Om op deze pagina te zoeken kunt u gebruik maken van de zoekfunctie van uw browser (Ctrl-F) |
Naam van de boerderij: Erve Hollander
Huisnummer 1807: bestaat niet meer
Ligging: Noordeinde
Kadastrale ligging 1832: Het huis heeft misschien in perceel B 182 gestaan.
Dijkboek zeedijk: no. 4 Noortweyde, gr. 4 dm. [B 15]; no. 8 Hollander weyde, gr. 16 dm.[B 22-27]; no. 51 de Breemaet [B193]; no. 66 Valkenland, gr. 4 dm. [C 48 en 49]; no. 68 't Valkenland, gr. 3 dm.
1604: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Buitenmemorie ontvangt uit een stuk land in den Blanckenham, nu Willem Martens een uitgang van 18 £ p.j. op Allerheiligen.
- idem; uth een seker endts in den Blanckenham, nu Willem Mertens 16 £ p.j.; is betaald.[1]
1607: zelfde vermelding als in 1604; met toevoeging van de Noorderweijde.
- idem.[2]
1641: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Buitenmemorie ontvangt uit Willem Mertens goet uijt die Noorderweyde, nu Jochum Jochums in den Ham p.j. een uitgang van 12.12 Cg.
- ontbreekt.[3]
1646: De ontvanger der ecclesiastique goederen van Kampen ontvangt vanwege het Buitenmemorie uit Willem Martensgoet een uitgang van 9 Gg. = 12.12 Cg. p.j. Betaler t.m. 29.05.1656 over 1655 met 11.14 Cg. is Claas Willems.[4]
1657: De uitgang, zie 1646, wordt op 22.05.1668 over 1667 betaald door Claas Willems.[5]
1666/1667: De kerk te IJsselham beschikt in Blankenham over de volgende percelen land die voor 1 jaar worden verpacht aan: [de vermelding onder a jaar 1666/1667, onder b pachtprijs en getaxeerde waarde in 1669]
a In Willem Martenslandt, 3 dm., aan Claes Willems voor 5 Gg.
b idem, nu Jan Claesen voor 2.14 Gg. twee dm. 'tendes' [?] kosterslandt in Willem Martenslandt, is getaxeerd op 250 Gg.[6]
1675: no. 27: Willem Clasen, 1 vst., 2 pers., 1 db., 1000 Cg.
1681: 15.12.1681; rekest van de erfgen. van Jochem en Klaas Willems aan de Drost van Vollenhove aangaande achterstallige rentebetaling door de kerk van IJsselham op een obligatie uit 1668 met een rentebetaling van « Gg. p.j. Er is nooit betaald en door inundatie van zeewater op het land dat als onderpand dient, vrezen zij problemen. Uitspraak: secr.Langenhert, als rentmr. der kerkelijke goederen van IJsselham, moet het achterstallige bedrag betalen.[7]
1682: Willem Clasen, 1 vst.
1685: 29.01.1685; rekest van Willem Jochems c.s. aan de Drost van Vollenhove aangaande achterstallig onderhoud in de dijk van Hollandersweyde, gr. 15 dm. door Albert Klazen welke voor 1/16 part eigenaar is. Willem Jochems c.s. zijn eigenaar van 15/16 part.[8]
1685: 03.10.1685; rekest van Arend Willems c.s. aan de Drost van Vollenhove aangaande achterstallig onderhoud in de dijk van Hollandersweyde, gr. 15 dm. door Gosse Harms welke voor 1/16 part eigenaar is. Arend Willems c.s. zijn eigenaar van 15/16 part en willen de dijk herstellen en vragen de Drost dat dit geen prejudicie op op G.H. zal betekenen. Hierin wordt geaccordeerd.[9]
1688-1701: De ontvanger der ecclesiastique goederen van Kampen ontvangt vanwege het Buitenmemorie uit Willem Martensgoet of de Noorderweijde jaarlijks een uitgang van 9 Gg. = 12.12 Cg., wordt betaald met 11.14 Cg. Betalers Claas Willems en Willem Clasen, 1688-1691 over 1687-1690 Arend Willems en Claas Willems; 1692 Jacob Herms en AW; 1693-1700 AW; 1701 Jacob Jans vrouw.[10]
1694: no. 26: Willem Clasen ovl.; zijn erfgen. te Blokzijl. Het huis leeg en het land door anderen gebruikt. Dit land behoort mede voor een aandeel van 1750 Cg. de erfgen. Baghmans te Munster etc.
1701: no. 27: Willem Peters, 0.10 Cg.
