Om op deze pagina te zoeken kunt u gebruik maken van de zoekfunctie van uw browser (Ctrl-F) |
Naam van de boerderij: Erve Klaas Jan Remmelts
Andere namen: Roelof Jansenerve, Tymen Evertsgoed.
Huisnummer 1807: 33
Huisnummer 1826: 27
Huidig adres: Hammerdijk 18
Huidige bewoners (in 1989): Fam. S. Meinen. Fam. R.T.M. van der Vegt (2005)
Ligging: Noordeinde
Grootte:
Kadastrale ligging 1832: B 183>274>419
Dijkboek Zeedijk: no. 45 Jan Clasen Erve; no. 46 de Vluuskamp, gr. 9 dm.; no. 48 mede van de Vluuskamp, gr. 7 dm. en de weiden voor het huis zijnde 16 dm.; no. 54 van de 16 dm. op no. 48; no. 55 Jan Gerbrants Campien, gr. 3 dm.; no. 63 de Ruigbols, gr. 6 dm.; no. 64 8 dm.; no. 77 het [Klossers] erve, gr. 34 dm.
1582: Het Convent te Brunnepe ontvangt van Jan Remmels jaarlijks een uitgang op Martini van 3.21 Gg.[1]
1594-1596: uth Otto van Rechterens guet dat Jan Remmels betaelt voor het sacramentsmemorie p.j. 5 Gg. op Petri ad Cathedram {rest 94-96}.[2]
1604: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Bovenmemorie ontvangt uit Tymen Everts, nu Gerrit Petersgoedt, nu Arend Geerts p.j. op mittsoemer een uitgang vam VIII £.
- De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Buitenmemorie ontvangt uit Johan Remmeltsguet in de Cuinre, nu Peter Rutgers en Jan Gerbrantsz. een uitgang van IIII £ VII p.[3]
1607: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Bovenmemorie ontvangt uit Tymen Everts, nu Gerrit Petersgoedt, nu Arend Geerts p.j. op mittsoemer een uitgang van VIII £.; is betaald.
- De Armenkamer te Kampen, opvolger van de Huisarmen ontvangt uit Jan Remmeltserve in den Blanckenham, p.j. een uitgang van 22.8 Cg.; is betaald.[4]
1614: Het St. Geertruidsgasthuis te Kampen ontvangt uit het Johan Remmelts guet p.j. op Allerheiligen 1 vierendeel botter.[5]
1641: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Bovenmemorie ontvangt uit Tymen Everts, nu Arend Geerts p.j een uitgang van 5.12 Cg.
- De Armenkamer te Kampen, opvolger van de Huisarmen ontvangt uit Jan Remmeltserve p.j. een uitgang van 22.8 Cg.[6]
1646: De ontvanger der ecclesiastique goederen van Kampen ontvangt vanwege het Bovenmemorie uit Thiman Evertsgoet, nu Tyde Jans, jaarlijks op St. Johannes een uitgang van 4 Gg. = 5.12 Cg. Wordt betaald met 5.4 Cg.; betalers nu Arent Tyden, nu Albert Tyden; betaald op 05.06.1657 t.m. 1656.
- idem; de Armenkamer ontvangt jaarlijks uit Clas Jan Remmelts goet een uitgang van 16 Gg. = 22.8 Cg. Betaler nu Roelof Clasen Remmels; betaald 05.06.1657 over 1656 met 20.16 Cg.[7]
1657: De uitgang, zie 1646, wordt nu betaald door Albert Tyden; betaald 05.06.1667 t.m.1666.
- idem; Roelof Clasen Jan Remmels heeft op 22.05.1668 de uitgang van 20.16 Cg. betaald t.m. 1667.[8]
1662-1703: uit Herman Ripperdagoet, [waarschijnlijk een mandelig perceel van de erven 31 en 33] ontvangt de stad Kampen, als beheerder der ecclesiastique goederen, jaarlijks een uitgang van 7 Cg.; dit wordt betaald met 6.10 Cg. Als betalers worden vermeld over 1662-1669 Roelof Clasen; van 1670-1677 Roelof Clasen, modo zijn weduwe, modo Bene Roelofs; van 1683-1686 Claas Roelofs; en van 1688-1702 Jan Jacobs alias Jan Peters en Claas Roelofs.[9]
1666/1667: De kerk te IJsselham beschikt in Blankenham over de volgende percelen land die voor 1 jaar worden verpacht aan: [de vermelding onder a jaar 1666/1667, onder b pachtprijs en getaxeerde waarde in 1669]
a In Claes Jan Remmels binnenlandt, een koeweijde, aan Roelof Claesen voor 7 Gg.
b in Jan Claes Remmels binnenlandt, een koeweijde, laatst bij Claes Roelofs, nu Jan Jacobs voor 5 Gg. de getaxeerde waarde van dit perceel is 400 Gg.[10]
1670: Het St. Geertruids- en Catharinagasthuis te Kampen ontvangt ...zie verder 1614.[11]
1675: no. 28: Roelof Clasen wed., 1 vst.
