Cookieverklaring

Deze site gebruikt cookies om de beste ervaring te garanderen. Door deze website te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik ervan. Lees meer over ons privacybeleid.

Om op deze pagina te zoeken kunt u gebruik maken van de zoekfunctie van uw browser (Ctrl-F)

Naam van de boerderij: Erve Ripperda/Otto van Rechteren

Andere namen: Evert Harmsgoed, Corsius Corneliserve

Huisnummer 1807: 28

Ligging: Noorderpolder

Kadastrale ligging 1832: het erve bestaat niet meer; de ligging van het huis was in het kadastrale perceel C 204.

Dijkboek Zeedijk: no. 65 6 dm. de Bonkenkamp; no. 68 't Valkenland 3 dm.; no. 81 16 dm.land waaronder Peter Arends Copen 3 dm.; no. 82 het erve Otte van Richteren en Ripperdaesgoet, gr. 22¾ dm.; no. 83 Jacob Alberts erve of weere, gr. 14 dm.; no. 84 't Meenteland, gr. 14 dm.

1482: 28.06.1482: Verkoop van een rente van 7 Rijnsgulden door Egbert van den Rutenberge c.s. aan Juffer Dirck die Zuere, wed. van Boldewijn van den Rutenberge gaande uit een stuk land van 5 dagmat in het karspel Blanckenham ten N. van den karcken belend ten Z. het Zyldiep en Johan Schultens ten N. Hake van den Rutenberge en streckende met het oesteinde an de zeegraven en metten westeinde door den dyck in die see; zie ook 1620, 1679 en 1737.[1]

1594-1596: uth Otto van Rechterens guet dat Jan Remmels betaelt voor het sacramentsmemorie p.j. 5 Gg. op Petri ad Cathedram {rest 94-96}.[2]

1596: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Buitenmemorie, ontvangt uit Flerenholtsland in den Blanckenham p.j. een uitgang van 11 Gg.[3]

1604: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Buitenmemorie ontvangt van Jan Tymens Fleerholt in den Blanckenham p.j. een uitgang van VIII £; is betaald.

- De Armenkamer te Kampen, opvolger van de Huisarmen ontvangt uit Ripperbandtsguedt in den Blanckenham, p.j. een uitgang van XIII £; is betaald.[4]

1607: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Buitenmemorie ontvangt van Johan Tymens in den Blanckenham p.j. een uitgang van VIII £.

- De Armenkamer te Kampen, opvolger van de Huisarmen ontvangt uit Ripperbandtsguedt in den Blanckenham, p.j. een uitgang van XIII £; is betaald.[5]

1620: De rente [zie 1482] wordt door Johan van Echten, Drost van Vollenhove, geschonken aan de armen te Vollenhove.[6]

1641: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Buitenmemorie ontvangt uit Evert Hermen Gerritsgoet in den ham, vanolts ripperda, p.j. een uitgang 5.12 Cg.; is betaald.[7]

1646: De ontvanger der ecclesiastique goederen van Kampen ontvangt vanwege het Bovenmemorie uit Ripperdaesgoet jaarlijks een uitgang van 4 Gg., te betalen met 5.12 Cg., betaler Harm Peters Ysvogel, nu Cornelis Harms Ysvogel; betaald 05.06.1657 5.4 Cg. t.m. 1656.[8]

1657: De uitgang, zie 1646, wordt nu betaald door Cornelis Herms Ysvogel met 5.4 Cg.; betaald in 1668 t.m.1667.[9]

1662-1703: uit Otto van Rechterensgoet ontvangt de stad Kampen, als beheerder der ecclesiastique goederen, jaarlijks op Petri een uitgang van 7 Cg.; dit wordt betaald met 6.10 Cg. Als betalers worden vermeld van 1662-1677 Cornelis Harms Ysvogel; 1684-1685 Albert Clasen als voogd over de kinderen. Over 1687-1689 Jan Alberts als meijer; 1690 Herm Cnelis Ysvogel; over 1691-1696, laatste betaling door Jacob Cnelis als meijer en eigenaar op. 20.05.1697; over 1697, betaling op 29.05.1699 door Arent Willems voor zijn dr.[10]

1675: no. 34: Cornelis Harmens [IJsvogel], 1 vst., 3 pers., 1 db. 750 Cg.

