaande uit de Valkenweide van Brandserve op B 143 en waarschijnlijk B 153 van erve Bachman.[10]
1775: 19.06.1775; De diaconie ontvangt van vrouw ten Noever een uitgang over de jaren 1771-1774, in totaal 5.4 Cg.
1776: Steffen Jans [van der Woude], <60jr.; mannen>16-60<jr.1; P1; W1.
1777: dbno. 40, 50, 62: De wed. Ten Oever.
58: Jan Jacobs c.s.
1779: 08.01.1779; De diaconie ontvangt van juffer ten Noever een uitgang over de jaren 1775-1778, in totaal 5.4 Cg.
1781/1782: -
1783: 17.07.1783; De diaconie ontvangt van Geert Martens een uitgang over de jaren 1779-1783 in totaal 6.10 Cg.; deze uitgang heeft betrekking op het Valkenland behorende bij Brandserve dat eigendom is van de wed. Ten Oever.
1785: dbno. 40, 50, 62: De heer Van der Wijk.
58: de wed. Jan Jacobs Pees, de heer Van der Wijk en de diaconie.
1786: 06.01.1786; De diaconie ontvangt van Geert Martens een uitgang uit 'prekkenoort' over 1784 en 1785, 2 x 1.6 Cg.
1787/1788: -
1792: 25.06.1792; de kinderen van de overleden Hr. J.S. van der Merwede hebben van hun tante jkvr. Aleyda Francina Elisabeth van de Merwede, overleden 17.06 j.l., geërfd een uitgang van 2 vierendelen boter gaande uit het erve toebehorende de erfgen. van de overleden Mevr. Ten Oever.[11]
1795: -
1797: 07.04.1797; C.C. van der Beeke, douarière van J.S. van der Merwede te Kampen heeft aan Gerrit Mastenbroek en Willem Buisman te Blokzijl, op 09.03 j.l. bij publieke veiling verkocht, een jaarlijkse tijns of uitgang van vier agtendelen goede grasboter gaande uit het erve, gen. Goossensland toebehorende aan de erfgen. van de overleden wed. Ten Oever; 2/8 van de tijns moet in mei worden geleverd en 2/8 in november. De verkoopprijs bedraagt 1400 Cg.[12]
1800: -
1804: dbno. 40, 50, 62: De heer Van der Wijk.
58: de wed. Jan Jacobs Pees, de heer Van der Wijk en de diaconie.
1804-1807: De afkooppenningen voor de dijkplichtigheid worden voor no. 40, 50 en 62 door B.H. van der Wijk betaald. De wed. Jan Jacobs Pees betaald voor no. 58.
1806: 05.04.1806; B.H. van der Wijk voor zichzelf alsmede voor zijn dochter Volcenia, doet bij kerkenspraak aankondiging van de verkoop van de [op 26.06 genoemde] losse percelen in Goosems- of Brandserve. Insetten op 16.04, verkoop bij palmslag op 30.04, alsmede de verhuur voor 10 jr.van het huis en onderhorige landen, gen. Prickenoort, meijer is nu Wietse Jacobs.[13]
1806: 26.06.1806; Berend Hendrik van der Wijk te Kampen heeft op 30.04 j.l. het Brands-of Goossenerve verkocht. Het erve is in losse percelen verkocht. De navolgende percelen worden met name genoemd:
1) de Valkenweide, gr. 4 dm. aan Gerrit Egberts Pals voor de somma van 1200 Cg. [B 143].
2) Filipsweyde, gr. 8 dm. aan Jette Cornelis voor de somma van 2400 Cg. [B 155-157].
3) Smallewheer, gr. 3 dm. aan Thijs Alberts voor 202 Cg. [B 191].
4) Breemaat, gr. 11 dm. aan Thijs Alberts; dit was een mandelig stuk met de aankoper en de diaconie, voor 244 Cg. [B 192, 193; het betreft hier 1/6 part in deze percelen].
5) Ruigbol, gr. 3 dm. aan Jan R. Steenbeek voor 540 Cg. [C 31, 32].
6) Ruigbol, gr. 4 dm. aan Geert Martens [Tip] voor 600 Cg. [C 33].
7) Peerdekamp, gr. 3 dm. aan Klaas Kroon voor 971 Cg. [C 1-4].
8) Een stuk land, gr. 4 dm., achter het 6e perceel, aan Gerrit Klasen Seephat voor 730 Cg. ['t Melle Visschers C 19-23].
De totale verkoopprijs van de losse percelen van het erve, groot 40 dm. is 6887 Cg. Het totale erve is bezwaard met een botertijns van vier agtendeel grasboter aan Buisman en Mastenbroek. De eigenaar van het 1e perceel is verantwoordelijk voor de betaling op 01.05 en 01.11 in klinkende munt, naar de middelprijs van de voorafgaande marktdag te Blokzijl.[14]
1807: [De losse percelen van het voormalige Brandserve]:
1) Ruigbol, gr. 3 dm. tussen no. 32 en 33 naast Mr. Donker bosjes, Jan R.Steenbeek [C 31-32].
2) de Kromme Viere, gr. 4 dm. tussen no. 32 en 33, Geert Martens Tip [C 33; bij aankoop heeft dit perceel nog de naam Ruigbol].
3) Een stuk land, gr. 4 dm., tussen no. 32 en 33, Gerrit Klaassen ['t Melle Visschers C 19-23].