Beene Roelofs, 4 pers., 0 db., 1000 Cg.
1680: 13.07.1680; Rekest van de wed. [Reinder van?] Dompselaar aan de Drost van Vollenhove. Jacob Meinen is momber over de minderjarige dr. van de ovl. Bene Roelofs. Haar ovl. man heeft in het verleden als curator 148.15 Cg. voorgeschoten. Zij wil dit geld nu van Jacob Meinen terug hebben.[12]
1681: 04.07.1681; Rekest van de leden van de schouw van Kuinre en Blankenham aan de Drost van Vollenhove betreffende een kwestie over het eerde halen voor de dijk. Zij verzoeken de kosten van het proces tegen de gezworens Bene Roelofs en Jan Peters d.m.v. een hoofdelijke omslag over het gehele kerspel om te slaan. Dit wordt geaccordeerd.[13]
1682: no. 18: Claas Roelofs, 1 vst.
1688-1703: De ontvanger der ecclesiastique goederen van Kampen ontvangt vanwege de Huisarmen jaarlijks uit Claas Jan Remmeltsgoet een uitgang van 16 Gg. = 22.8 Cg. Dit wordt betaald met 20.16 Cg. door Roelof Clasen, nu de erfgen. , nu Jan Jacobs, Claas Roelofs c.s. en Jan Peters alias Jan Jacobs en Claas Roelofs voor de kinderen van Gerrit Hoegen. Van 1688-1703 betaler Claas Roelofs c.s.[14]
1692: Het St. Geertruids- en Catharinagasthuis te Kampen ontvangt uit Claas Roelofsland ¼ boter te betalen Willibrordiavont. Betalers nu Hendrik Klasen Veen en de kinderen van Gerrit Jansen Hoegen.Tussen 1691-1715 ¼ ton. Van 1716-1721 ontvangen vanwege Klaas Roelofs. Vanaf 03.10.1730 waarde in geld 14.15 Cg.[15]
1694: no. 27: Claes Roeloffs gebruikt land hier, te Blokzijl en in de provincie behorende; 1000 /2.10 Cg.
1701: no. 28: Claes Roeloffs, 2.5 Cg.
1707: dbno. 45: De erfgen. van Peter Carsten Foetert.
46, 48, 54, 63: Claas Roelofs c.s.
55: Albert Peters en Pauwel Clasen.
64: De erfgen. van Peter Carsten Foetert met de kerk van Isselham.
77: Juffr. Adriaen Geertruijdt Gansneb gent Tengnagel.
1708-1753: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Bovenmemorie ontvangt uit Tymen Everts, daarna Arend Geerts, daarna Albert Tyties goet in den Blanckenham, modo Jacob Jansen en Roelof Clasen p.j. een uitgang van 5.12 Cg., wordt betaald met 5.4 Cg. op Pasen.
- idem, uit Rolof Jans en Claas Remmels erve in Blanckenham, modo Roelof Clasen en Peter Jansen Veen tot 1728, modo Hendrik Jacobs Pete en Albert Thijssen wed. p.j. 22.8 Cg., wordt betaald met 20.16 Cg.[16]
1711-1712: Erve Claes Jan Remmels, meijer Klaes Roelofs; in 1711 een restant van 60 Cg.en in 1712 idem, gebruiker Klaes Roelofs, restant 115 Cg.
1712: Claas Roelofs, 1000 Cg.
1717: Klaes Roelofs, ondertekenaar rekest betreffende intrekking exportverbod op rundvee.
1723: no. 25: Roelof Clasen, 3 pers.
1725: no. 24: Roelof Clasen, 3 pers.