1679: 28.04.1679: Betaler van de rente [zie 1482 en 1620] is nu Elisabeth Coops.[11]

1682: no. 22: Jan Alberts, 1 vst.

1688-1699: uit Ripperdaesgoet, nu Cornelis Herms Ysvogel, nu Jan Alberts, nu Herm Cnelis Ysvogel als meijer en eigenaar, nu Jacob Cnelis eigenaar, nu Pelle Cnelis, ontvangt de ontvanger der ecclesiastique goederen van de stad Kampen vanwege het Buitenmemorie van de Armenkamer jaarlijks een uitgang van 5.12 Cg. Dit wordt betaald met 5.4 Cg. Als betalers worden vermeld van 1688-1690 Jan Alberts; 1691 Herm Cnelis ; 20.05.1692 over 1691 t.m. 1695 op 22.05.1696 Jacob Cnelis; 1698 en 1699 Arent Willems voor zijn dochter. Daarna remissie, na gelasting van de magistraat, vanwege verlatenheid.[12]

1694: no. 33: Jacob Corneels Korst gebruikt land in het schoutambt behorende; 500 /2.0 Cg. Jacob Cornelis Korst (Ysvogel) is overleden >20.05.1697-18.12.1699<. In de rekening van de diaconie is op 18.12.1699 een aantekening aangaande een schuld van 116 Cg. betreffende een obligatie en landpacht van de echtelieden Pelle Cornelis en Geertje Arents [wed. van Jacob Cornelis Korst/Ysvogel].

1701: no. 33: Pelle Cornelis, 0.15 Cg.

1700-1703: Lijst van percelen die de diaconie toebehoren en pachtprijzen p.j. voor deze percelen: o.a. de gerechtigheid der Armen in Korsjes erve.[13]

1704: 31.07.1704; Pelle Cornelis als 7e in noordelijke richting naastgeland aan het verlaten erve van de wed. scholtinne Dompselaer.[14]

1707: dbno. 65, 82: Pelle Cornelis.

68: Arent Willems en Peter Hugen.

81: Boumeesters erfgen. en Teunis Hendriks Philips.

83: Simen Cornelis c.s.

84: Jan Alberts Kempen en Albert Clasen c.s.

1710-1754: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Bovenmemorie, ontvangt uit Evert Herms Gerrits, olim Ripperdasgoet, daarna Cornelis Herms IJsvogels goet in den Ham, modo Pelle Cornelis, modo de wed. Pelle Cornelis, p.j. een uitgang op Pasen à 5.12 Cg. Wordt betaald met 5.4 Cg. Het goed is begin 18e eeuw enige jaren geabandonneerd geweest vanwege de storm; vanaf 1710 wordt er weer betaald.[15]

1712: -

1712: erve Herm Peters, meijer Pelle Cornelis; restant 44 Cg.

Herm Peters, restant 9.11 Cg.

1717: geen vermelding.

1723: no. 30: Pelle Cornelis, 2 pers.

1725: no. 29: idem, 4 pers.

1731: 23.01.1731; de wed. Pelle Cornelis heeft 0.12 Cg. aan de diaconie betaald vanwege het gebruik van het doodlaken. Pelle Cornelis zal dus in 1730 zijn overleden.

1733/1737: no. 22: de wed. Pelle Cornelis [Geertje Arends Legeweg], 1 vst.

1734: de wed. Pelle Cornelis met de arfgen., 1000 Cg.

1735: 19.04.1735; Gerbrand Symens Pauw en zijn zuster Elisabeth en hun echtgenoten verkopen aan Geertje Arents, wed. van Pelle Cornelis een ½ wheer gelegen achter het huis van Geertje Arents, belend ten O. de grafte, ten W. de Zee, ten N. aankoper en ten Z. Arent Jacobs Meenteland voor 350 Cg.en 2 silveren ducatons. Het perceel is bezwaard met een jaarlijkse uitgang aan de Geestelijkheid van de stad Vollenhove à 4.11 Cg.[16]

1737: circa 1737: Betaler van de rente [zie 1482, 1620, 1679] is Pelle Cornelis [lees de wed. P.C.] met een bedrag van 9.2 Cg. op Allerheiligen aan het Diaconiehuis te Vollenhove.[17]

1738: de wed. Pelle Cornelis, 1000 Cg.