1707: dbno. 4, 66: Arend Willems Legeweg
8: Arend Willems Legeweg; hieronder de geabandonneerde dijk van de kinderen van Wobbigje Jochems.
51: Arend Willems Legeweg, voor 1/3 voor de kerk van Isselham.
68: Arend Willems Legeweg en Peter Hoegen.
1710: achterstallige verponding Arent Willems: 52.12 Cg.
1711: achterstallige verponding Arent Willems: 72 Cg.
1712: erve Hollander, eijgenaar Arent Willems, restant 72 Cg.
1712: -
1712-1753: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Buitenmemorie ontvangt uit Willem Mertens, daarna Jochum Wilmsgoet die Noorderweijde in den Ham, modo Jan Jansen Symen, modo Jacob Jansen Peese een uitgang van 12.12 Cg. p.j. op Pasen, wordt betaald met 11.14 Cg.
- ontbreekt.[11]
1717: aerent willems leegwegchg, ondertekenaar rekest betreffende intrekking exportverbod op rundvee.
1723: 13.07.1723; Aaltje Geerts, wed. van Arend Willems Legeweg gaat een tweede huwelijk aan met Willem Peters, wdn. van Lammigje Jans van Kuinre. Over haar dochter Jantje worden als mombers gesteld Pelle Cornelis en Willem Arends, swager en broer van de pupil. Uit haar vaderlijk erfdeel ontvangt Jantje een stukje achterland, gen. Wobbies drie dagmaet. Moeder zal het gebruik over het land en het huis houden en haar dochter een goede opvoeding geven.[12]
1723: 18.07.1723; Willem Peters, wed. van Lammigjen Jans te Kuinre en Aaltjen Geerts, wed. van Arent Willems [Legeweg] te Blankenham, trouwen op deze datum te Kuinre.
1723: no. 24: Willem Peeters, 3 pers.
1725: no. 23: Willem Peeters, 2 pers.
1726: 31.01.1726; De schoolmeester van Blankenham ontvangt jaarlijks een uitgang uit dit erve. De betalers, volgens het oude kohier, Jochem Willems en Klaas Willems met « Gg. De uitgang gaat later alleen uit erve Bachman.[13]
1734: 16.04.1734; Willem Pieters en Aaltjen Geerts, ehelieden te Blankenham maken vanwege de ziekte van Aaltjen Geerts, wederzijds een testament op de langstlevende. Zijn zoon Gerrit Willems krijgt de legitieme portie. Beide ondertekenen de akte met een handmerk.[14]
1736: 23.12.1736; Wouter Hendriks deelt op de kerkenraadsvergadering mee, dat Willem Peters zijn goed wil overdragen aan de diaconie in ruil voor ondersteuning. Dit wordt goed gevonden en men zal de drost van Vollenhove toestemming vragen het goed over te nemen en te verkopen.[15]
1737: 13.06.1737; De diaconie doet uitgaven t.b.v. het overlijden van Willem Peters.
1737: Het huis zal na het overlijden van Willem Peters zijn afgebroken.
1737: 05.08.1737; Jan Arends is 100 Cg. à 4% schuldig aan Hendrik Gerrits Molenaar te Amsterdam. Als onderpand stelt hij de halfscheid van de achterste Hollander, gr. 8 dm. leggende neffens de nieuwe dijk te Blankenham. In de marge: 26.05.1747: Hendrik Luiten, volmacht van Hendrik Gerrits Molenaar, verklaart dat schuld en rente zijn afbetaald.[16]
1746: 06.05.1746; Jan Arends is 200 Cg. à 3½% schuldig aan Jan Hendriks Pees. Als onderpand stelt hij de helft van 8 dm. Holderweyde. Het perceel wordt belend ten O. door Jacob Jans Pees c.s., ten W. Geertje Arends, ten Z. Hendrik Gerrits Molenaar en ten N. Marten Douwes. In de marge: op 26.05.1747 verklaart Jan Hendriks Pees dat schuld en rente zijn afbetaald.[17]
1747: 26.05.1747; Jan Arends verklaart dat hij, bij gerechtelijke verkoping op 28.04.1747, aan Meine Harms Broer en Jan Volkens Genemuiden heeft verkocht 4 dm. Hollandersweyde. Het perceel wordt belend ten O. door Jan Hendriks Pees, ten W. de verkoper, ten Z. Hendrik Gerrits Molenaar en ten N. Marten Douwes. Het perceel is vrij van uitgangen en bezwaard met 4 roe zeedijk en 0.01.7 Cg. in de verponding. De verkoopprijs bedraagt 375.12.8 Cg. [het betreft hier B 27, het oostelijk deel].[18]