1725: no. 49 sne 8 Utterdijk, 458¾ R.; Claas Roelofs c.s.
no. 83 sne 6 Utterdijk, 538R.; Meine Harms/W.J. Hoegen c.s. Deze uiterdijk lag in het Zuideinde t.h.v. de Klaverswerferven en erve Vrouw ter Stal.
1726: 31.01.1726; De schoolmeester van Blankenham ontvangt jaarlijks een uitgang uit dit erve. De betaler, volgens het oude kohier, Klaas Frederiks met 6 st.[17]
1726: 07.04.1726; Albert Thijssen, j.m. van IJsselham en Femmigje Clasen j.d. alhier gaan op deze datum te Blankenham in ondertrouw.
1733: Roelof Clasen is in 1733 overleden; op dit erve wordt hij opgevolgd door zijn zuster Femmigje Clasen.
1733/1737: no. 18: Albert Tijsen c.s., 1 vst.
1734: Albert Tijsen, 1250 Cg.
1738: Albert Tyssen, 1000 Cg.
1742: Albert Thijssen is overleden tussen 24.12.1741-16.01.1742.
1743: In de jaren 1743-1811 ontvangt het St. Geertruids- en Catharinagasthuis te Kampen p.j. ¼ ton boter op Allerheiligen uit Roelof Claassenerve. Betalers 1734-1743 wed. Albert Thijssen met 130 Cg.; 1744-1745 de wed. A.T., 1746 wed. A.T. modo Willem Pellen, 1747- Willem Hoegen.[18]
1747: 03.05.1747; Na het overlijden van hun vader Albert Thijssen krijgen de kinderen Vroukje, Thijs en Claesjen bij het hertrouwen van hun moeder Femme Claesen met Willem Jansen Hoegen, ondertrouw te Blankenham op 22.04.1747, o.a. het volgende toebedeeld uit hun vaderlijk erfdeel:
- de ½ van ¾ van het erve Landts gelegen in den Blankenham, Claes Jans Remmels Erve gen. met de ½ van het huijs daarop staande.
- ½ van ¾ Uiterdijk voor het huijs.
- de ½ van hare gerechtigheid in Jonker Arend Sloetserve.
- de ½ van 1¾ dm. Hakenland mandelig met Jan Benen Duijn.
- de ½ van Evers Land mandelig met Coop Harms.
- de ½ van 2½ dm. Costers Land.
- de ½ van 1½ dm. Oijers Land.
- de ½ van 3 dm. Reusbol.
- de ½ van 1 dm. in het Erve Weeskes aangekocht van de Heer Bachman.
- de ½ van 3 dm. Jan Gerbrands Campjen.
- de ½ van ¼ van het erve in't Clooster door Jan Peters bewoond, groot het 7 dm.
- De parten in de erven Prikkenoort en Brants welke door wijlen Albert Thijssen en Femme Claesen zijn aangekocht van Juffr. Sara Christina Brant en waarover nu een proces gaande is met vrouw wed. Ten Oever blijven buiten de deling.[19]
1748: no. 30: Willem Jans Hoegen en hv. Fummegien Klaesen;
kdn.>10 jr. Tijs en Vroukjen, <10 jr. Klaesjen.
1749: 01.12.1749; Hendrik Luijten en Willem Hoegen zijn aangesteld als collecteurs voor de verponding; als onderpand stellen zij:
1) 3/5 van ½ en 4/9 van ½ in het erve Geert Roelofsen Beukers.
2) ½ part van de Moddergatsuiterdijk.
3) 3/8 part in Claasjen Remmeltserve.
4) ¼ part in het erve Jan Otten.
5) 1/8 part in het Oude erve, mandelig met Jan Dirks.
6) ¼ en 1/16 part in Br. Sloetserve.
7) 1/8 Hakenland mandelig met Jan Benen Duin c.s.
8) 9/14 van 9¾ dm. in't erve van Jan Egberts aangekocht in Het Rondebroek aan de legeweg.[20]
1750: Willem Jansen Hoegen, 10e Kl., 2 pers., 4 Cg.
1750: Willem Hoegen, 1000 Cg.
1752: no. 30: Willem Jans Hoegen, 1 vst.
1753: no. 49 sne 8 Utterdijk, 323¾ R.; W.J. Hoegen.
no. 83 sne 6 Utterdijk, 409 R.; Meine Harms/W.J. Hoegen c.s.
1754-1820: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Bovenmemorie ontvangt uit Tymen Evertsgoed in den Blankenham een uitgang op Pasen van 5.4 Cg. p.j. De namen van de betalers zijn tot 1815 niet ingevuld, van 1815-1820 J.H. Donker.