1741: 27.04.1741; Willem Pellen, j.m. van Blankenham en wonende onder Kuinre en Jacobjen Hendriks [Koolhof] j.d. van Blankenham gaan op deze datum te Blankenham in ondertrouw. Willem Pellen huwt na het overlijden van Jacobje Hendriks voor de 2e keer te Kuinre op 05.09.1751 Grietje Alberts, j.d. van Kuinre. Willem Pellen is meijer van het Begijnenerve te Kuinre [niet identiek met het Begijnenerve in het Blankenhammer deel van Het Rondebroek] van 01.05.1740-01.05.1753. Vanaf 1753 op erve Otto van Rechteren.

1748: no. 26: Geertien Arents [Legeweg] wed. v. Pelle Cornelis.

kn. Pelle Romkes, md. Geertien Klasen; kg. Jan Arents [Legeweg].

1750: Geertjen Arends, 11e Kl., 3 pers., 3 Cg.

1750: idem, 500 Cg.

1752: no. 26: de wed. v. Pelle Cornelis, 1 vst.

1755-1820: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Bovenmemorie ontvangt uit dit goed p.j. op Pasen een uitgang van 5.4 Cg. De namen van de betalers zijn tot 1814 niet ingevuld; vanaf 1815 Harm Beld c.s.[18]

1756: 27.12.1756; Jan Benen Duin is aangesteld als collecteur voor de verponding. Als borg voor de opbrengst treedt Geertje Arents op, wed. van Pelle Cornelis met de ½ van haar erve Claas Freriks, gr. 56 dm. en in gebruik bij haar zoon Willem Pellen.[19]

1758: dbno. 65, 82, 83: de wed. Pelle Cornelis.

81: Coop Harms c.s.

84: Hendrik Luijten en Geertien Arents.

1764: no. 31: Willem Pellen, 4 pers.

1765: no. 28: Willem Pellen, 3 pers.

1766: 19.12.1766; de wed. Hendrik Luiten [Lysebeth Jacobs Korst] heeft 0.12 Cg. aan de diaconie betaald vanwege het gebruik van het doodlaken voor haar overleden moeder. Geertje Arends Legeweg zal dus in 1766 zijn overleden.

1767: no. 27: Willem Pellen, 3 pers.

1771: 05.03.1771; De diaconie koopt van de erfgen. van Grietje Pellen, laatst wed. van Gerrit Egberts Greveling 1/5 part in een erve [no. 28 Ripperda] bestaande uit huis, schuur, werf, berg en 63 dm. land, bezwaard met de volgende jaarlijkse uitgangen: het Weeshuis te Kampen 9.2 Cg., het armenhuis te Vollenhove 9.2 Cg., de wed. Jan van Kempen c.s. 6.10 Cg., de Geestelijkheid van de stad Kampen voor de somma van 16.11.8 Cg. Meijer van het erve is Willem Pellen. De koopsom van dit 1/5 part is 1080 Cg.

- de erfgen. verkopen aan hun broer en zwager Pelle Romkes 7/8 part van het huis en de hof naast de pastorie voor de somma van 183.15 Cg.[20]

1771: 13/15.03.1771; Willem Pellen koopt van Sietske Martens, wed. van Simen Wouters 2/3 van 1/8 part in 14 dm. Meenteland, van Hendrik Martens 1/16 part van het Meenteland en van Peter Pander 1/8 part idem dito voor respectievelijk 81, 60 en 150 Cg.[21]

1771: 01.05.1771; De erfgen. van Grietje Pellen, laatst wed. van Gerrit Egberts [Greveling], verkopen aan Lysebeth Jacobs, wed. van Hendrik Luijten, 3/5 van 1/10 en 1/18 part in het erve, huis, schuur, werf en 36½ dm. bij de aankoper in gebruik voor de somma van 183 Cg. Het erve is bezwaard met de volgende jaarlijkse uitgangen: de Geestelijkheid van de stad Kampen 16.18 Cg., de Heer toe de Haere 10.15 Cg., de school van Blankenham 3.5 Cg., het Rentambt van St. Janskamp 6.11 Cg.