1747: 16.06.1747; het hierboven op 26.05.1747 genoemde perceel wordt door Broer en Genemuiden verkocht aan Jan Sjoerds Glastra voor 375.12.8 Cg.[19]
1750: 28.04.1750; Jan Arends en Willem Pellen, als volmacht voor zijn moeder Geertje Arends, verkopen aan Klaas Jans Vollenhove en hv. Lummigje Pellen 4 dm. land gelegen in het voorste deel van 8 dm. Hollandersweyde, belend ten O. Br. Jan Glastra en Albert Jacobs, ten W. Geertje Arends, ten Z. Hendrik Gerrits Molenaar en ten N. Marten Douwes. De verkoopprijs is 400 Cg. Het perceel is bezwaard met ¼ van 18 roe, 6 voet zeedijk [het betreft hier het westelijk deel van B 27].[20]
1751: 11.03.1751; Jan Arends is 198 Cg.à 4% schuldig aan zijn zuster Geertje Arends, wed. van Pelle Cornelis. Als onderpand stelt hij 2 dm. in Wobbigjes 3 dm. in mandelig bezit met de rentheffersche. Het perceel wordt belend ten O. door de gracht, ten W. de Blankenhammer diaconie, ten Z. de erfg. van Jacob Jansen c.s. en ten N. de rentheffersche.[21]
1755-1820: 1)De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Buitenmemorie ontvangt uit Willem Mertens goet die Noorderweijde in den Ham een uitgang van 12.12 Cg. p.j. op Pasen, wordt betaald met 11.14 Cg. Tussen 1755-1814 zijn de namen van de betalers niet ingevuld; van 1815-1820 Joh.Wagter.
- ontbreekt.[22]
1758: dbno. 4: Lisabeth Jacobs c.s.
8: Geertje Arends Legeweg c.s.
51, 68: niet ingevuld.
66: Hendrik Jacobs c.s.
1777: dbno. 4: Lisabeth Jacobs Pees.
8: Willem Pellen c.s.
51: Kerk van IJsselham.
66: Hendrik Jacobs c.s.
68: Willem Pellen.
1783: 20.02.1783; De diaconie koopt van Klaas J. Klinkert als voogd over de kinderen van Joost Huisman en Hilligje C. Vollenhove voor 238 Cg.de halve Hollander.[23]
1783: 19.11.1783; De diaconie koopt van Jan Roessink en Pelle Romkes de helft van de Hollander voor de somma van 238 Cg.[24]
1785: dbno. 4: Jannes Wagter c.s.
8: Harm Beld, Jacobje Willems en de diaconie.
51: Kerk van IJsselham.
66: de wed. Jan Jacobs Pees c.s.
68: Harm Beld en Jacobje Willems.
1794: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Boven-, Buiten- en Kunerenmemorie, ontvangt uit die Noorderweijde in den Ham p.j. een uitgang van 11.14 Cg., betaler nu J. Wagter.[25]
1797: 11.04.1797; Johannes Wagter en hv. Geertje Koops Broer kopen van Marritje Smit, wed. van Albert Hendriks Pees 1/8 part van het door hen bewoonde erve in Het Rondebroek, gelegen aan de Lageweg voor 600 Cg. De aankopers bezitten reeds de overige parten. In de aankoop is inbegrepen 1/8 part in de Noorderweijde en idem in 2 dm. Hakenland.[26]
1798: Staat van bezittingen en inkomsten van de Armenkamer te Kampen. Uit een goed de Noorderweijde in den Ham, thans betaler Jan Wagter en L. Jacobsz een uitgang van 11.14 p.j.[27]
1804: dbno. 4: Jannes Wagter c.s.
8: Harm Beld, Jacobje Willems en de diaconie.
51: Thijs Alberts.
66: de wed. Jan Jacobs Pees c.s.
68: Harm Beld en Jacobje Willems.
1804-1807: De afkooppenningen voor de dijkplichtigheid worden betaald voor no. 4 door Johannes Wagter, voor no. 8 door de diaconie, voor no. 51 door Thijs Alberts, voor no. 66 door de wed. Jan Jacobs Pees, en voor no. 68 door Harm Beld.
1807: Losse landen van de diaconie: de Hollander, groot 4 dm.