- idem uit Claas Remmeltserve te Blankenham, p.j. een uitgang van 22.8 Cg., wordt betaald met 20.16 Cg.; betalers Willem Hoegen, modo de wed. W. Hoegen. Van 1811-1820 A.H. Boon.[21]
1758: Willem Jansen Hoegen, 2000 Cg.
1758: dbno. 45: Hendrik Jans Hoegen en Albert Jacobs c.s.; nu [na 1760] de wed. Willem Hoegen.
46, 54, 63: Willem Hoegen c.s.
48: Willem Jans Hoegen en Albert Jacobs c.s.
55: Willem Hoegen.
64: Hendrik Jansen Hoegen met de kerk van Isselham.
77: Secretaris van der Poel waarvan Willem Hoegen en Coop Harms 5 dm.
1764: 14.12.1764; Cornelis Hendriks en Thijs Alberts zijn als collecteur van de verponding aangesteld. Als onderpand voor de opbrengst stellen zij dezelfde onroerende goederen als hun vader, respectievelijk stiefvader in 1749 [zie aldaar] alsmede
9)een erve lands zonder huis, gen. Claas Coops of Beukers, groot 27 dm. en wat rietland.
10) 6 dm. land, gen.Peter Lubberts.[22]
1764: no. 32: de wed. Willem Hoegen [Femmigje Klasen], 4 pers.
1765: no. 32: idem.
1767: no. 31: idem.
1768: no. 49 sne 8 Utterdijk, 38 R.; W.J. Hoegen.
no. 83 sne 6 Utterdijk, 239 R.; erfg. Meine Harms/W.J. Hoegen c.s.
1775: 02.07.1775; Jan Jansen van der Linde, j.m. van het Land van Vollenhove en Vrouwtjen Alberts, j.d. alhier trouwen op deze datum te Blankenham.
1775: 20.06.1775 en 26.10.1777; De uitgang aan de schoolmeester uit dit erve wordt nu betaald door Hendrik Jans, pander c.s. met 0.6 Cg.[23]
1775: 23.12.1775; Albert Jacobs Pees en Jan Hendriks Pees verkopen aan Femme Clasen, wed. van Willem Hoegen, ¼ part van een stuk land, groot 16 dm. mandelig met de aankoper c.s., belend ten Z. Juffr. Ten Oever en Jannes Wagter c.s. en ten N. Jan Hendriks Kok en de aankoper c.s. Het land is bezwaard met een 1/8 part van een jaarlijkse uitgang van ¼ deel boter aan het Geestengasthuis te Campen en 1/8 part van een uitgang van 20.16 Cg. aan de Geestelijkheid van de stad Campen. De verkoopprijs bedraagt 600 Cg.[24]
1776: Wed. Willem Hoegen, >60jr.; mannen >16-60<jr.: 2; P 2; W 1.
1777: dbno. 45, 54, 55: wed. Willem Hoegen.
46, 48: de wed. Willem Hoegen c.s.
63: de wed. Ten Oever.
64: de kerk van Ysselham.
77: juffr. van der Poel c.s.
1778: Femme Clasen is circa 05.04.1778 overleden; haar schoonzoon Jan van der Linde heeft op deze datum 1 Cg. aan de diaconie betaald vanwege het gebruik van het doodlaken. Jan van der Linde is op 14.07.1779 te Blankenham overleden. Zijn weduwe Froukje Alberts huwt daarna voor de 2e keer met Toon Hendriks Boon. Boon is op 16.07.1775 te Blankenham als lidmaat ingeschreven met attestatie van het Land van Vollenhove. Op dezelfde dag is ook Jan van der Linde ingeschreven. Waarschijnlijk heeft Boon eerst als knecht bij het echtpaar Van der Linde/Alberts gewerkt en is vervolgens met de weduwe getrouwd. Op 30.12.1785 wordt door Thijs Alberts 1 Cg. aan de diaconie betaald vanwege het gebruik van het doodlaken voor zijn overleden zuster.
1781/1782: wed. Jan van der Linde [Froukjen Alberts], verp. 89 Cg.
Albert Hendriks 6.17 Cg.verp. in Klaas Jan Remmeltserfe.
Jan Hendriks Pees 4.2 Cg. verp. in Klaas Jan Remmeltserve.