- idem; Willem Pellen koopt van Lysbeth Jacobs, wed. van Hendrik Luijten en van Lummigje Pellen, wed. van Claas Jansen Vollenhove 2/5 part van het erve bij hem in gebruik, bestaande uit huis, schuur, werf, berg en 66 dm. land voor de somma van 2268 Cg.[22]

1776: Willem Pellen, >60 jr.; mannen >16-60< jr. 1; P 2; W 1.

1777: 08.01.1777; Akte van scheiding en deling van de nalatenschappen van Jan van Kempen sr. en Jan van Kempen jr.; Lampje Visscher wed. van Jan van Kempen jr. krijgt o.a 1/6 part van een uitgang van 6.10 Cg. p.j. gaande uit het Corsius Corneliserve. Elisabeth Smit, wed. van Jan van Kempen sr. krijgt de ½ van deze uitgang.[23]

1777: dbno. 65, 68: Willem Pellen.

81: wed. Coop Harms c.s.

82, 83, 84: Willem Pellen c.s.

1780: Willem Pellen is in 1780 overleden; hij wordt opgevolgd door zijn zoon Pelle Willems. Deze laatste zit vermoedelijk tot 01.05.1784 op het erve en vertrekt dan naar erve Vredenborg. Op dit erve wordt hij opgevolgd door zijn zuster Kleisje gehuwd met Harm Beld.

1781/1782: Pelle Willems, 106 Cg.

1784: 16.05.1784; Harmen Jansen Beld j.m. [van het Land van Vollenhove] en Klijsjen Willems, j.d. alhier, trouwen op deze datum te Blankenham.

1785: dbno. 65, 68: Harm Beld en Jacobje Willems.

81: wed. Coop Harms c.s. en H. Beld en J. Willems v.d. 3 dm.

82, 83: Harm Beld en Jacobje Willems c.s.

84: Thijs Alberts, Harm Beld en Jacobje Willems.

1787/1788: Harm Beld en Jacobje Willems, verp. 100 Cg.

1794: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Boven-, Buiten- en Kunerenmemorie ontvangt uit Ripperdaasgoed, nu H. Beld p.j. een uitgang van 5.4 Cg.[24]

1795: no. 28: Hermen Jans Beld, melkboer, Kleijsjen Willems, 6 pers.

1798: Staat van bezittingen en inkomsten van de Armenkamer te Kampen. Uit Evert Harmssgoed in den Ham, thans betaler de wed. Pelle Cornelis een uitgang van 5.4 Cg. p.j.[25]

1798: Harm Jans Beld, 42 jaar.

1800: no. 10: Hermen Jans Beld, R>2jr.: 10; <2jr.: 9; opbr. 1.9 Cg.

1803: geen dienstpersoneel.

1803: Hermen Jans Beld; getaxeerd vermogen 1400 Cg.

1804: dbno. 65, 68: Harm Beld en Jacobje Willems.

81: Jannis Wagter c.s.

82, 83: Harm Beld en Jacobje Willems c.s.

84: Thijs Alberts, Harm Beld en Jacobje Willems.

1804-1807: De afkooppenningen voor de dijkplichtigheid worden betaald door:

dbno. 65, 68, 82, 83: Harm Beld.

81: Jannis Wagter.

84: Thijs Alberts.

1807: no. 28: Harm Beld c.s., een erve bestaande in een huis en 62 dm. h. en w. land en tussen no. 27 en 28 7 dm. h. en w. land, idem Harm Beld c.s.

1807: Harmen Belt, verponding 46.04.12 Cg.

Jacobje Willems, verponding 46.04.12 Cg.