1807: 02.01.1807; Taxatierapport door J.H. Donker en Thijs Alberts van de te verwachten pachtopbrengsten van het diaconiebezit:
de Hollander, groot 4 dm. op 16 Cg.[28]
1812: 20.02.1812; uit Jacob Martensgoed ontvangt de stad Kampen p.j. op Martini een uitgang van 8.9 Cg. t.l.v. G. Simplonius en Jannes Wagter.[29]
1817: 21.03.1817; Pelle Willems de Lange verkoopt een stuk land, gen. de Hollanderweide, gr. 4 dm.[B 22-25] voor fl. 800,- aan Dirk Kortenhorst en H. Kroes. Het perceel wordt belend ten N. J.H. Donker, ten O. en Z. de diaconie en ten W. de Blankenhammer Zeedijk.[30]
1817: 11/18.12.1817; De stad Kampen verkoopt de uitgang uit Jacob Martensgoed t.n.v. Joh. Wagter en G. Simplonius. Betalers Joh. Wagter fl. 4,22½ en Roelof Meinen, J.H. Donker en R. Wybes qq fl. 4,22½, totaal fl 8,45, voor fl. 130,05 aan T.A. van Dijk.[31]
1819: 30.10.1819; Akte van scheiding tussen Sijtje Wagter, hv. van Sake Klazen van Veen, Marrigje Wagter, hv. van Roelof Kok, Grietjen Wagter, hv. van Geert Alberts Koopstra, Femmigje Wagter, hv. van Jacob Barsma, Jan Wagter, Geesjen Wagter en en Koopjen Wagter als kinderen en erfgen. van Johannes Wagter en Geertjen Koopen Broer, alle wonende te Blankenham:
De nalatenschap bestaat uit o.a.de navolgende onderdelen:
10) 19 dm. land gelegen over de Laage weg [B 6, 7, 12-15], bezwaard met een jaarlijkse uitgang van fl. 4,22½ aan T.A. van Dijk; waarde fl. 2015,- [de Noorderweide, Jacob Martensgoed].
- Marrigjen Wagter krijgt no. 8-10; waarde fl. 4250,-.[32]
1927: 30.03.1927; grondruiling tussen de diaconie en Geziena Hendrika Nysingh, wed. van Jan Dikkers te Zwolle, waarbij de diaconie enige stukken land verwerft, gen. De Thomassen, kadastraal B 36-39 en afstaat enige stukken grond, gen. De Voorste en Achterste Hollander, kadastraal B 26 en 27. De diaconie zal fl. 785,- bijbetalen vanwege de meerwaarde van de door Nysingh afgestane percelen.[33]
[1] GAK, A 697 fol. 67, 57vo.: 1604.
[2] idem, A 698 fol. 51vo., 41: 1607.
[3] idem, A 699: 1641.
[4] idem, OA 1881: 1646-1657.
[5] idem, OA 1882: 1657-1660.
[6] Old., OAY 623 fol. 1 no. 6: 1666/1667.
- HCO, SA 3200: 1669.
[7] HCO, DAV 2688: 15.12.1681.
[8] idem, 29.01.1685.
[9] idem, DAV 2689: 03.10.1685.
[10] GAK, OA 1887 no. 202: 1688-1701.
[11] GAK, A 703 fol. 202vo.: 1712-1753.
[12] HCO, RA K./B. 2904 fol. 106: 13.07.1723.
[13] idem, HGB 1: 31.01.1726.
[14] idem, RA K./B. 2898 fol. 2vo.: 16.04.1734.
[15] idem, HGB 1: 23.12.1736.
[16] idem, RA K./B. 2898 fol. 44vo.: 05.08.1737 en 26.05.1747.
[17] HCO, RA K./B. 2898 fol. 163: 06.05.1746 en 26.05.1747.
[19] idem, fol. 174vo.: 16.06.1747.
[20] idem, fol. 207vo.: 28.04.1750.
[21] idem, fol. 216: 11.03.1751.
[22] GAK, A 704 fol. 213vo.: 1755-1820.
[23] HCO, HGB 208, rekening 1783/1784: 20.02.1783.
[24] idem, 19.11.1783.
[25] GAK, A 705: 1794.
[26] HCO, RA K./B. 2900 fol. 16: 11.04.1797.
[27] GAK, OA 2337: 1798.
[28] HCO, HGB 195: 02.01.1807.
[29] GAK, OA 400: 20.02.1812.
[30] HCO, Notarissen 2502 akteno. 161/166: 21.03.1817.
[31] GAK, NA 2654 no. 8; subno. 28, 39, 40, 41, 42, 43, 44: 11/18.12.1817.
[32] HCO, Notarissen 2504 akteno. 485: 30.10.1819.
[33] idem, HGB 174: 30.03.1927.