1785: dbno. 45, 46, 48, 55: Toon Hendriks c.s.
54: Toon Hendriks en Albert Hendriks.
63: Toon Hendriks c.s. en de wed. Jan Jacobs Pees.
64: Toon Hendriks en de kerk van Ysselham.
77: Jannis Donker, de wed. Coop Harms en Toon Hendriks.
1787/1788: Toon Henders [Boon] verp. 89 Cg.
Albert Hendriks Pees, 6.17 Cg. verp. in Klaas Jan Remmelts groote weide.
De erfgen. van Jan Hendriks Pees 4.2 Cg. verp. in Klaas Jan Remmeltserve.
1794: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Boven-, Buiten- en Kunerenmemorie ontvangt uit een goed in den Blankenham p.j. een uitgang van 20.16 Cg., betaler A.H. Boon.
-idem uit Tymen Evertsgoed, nu de wed. Willem Hoegen p.j. een uitgang van 5.4 Cg.[25]
1795: no. 23: Toon Hendriks Boon, melkboer, T.H.B., 3 pers.
1798: Staat van bezittingen en inkomsten van de Armenkamer te Kampen; uit Roelof Jans erve in den Blankenham, thans betaler Antoon Hendriksz een uitgang van 20.16 p.j.
- idem; uit Tymen Evertz goed in den Blankenham, thans betaler de wed. Willem Hoegen een uitgang van 5.4 Cg. p.j.[26]
1798: Toon Hendriks Boon, 49 jaar.
Hendrik Eevers Loen, 18 jaar.
1800: no. 33: Toon Hendriks, R>2jr.: 20; <2jr.: 15; opbr. 2.15 Cg.
1803: Jan Hendriks Kok, knecht tot 01.05.; loon onbekend; meiden Femmigje Regneris, jaarloon 59 Cg. en Marrigje Peters, jaarloon 34 Cg.
1803: Toon Hendriks, getaxeerd vermogen 4000 Cg.
1804: dbno. 45, 46, 48, 55: Toon Hendriks c.s.
54, 64: Toon Hendriks Boon c.s.
63: Toon Hendriks c.s. en de wed. Jan Jacobs Pees.
77: J.H. Donker c.s.
1804-1807: De afkooppenningen voor de dijkplichtigheid worden voor no. 45, 46, 48, 54, 55, 64 door Toon Hendriks betaald. De wed. Jan Jacobs Pees betaald voor no. 63 en J.H. Donker voor no. 77.
1807: 03.06.1807; Harm Geerts Hollander en hv. Marritje Smit hebben op 21.03 j.l. aan Toon H. Boon verkocht een stuk land, uiterdijk en rietland gelegen bij het huis van aankoper voor 500 Cg. Het land is momenteel in gebruik bij Mr. J. Donker alsmede 1 dm. in Filipserve in huur bij Jeles Wybes. Het 1e perceel is bezwaard met een jaarlijkse uitgang van 2.16 Cg. alsmede 1/8 van ¼ ton boter.[27]
1807: no. 33: Toon Hendriks Boon, een erve bestaande in een huis en 60½ dm. h. en w. land, voorts nog een halve oude kooy en de ½ van ¾ van een hoekje uiterdijk en rietland.
1807: Toon Hend.Boon, verponding 89.03.14 Cg.
Toon Hend.Boon als meijer van Heer v.d. Wijk, verpond.59.2 Cg.
De diaconie van Blankenham en Toon Boon op naam van H.G. Hollander, verponding 5.19 Cg.
1807-1809: Klaas Jan Remmeltserve, groot 60 dagmat; eigenaar Toon Boon c.s.
1808: Toon Hendrijks, een karnmolen.
1808: Thoon Boon, verponding 89.4 Cg.
Toon Hend. Boon als meijer van Heer v.d. Wijk, verpond.59.2 Cg.
1809: no. 33: Toon Hendrijks Boon, 3 pers., geref.
1809: 15.11.1809; De uitgang aan de schoolmeester uit dit erve wordt nu betaald door Toon Hendriks Boon en Jacob Kok met 0.6 Cg. p.j.[28]
1811: Toon Hendriks Boon, paysan, geb. dat. .01.1751.
1812: 20.02.1812; uit Hermen Ripperda's goed ontvangt de stad Kampen op Pasen een uitgang van 6.10 Cg. t.l.v. de wed. Willem Hoegen [Femmigje Clasen].