1807-1809: een erve land, 68 dagmaten; eigenaar Hermen Belt c.s.; hiervan 16¼ dm. veenland door een kadijk omgeven.

1808: Harmen Belt, verponding 46.04.12 Cg.

Jacobje Willems, verponding 46.04.12 Cg.

1809: no. 28: Hermen Jans Beld, 8 pers., geref.

1811: Harm Beld, paysan, geb. dat. 17.12.1755.

1812: 20.02.1812; uit Elsingsgoed ontvangt de stad Kampen p.j. op Martini een uitgang van 14.6 Cg. t.l.v. Harmen Beld c.s.

- idem; uit Otto van Rechterensgoed ontvangt de stad Kampen p.j. op Pasen een uitgang van 6.10 Cg. t.l.v. H.Beld c.s.[26]

1812: Harm Beld, 3 Cg.

1812: idem, 5e klasse, 10 francs, 08 centimes.

1813: 28.08.1813; Jacobje Willems leent 5040 francs of 2400 Hol. glds. à 4½ % van Thijs Alberts van Dijk. Als onderpand stelt zij huis en erve op no. 28 met 41 dm.land.[27]

1814: 6.01.1814; Willem Harms Beld, 17 jaar, ongehuwd, jagtgeweer, boerenzoon.

1814: Harm Beld; P. H.>12jr.: 1; M.>12jr.: 1.

1815: no. 28: Harmen Jans Beld, 7 pers.

1816-1817: idem; Gest.vee: S3; Aanw.: Mk.10; S2; Aansl. bel. onbeb. eigd. fl. 156,-;

Gr. erve: 30 dm.; eig.

1817: 11/18.12.1817; De stad Kampen verkoopt de uitgang uit Elsingensgoederen t.n.v. Harm Beld en betalers H. Beld fl. 4,36, Joh. Wagter fl. 5,58 en Pelle Willems fl. 4,36, totaal fl. 14,30 p.j. aan Jan de Lange op 't Zand bij Vollenhove voor fl. 225,55.

- idem; De stad Kampen verkoopt de uitgang uit het Otto van Rechterengoed t.n.v. Harm Beld; betalers H. Beld fl. 3,90, de diaconie fl. 1,30 en T.A. van Dijk fl. 1,30, totaal fl. 6,50 p.j. aan T.A. van Dijk voor de somma van fl. 102,55.[28]

1818: no. 28: H. Beld, R<2jr.: 9; >2jr.: 8; P<3jr.: 1; S2.

1819: no. 28: wed. H.Beld, R<2jr.: 7; >2jr.: 10; S3.

1822: no. 28: idem, R<2jr.: 10; >2jr.: 10; P>3jr.: 1; S3; W2.

1825: Het huis is weggespoeld bij de vloed en niet meer opgebouwd.

1826: 28.06.1826; Akte van scheiding tussen Hartman Donker, Hendrik Donker, Jantje Donker, Trijntje Donker, hv. van Wybe Rommerts Brandsma, Marrigje Donker, hv. van Meine van Essen en Jacobje van Essen, dr. van Barteld van Essen en wijlen Sijtje Donker, alle kinderen of kindskinderen en erfgenamen van Johannes Hartman Donker en Jacobje Jans Pees. De nalatenschap bestaat uit o.a.de navolgende onderdelen:

2) Het Schimmelserve op no. 29, thans in gebruik bij Hendrik Donker, bestaande uit 3 b., gen. het Schimmelsland, 8 b. gen. het Evertsland, 14½ b., gen. het Klossersland, en de ½ van de eigendom in het zogen. Beldserve op no. 28 met 8 b. h. en w. land bezwaard met een jaarlijkse uitgang van fl. 19,- aan de diaconie en aan anderen. De waarde van dit 2e kavel is fl. 10175,-. De totale nalatenschap heeft een waarde van fl. 30525,-; ieder van de zes erfgenamen krijgt dus fl. 5087,50. Op verzoek van de erfgen. geen scheuring van de erven. Marrigje Donker en Jacobje van Essen voegen hun delen bij elkaar en door het lot verkrijgen zij kavel no. 2 zijnde het Schimmelserve c.a.[29]