4) Peerdekamp, gr. 3 dm. achter no. 33, Klaas Kroon [C 1-4].
5) Valkenweide, gr. 4 dm., tussen no. 34 en 35, Gerrit Egberts [B 143].
6) Filipsweyde, gr. 8 dm., tussen no. 34 en 35, Jette Cornelis [B 155-157].
1807: Toon Hend. Boon als meijer van Heer v.d. Wijk, verpond. 59.2 Cg.
1807-1809: Het losse land van de Hr. van der Wijk in Blankenham, groot 30 5/6 dm. Dit is in losse percelen verkocht: o.a. aan Gerrit Klasen Seepvat 4 dm., hiervan mag 1¾ dm. worden verveend en 3¼ dm. aan Klaas Kroon waarvan 3 dm. zal worden verveend.
1808: Toon Hend. Boon als meijer van Heer v.d. Wijk, verpond. 59.2 Cg.
1826: 26.08.1826; Gerrit Seephat, koopman te Amsterdam, heeft op 06.07 j.l. aan Melle Visser, koopman te Ossenzijl verkocht, een perceel groenland, gr. 1 b.14 r., gelegen te Blankenham binnen de polderdijk. Het perceel wordt belend ten N. door de erven T.H. Boon, ten W. de erven Jacob Kok, ten Z. de erven Th.Alb. van Dijk en ten O. de verkoper. Het perceel is bezwaard met 1/15 deel van een jaarlijkse uitgang van 2 vaten boter. De verkoopprijs is fl. 200,-.[15]
1829: 27.02/13.03.1829; Luite Harms Schimmel koopt van de erfgen. Geert Martens Tip een stuk land, gr. 2 b.100 r., gelegen in Goossenserve voor de somma van fl. 270,- [C 33 Ruigbol/de Kromme Vier].[16]
1829: 10.10.1829; Akte van scheiding tussen Hendrik, Femmigje, Klaas en Geesje Thijssen van Dijk als kinderen en erfgen. van Thijs Alberts van Dijk en Jacobje Jans, alle wonende te Blankenham:
- De halfscheid in erve no. 33 en een deel van de losse landen in Blankenham aan Klaas Thijssen van Dijk. Het deel van Klaas Thijssen van Dijk bestaat uit o.a. het navolgende met name genoemde perceel:
11) het Smalle Wheer, gr. 1½ bunder [B 191]; dit perceel is bezwaard met 1/10 van 80 ponden booter p.j.
Het erve is met de volgende jaarlijkse uitgangen bezwaard: Aan boterpachten te betalen aan Buisman te Blokzijl:
1) de ½ van 7/8 van 35 pond pond boter.
2) 1/10 van 80 pond; beide in natura te leveren.[17]
1876: 26.10.1876; Bij de scheiding van de nalatenschap van Klaas Thijssen van Dijk en Jannisje Johannes Samplonius komen de volgende met name genoemde percelen en zaken voor:
2) de boterpacht gaande uit perceel B 191 [het Grote Smalwheer] is afgekocht voor fl. 157,-.
13) Grote Smalwheer, B 191.
De nummers 2 en 13 heeft hij in het jaar 1829 van zijn ouders geërfd.[18]
1898: 05.04.1898; Albertus Höfelt te Utrecht, oud-notaris te Kuinre, verhuurt o.a. het perceel kad. C 23 Melle Visschers.[19]
1898: 20.09.1898; Klaas Joh. van Dijk c.s. verkopen o.a. de navolgende met name genoemde percelen:
5) B 266, de Breemaat [oud B 193].[20]
[1] HCO, SA 7 fol. 86: 11.03.1615.
- idem, SA 2928 fol. 6vo./7, rekening 1615/1616: 01.04.1615.
[2] idem, OA 1883 fol. [tussen 17 en 18] no. 21: 1662-1669.
- OA 1884 no. 21: 1670-1688.
- OA 1885 no. 21: 1684-1689.
- OA 1886 no. 21: 1684-1703.
[3] idem, G 218 fol. 115: 1692-1742.
[4] HCO, OAY 288: 24.11.1713.
[5] HCO, RA K./B. 2898 fol. 81: 09.09.1739.
[6] idem, 2905 fol. 220-221: 03.05.1747.
[7] idem, 2898 fol. 208vo.: 04.05.1750.
[8] idem, fol. 216vo.: 23.04.1751.
[9] idem, fol. 387vo.: 08.06.1768.
[10] GAK, A 704 fol. 194: 1754-1775.
- HCO, HGB 207 uitgaven 1775/1776: 27.03.1775.
[11] HCO, SA 2670: 25.06.1792.
[12] idem, 22.03.1797.
- RA K./B. 2900 fol. 15: 07.04.1797.
[13] idem, RA K./B. 2911: 05.04.1806.
[14] HCO, RA K/B 2907 fol. 34vo-36vo.: 26.06.1806.
[15] idem, Notarissen 2690 akteno. 1069: 26.08.1826.
[16] idem, 2514 akteno. 1373/1375: 22.02/13.03.1829.
[17] idem, akteno. 1422: 10.10.1829.
[18] HCO, Notarissen, 2570 akteno. 1211: 26.10.1876.
[19] idem, 2595 akteno. 1295: 05.04.1898.
[20] HCO, Notarissen, akteno. 1320/1322: 20.09.1898.