- idem; uit Jan Ottensgoed ontvangt de stad Kampen p.j. op Pasen een uitgang van 21.9 Cg. t.l.v. A.H. Boon.[29]
1812: Toon Hendriks, 5 Cg.
1812: idem, 2e klasse, 21 francs, 42 centimes.
1814: 06.01.1814; Marten Regnerus de Vries, 30 jaar, ongehuwd, boerenknecht.
1814: THB, P: H.1-2jr.: 1; 3-4jr.: 1; >12jr.: 1;
M.1-2jr.: 1; 3-4jr.: 1; >12jr.: 1; V.: 1 van 8 wkn.
1815: no. 33: Toon Hk. Boon, 3 pers.
1817: 11/18.12.1817; De stad Kampen verkoopt de uitgang uit Harmen Ripperda's Goed t.l.v. J.H. Donker en T. Boon, gr. fl. 6,50 p.j., ieder voor de helft, aan J.H. Donker voor fl. 107,-.
- idem; De stad Kampen verkoopt de uitgang uit Jan Ottensgoed t.l.v. A.H. Boon fl. 9,48, J.H. Donker fl. 1,86, Jacob Koning [lees Kok] fl. 10,11, in totaal fl. 21,45 p.j., aan T.A. van Dijk voor fl. 351,-.[30]
1818: In de jaren 1818-1830 ontvangt het St. Geertruids- en Catharinagasthuis te Kampen in éénmaal fl. 100,- vanwege een uitgang van ¼ ton boter p.j. uit Sybrands Clasens Erve te ontvangen op 01.11. Betaler T.H. Boon. Van 1831-1843 niets ontvangen.[31]
1818: no. 33: T.H. Boon; R<2jr. 6; >2jr.15; P<3jr.1; >3jr.2; S1.
1819: no. 33: idem, R<2jr. 9; >2jr.11; P>3jr.2; S1.
1822: no. 33: idem, R<2jr.11; >2jr.13; P<3jr.3; >3jr.2; S2; W3.
1825: idem, schade verdr.vee: fl. 1170,-; bij de schadeafwikkeling in 1825/1826 wordt het erve niet meer genoemd.
1826: 19.02.1826; Toon Hendriks Boon is overleden;
1827: 11.06.1827; Jacob Mooiwheer te Vollenhove verkoopt aan Hendrik Thijssen van Dijk 1/60 deel in een huis, erve en land te Blankenham op no. 33, 1/30 deel in een stuk land van 2 bunder aldaar en 1/30 van een halve bunder hooijland op het Buitenbroek, Schutstallen gen., onder IJsselham voor de somma van fl. 50,-.[32]
1827: Memorie inzake de gemaakte scheiding van de betaling van jaarlijkse uitgangen, tevoren door H. Beld betaald en nu door de diaconie, de wed. van Dijk en M. van Essen, gaande uit het erve [Ripperda/ Otto van Rechteren op no. 28]: Twee uitgangen aan het Burgerweeshuis te Vollenhove à fl. 3,90 en fl. 6,50; aan Jan de Lange fl. 5,35; aan Jan Loos fl. 6,50; aan het Geertruidengasthuis te Kampen fl. 5,85; aan de erven Van Dijk fl. 3,90; aan de armen te Vollenhove fl. 9,10; aan de Algemene Onderstand te Kampen fl. 5,20 en aan Hendrik Donker fl. 4,87, in totaal dus een bedrag van fl. 51,17 p.j. De diaconie moet van fl. 31,85 1/5 part betalen aan de erven Van Dijk en 1/5 van fl. 6,50 aan Jan Loos.[33]
1829: 10.10.1829; Akte van scheiding tussen Hendrik, Femmigje, Klaas en Geesje Thijssen van Dijk als kinderen en erfgen. van Thijs Alberts van Dijk en Jacobje Jans, alle wonende te Blankenham:
- Het erve op no. 39 en landen toegescheiden aan Hendrik Th. van Dijk.
- Het erve op no. 27 en landen toegescheiden aan Femmigje Th. van Dijk en tevens de ondergrond van de verkochte veenlanden van het bevorens gemeen geweest zijnde Beld Erve, gelegen over de polderdijk.
- De halfscheid in erve no. 33 en een deel van de losse landen in Blankenham aan Klaas Thijssen van Dijk.
- De rest van de losse landen in Blankenham toegescheiden aan Geesje Thijssen van Dijk.