1827: Memorie inzake de gemaakte scheiding van de betaling van jaarlijkse uitgangen, tevoren door H. Beld betaald en nu door de diaconie, de wed. van Dijk en M. van Essen, gaande uit het erve [Ripperda/ Otto van Rechteren op no. 28]:

Twee uitgangen aan het Burgerweeshuis te Vollenhove à fl. 3,90 en fl. 6,50; aan Jan de Lange fl. 5,35; aan Jan Loos fl. 6,50; aan het Geertruidengasthuis te Kampen fl. 5,85; aan de erven Van Dijk fl. 3,90; aan de armen te Vollenhove fl. 9,10; aan de Algemene Onderstand te Kampen fl. 5,20 en aan Hendrik Donker fl. 4,87, in totaal dus een bedrag van fl. 51,17 p.j. De diaconie moet van fl. 31,85 1/5 part betalen aan de erven Van Dijk en 1/5 van fl. 6,50 aan Jan Loos.[30]

1829: 17.03.1829; Albert Harmens Beld te Blankenham verkoopt aan Hendrik, Klaas, Geesje en Femmigje van Dijk, de laatste echtgenote van Meine Klaasen van Veen, 1/6 part van het erve op no. 28 met de landen erbij voor de somma van fl. 850,-. Het erve is in totaal bezwaard met fl. 38,44 aan jaarlijkse uitgangen.[31]

1829: 29.04.1829; Akte van scheiding en deling tussen Marrigje Joh. Donker, hv. van Meine van Essen, Jacobje van Essen, dr. van Barteld van Essen en wijlen Sijtje Joh. Donker enerzijds en Hendrik, Femmigje, Klaas en Geesje Thijssen van Dijk als kinderen en erfgen. van Thijs Alberts van Dijk en Jacobje Jans [Mensen] anderzijds van het mandelige Beld erve op no. 28.

Het erve bestaat uit de navolgende met name genoemde percelen:

1) wurf en ondergrond van de huisstede van het weggespoelde huis, gr. ½ b., waarde fl. 50,- [C 204].

2) een weide achter het vorige, gr. 3 b., waarde fl. 1000,- [C 204 Kleiziesweide].

3) een stuk land, de Zuiderze Brouwer, gr. 3 b., waarde fl. 300,- [C 215].

4) een stuk land, het Ooijersland, gr. 1½ b., waarde fl. 150,- [C 89].

5) een half stuk land, Ooijers, mandelig met Hendrik Donker, gr. 5/8 b., waarde fl. 25,- [C 92-98].

6) een stuk land, de Bonkampe, gr. 3 b., waarde fl. 375,- [C 51].

7) een stuk land, de tomassen Putten, gr. 1 b., waarde fl. 150,- [B 34].

8) een Rietpolle voor de groote Kolk, gr. 1 b., waarde fl. 175,- [C 201].

9) een stuk land, Eversland, gr. 1 b., waarde fl. 175,-, belend ten O., W., N. en Z. M. van Essen c.s.

10) een stuk land, de klyne Weide, gr. 2 b., waarde fl. 600,- [C 205].

11) een stuk land, het Meente Stukjen, gr. ½ b., waarde fl. 125,- [C 270].

12) een stuk land, het Meenteland agter het Bosje, gr. 1½ b., waarde fl. 225,- [C 257].

13) een hoekje achter het Meenteland, gr. 1½ b., waarde fl. 50,- [C 238-242].

14) een stuk land, het Kampjen, gr. 2¾ b., waarde fl. 400,- [C 214].

15) een stuk land, de Noorderse Brouwer, gr. 2¾ b., waarde fl. 300,- [C 218].

16) een stuk land, het Koopens Kampje, gr. 2 b., waarde fl. 125,- [C 186-187, 226-227].

17) een stuk land, de putten bij Groen, gr. 1 b., waarde fl. 150,- [B 104].

18) een stuk land, bij Meine, gr. 1 1/3 b., waarde fl. 200,- [B 107].

19) de helft van een stuk land, Tomas drie, mandelig met Roelof Kok, waarde fl. 125,- [B 30].