Het deel van Klaas Thijssen van Dijk bestaat uit de navolgende met name genoemde percelen:
1) de helft in huis, berg en wurf op no. 33 [B 183].
2) de groote weide, gr. 4¾ bunder [B 186-188].
3) een stuk land, gr. 2 bunder [B 176 de Vijfdehalf van Post].
4) een stuk land, gr. ½ bunder
5) de Kooy, gr. ½ bunder [B 199].
6) de Paardekamp, gr. 1½ bunder [B 195].
7) de Ruigbol, gr. 1½ bunder [C 35-36].
8) de Ruigbol, gr. 4 bunder [C 34; in 1876 de Zeven Mat].
9) de Koster, gr. 1½ bunder [C 188].
10) de Koster, gr. 1½ bunder [C 173-176].
11) het Smalle Wheer, gr. 1½ bunder [B 191]; bezwaard met 1/10 van 80 ponden booter p.j.
12) de Glassenweide, gr. 3 bunder [C 195].
13) de Twee agter de Kolk, gr. 1 bunder [C 211].
14) de Kleyne Weide, gr. 1½ bunder [C 205].
15) het Kampjen, gr. 2½ bunder [C 214].
16) het klyne Stukjen, gr. 1¼ bunder [C 213].
17) het Onwheer, gr. 1½ bunder [C 223-224].
18) het Koopen Kampjen, gr. 1 bunder [C 186-187].
19) de helft van de ondergrond van het veenland achter de polderdijk, mandelig met Geert Koopstra, gr. 2 bunder, ten O. de Gragte, ten Z. de erfgen. Donker en ten W. en N. de Dijksloot.
20) de helft van Hendrik Alberts Pinkenland, mandelig met de diaconie, gr. 1½ bunder [C 184-185].
21) de Weide, gr. 2½ bunder [C 310].
22) een stuk land, gr. 1 bunder [C 309, de Streek, het Drostenland of Hadingeweer].
23) een stuk land, [C 302-308, de Streek, het Drostenland of Hadingeweer].
De getaxeerde waarde is fl. 8609,92.
Het erve is met de volgende jaarlijkse uitgangen bezwaard:
1) aan de erfgen. van Jan Loos te Blokzijl fl. 6,50.
2) aan de Godshuizen te Kampen voor ¼ part = fl. 4,55.
3) aan de algemene onderstand te Kampen voor ¼ part = fl 0,81¼.
4) aan de school te Blankenham voor ¼ part = fl. 0,03¾.
5) aan de Stad Kampen voor ¼ part = fl. 3,25.
In totaal fl. 15,15.
Aan boterpachten te betalen aan Buisman te Blokzijl:
1) de ½ van 7/8 van 35 pond pond boter.
2) 1/10 van 80 pond; beide in natura te leveren. [34]
1832: Huis en erve Geesje Thijssen van Dijk c.s.
1840: no. 27; Klaas van Dijk, geb. Blankenham, 49 jr., veehouder;
en hv. J. Samplonius, geb. Scherpenzeel, 45 jr., 8 pers.
1855: 18.01.1855; Scheiding en deling tussen Harmen Kezen Post, Harm van der Linde en de erven Jan Winters. Er wordt o.a. gesproken over een uitgang gevestigd op de percelen B 168-170 eigendom van Teunis Pals en de erven Timotheus Kortenhorst à fl. 5,10 jaarlijks op Pasen met een waarde van fl. 100,- en over het perceel de Kokkenweide op B 166-167.[35]
1876: 26.10.1876; Bij de scheiding van de nalatenschap van Klaas Thijssen van Dijk en Jannisje Johannes Samplonius komen de volgende met name genoemde percelen voor:
1) de boerenwoning gesticht door Klaas Th. van Dijk, C 403 [het oude no. C 195; waarde fl. 5600,-].
2) de boterpacht gaande uit perceel B 191 [het Grote Smalwheer] is afgekocht voor fl. 157,-.
3) de Kokkenweide, B 166-167.
4) de Vier Mat van Hein Winters, B 276 [180].
5) de Vijfdehalf van Post, B 255 [176].
6) de Vier Mat van Post, B 310, 254 [172].
7) de grond waar de woning van Luite Westerhof op staat, B 311 [172].
8) het Weidje van Post, B 203-205.
9) Keepers, B 319 [173].
10) het Kleine Smalwheer, B 210.