20) het buitenland van de Putten, gr. 2/3 b., waarde fl. 100,- [B 21].

De totale waarde van het voormalige erve bedraagt fl. 4800,-; het erve is belast met de volgende jaarlijkse uitgangen:

a) aan de armen te Vollenhove à fl. 9,10.

b) aan de Algemene Onderstand te Kampen à fl. 5,20.

c) aan Hendrik Donker à fl. 4,87½.

d) aan het Weeshuis te Vollenhove à fl. 6,50.

e) aan het Geertruidengasthuis te Kampen à fl. 5,85.

f) aan de erfgen. van Jan Loos te Blokzijl à fl. 6,50.

g) aan de erfgen. Van Dijk à fl. 3,90.

In totaal aan uitgangen fl. 41,92½ p.j.

Marrigje Donker en Jacobje van Essen verwerven de nummers 1-9 en de te betalen uitgangen a-c. De erfgen. Thijs Alberts van Dijk verwerven de nummers 10-20 en de te betalen uitgangen d-g.[32]

1829: 10.10.1829; Akte van scheiding tussen Hendrik, Femmigje, Klaas en Geesje Thijssen van Dijk als kinderen en erfgen. van Thijs Alberts van Dijk en Jacobje Jans, alle wonende te Blankenham. Aan Femmigje Thijssen van Dijk wordt toebedeeld het erve op no. 27 en tevens de ondergrond van de verkochte veenlanden van het bevorens gemeen geweest zijnde Beld Erve, gelegen over de polderdijk.[33]

1832: Het huis bestaat niet meer.


[1] Voll., HGV 66: 28.06.1482.

[2] GAK, OA 1721 fol 191vo: 1594-1596.

[3] idem, A 696: 1596.

[4] idem, A 697 fol. 58vo., 68: 1604.

- A 697 los papier tussen fol. 28 en 29: 1604.

[5] idem, A 698 fol. 42vo, ongefol. , fol. 36: 1607.

[6] Voll., HGV 66: 28.06.1482, in dorso aantekening uit 1620.

[7] GAK, A 699: 1641.

[8] idem, OA 1881: 1646-1657.

[9] idem, OA 1882: 1657-1660.

[10] GAK, OA 1883 fol. [tussen 17 en 18] no. 58: 1662-1669.

- OA 1884 no. 58: 1670-1688.

- OA 1885 no. 58: 1684-1689.

- OA 1886 no. 58: 1684-1703.

[11] Voll., HGV 66: 28.06.1482, in dorso aantekening 28.04.1679.

[12] GAK, OA 1887 no. 203: 1688-1699.

[13] HCO, HGB 203, op de blz.na de rekening 1699/1700: 1700-1703.

[14] idem, SA 5010 stuk 15594: 31.07.1704.

[15] GAK, A 703 fol. 203vo.: 1710-1754.

[16] HCO, RA K./B. 2898 fol. 21: 19.04.1735.

[17] Voll., HGV 56: 1681-1822; vermelding uit circa 1737.

[18] GAK, A 704 fol. 214vo.en 215: 1755-1820.

[19] HCO, RA K./B. 2898 fol. 263: 27.12.1756.

[20] idem, fol. 424: 05.03.1771.

[21] idem, fol. 424: 13/15.03.1771.

[22] idem, fol. 427vo./428: 01.05.1771.

[23] HCO, Loos 57: 08.01.1777.

[24] GAK, A 705: 1794.

[25] idem, OA 2337: 1798.

[26] GAK, OA 400: 20.02.1812.

[27] HCO, Notarissen 2496 akteno. 99: 28.08.1813.

[28] GAK, NA 2654 no. 35, 36, 48: 11/18.12.1817.

[29] HCO, Notarissen 2511 akteno. 1150: 28.06.1826.

[30] idem, HGB 188: 1827.

[31] idem, Notarissen 2514 akteno. 1376: 17.03.1829.

[32] HCO, Notarissen 2514 akteno. 1399: 29.04.1829.

[33] idem, akteno. 1422: 10.10.1829.