11) huis, schuur, werf en tuin, C 409 [195].
12) huis, schuur, erf, boomgaard en jister en 2 percelen weiland B 274 [183], 184, 186, 187 [de Grote Weide], 190.
13) Grote Smalwheer, B 191.
14) Groote Vier, B 171 [huidige benaming Grote Vijfe].
15) de Ruigbol, C 35-36.
16) de Zeven Mat, C 34 [in 1829 de Ruigbol].
17) Glassenweide met huizinge, schuur en verder getimmerte, C 196, 402-404 [195]; waarde fl. 10.000,-
18) Kosters, C 188.
19) Klein Koopen Kampje, C 186-187.
20) het Onwheer, C 223-224.
21) Klein Koopen Kampje, C 186-187.
21) de Oude Kooi, B 199.
22) het Kleine Stukje, C 213.
23) de Streek achter de Kerk, C 306-312.
De nummers 12-23 heeft hij in het jaar 1829 van zijn ouders geërfd.[36]
1898: 20.09.1898; Klaas Joh. van Dijk c.s. verkopen o.a. de navolgende met name genoemde percelen:
1) B 274, 184, Huis, schuur en erf [oud B 183].
2) B 187, de Voorste Weide.
3) B 190, de Achterste Weide.
4) B 191, Grote Smalwheer.
5) B 266, de Breemaat [oud B 193].
6) B 255-256, Vijftehalf van Post [oud B 176].
7) B 300, de Weikamp [oud B 168-170].
8) B 203-205, het Weidje van Post.
9) B 210, het Kleine Smalwheer.[37]
1989: Het erve staat nog op dezelfde plaats.
[1] GAK, OA 1920: 1582.
[2] idem, OA 1721 fol 191vo: 1594-1596.
[3] idem, A 697 fol. 59: 1604.
- fol. 51v.: 1604.
[4] idem, A 698 fol. 42v.: 1607.
- fol. 33: 1607.
[5] idem, G 184: ñ 1614.
[6] idem, A 699: 1641.
[7] idem, OA 1881: 1646-1657.
[8] idem, OA 1882: 1657-1660.
[9] GAK, OA 1883 fol. 18.no. 45: 1662-1669.
- OA 1884 no. 45: 1670-1688.
- OA 1885 no. 45: 1684-1689.
- OA 1886 no. 45: 1684-1703.
[10] Old., OAY 623 fol. 1 no. 3: 1666/1667.
- HCO, SA 3200: 1669.
[11] GAK, G 266 fol. 37: circa 1670.
[12] HCO, DAV 2688: 13.07.1680.
[13] idem, DAV 2688: 04.07.1681.
[14] GAK, OA 1887 no. 132: 1688-1703.
[15] idem, G 218 fol. 115: 1692-1742.
[16] idem, A 703 fol. 190vo.: 1708-1753.
-.A 703 fol. 132: 1707-1753.
[17] HCO, HGB 1: 31.01.1726.
[18] GAK, G 219 fol. 115, 1743-1816.
[19] HCO, RA K./B. 2905 fol. 220-221: 03.05.1747.
[20] HCO, RA K./B. 2898, fol. 204vo.: 01.12.1749.
[21] GAK, A 704 fol. 190vo.: 1755-1820.
- idem, A 704 fol. 132: 1754-1820.
[22] HCO, RA K./B. 2898 fol. 351: 14.12.1764.
[23] idem, HGB 1: 20.06.1775 en 26.10.1777.
[24] idem, RA K./B. 2898 fol. 470vo.: 23.12.1775.
[25] GAK, A 705: 1794.
[26] idem, OA 2337: 1798.
[27] HCO, RA K./B. 2907 fol. 66: 03.06.1807.
[28] HCO, HGB 1: 15.11.1809.
[29] GAK, OA 400: 20.02.1812.
[30] GAK, NA 2654, respect.no. 48 en 29: 11/18.12.1817.
[31] idem, G 220 fol. 50, 1818-1843.
[32] HCO, Notarissen 2512 akteno. 1246: 11.06.1827.
[33] idem, HGB 188: 1827.
[34] HCO, Notarissen 2514 akteno. 1422: 10.10.1829.
[35] idem, 2544 akteno. 206: 18.01.1855.
[36] HCO, Notarissen, 2570 akteno. 1211: 26.10.1876.
[37] HCO, Notarissen, 2595 akteno. 1320/1322: 20.09.1898.