Naam van de boerderij: Begijnenerve

Huisnummer 1807: Kuinre no. 154

Ligging: Het Rondebroek onder Kuinre

Kadastrale ligging 1832: Kuinre C 13>104

Dijkboek Rondebroek: no. 2 9 dm.; no. 8 het erve, gr. 27 dm.; no. 11 7 dm.bij het erve;

1596: 02.02.1596; RB Jan Gerrits gezworen vanwege het bagineerve van 36 dagmaet.

1598: De stad Kampen verpacht het van het Oortklooster afkomstige erve, de 27 dm. tegen de Cuinre met onraad, in pacht bij Jan Gerrits, aan dezelfde voor 225 Gg. p.j.[1]

1605: 27.01.1605; RB Jan Gerrits gezworen vanwege het Bagineland van het erve dat hij in gebruik heeft.

1606: Het erve, in pacht bij Johan Gerrits, wordt aan dezelfde verpacht voor 175 Gg. p.j.[2]

1612: Het erve, in pacht bij Johan Gerritsz, wordt aan dezelfde verpacht voor 10 jr. à 220 Gg. p.j. ingaande Martini 1612.[3]

1614: 16.02.1614; RB Jan Gerrits gezworen vanwege het bagineerve.

1622: 26.07.1622; Het erve wordt aan Jan Gerrits verpacht voor 390 Cg. p.j.[4]

1624: 20.02.1624; RB Claes Reinders gezworen vanwege de baginecamp.

1631: Het erve, in pacht bij Jan Gerrits wed., wordt aan Peter Jansen verpacht voor 460 Cg.[5]

1637: 17.02.1637; RB Pieter Jans gezworen.

1641: 28.06.1641; Het erve, in pacht bij Peter Jans, wordt aan Peter Jans Gerrits verpacht voor 433 Cg. p.j. voor 10 jaar vanaf Petri 1643. Op 19.01.1647 neemt Albert Jans de pacht over op dezelfde condities.[6]

1647: 20.02.1647; RB Jan Gerrits Wijn gezworen vanwege de Bagynecamp.

1661: 11.02.1661; RB Albert Jans Zaal gezworen vanwege het erve van de Geestelijkheid van de stad Campen.

1661: 01.10.1661; Het erve, in pacht bij Albert Jansen, wordt aan dezelfde verpacht tot martini 1672 voor 425 Cg. p.j.[7]

1662-1686: de stad Kampen ontvangt als beheerder der ecclesiastique goederen van 1662-1669 aan landpacht van Albert Jans 425 Cg. p.j. van de 27 dm.; 1670-1677 Wicher Luitjes voor 400 Cg. p.j.; in 1684 Wicher Luitjes van't erve voor de Cuinder 310 Cg. p.j.[8]

1681: 14.02.1681; RB Wycher Luiten gezworen vanwege het erve van de Geestelijkheid van de stad Campen.

1681: 26.07.1681; De stad Kampen verpacht het van het Oortklooster afkomstige erve, de 27 dm. tegen de Cuinre, in pacht bij Wicher Luitien, aan dezelfde. De eerste vijf jaar voor 310 Cg. p.j. en de laatste vijf jaar voor 280 Cg. p.j.[9]

1681: 25.12.1681; Wicher Luiten en hv. Jacobje Pieters worden op deze datum te Kuinre als lidmaten bevestigd.

1688: 15.02.1688; RB Sibe Sibbes gezworen vanwege de Bagynecamp.

1691: Het erve wordt voor vijf jaar verpacht aan Wicher Luitien voor 280 Cg. p.j. Over 1694 wordt de pacht betaald door Luite Wichers. In april 1695 is de boedelveiling van de overleden Wicher Luiten. De nieuwe pachter per 01.05.1695 wordt Jan Hendriks Thijssen voor drie jaar à 225 Cg. p.j. De pachter moet de boerderij kopen, getaxeerd op 415 Cg. en mag de koopprijs in vier termijnen betalen.[10]

1696: 16.11.1696; Het erve wordt voor vijf jaar aan Jan Thissen verpacht voor 225 Cg. p.j.[11]

1697: 17.02.1697; RB Jan Hendriks Thyssen gezworen vanwege het erve van de Geestelijkheid van de stad Campen.

1702: De Geestlijckheijt van Campen, gr. 9 dm.

Het Erve van de Geestlijckheijt van Campen, gr. 27 dm.

1703: 14.02.1703; RB Lourens Peters als meijer gezworen vanwege de Bagyne Camp van de Geestelijkheid van de stad Campen.

1705-1723: Het Oorthklooster te Kampen bezit een erve te Kuinre, gr. 27 dm., pachter Jan Tijsen, van 1705-1721 idem voor de pachtprijs 225-280 Cg. p.j.[12]

1712: 15.02.1712; RB Jan Henricks Thyssen als meijer gezworen vanwege het erve van de Geestelijkheid van de stad Campen.

1718: 10.01.1718; RB Lourens Peters Benen als meijer gezworen vanwege de Bagynekamp van de Geestelijkheid van de stad Campen.

1721-1731: Het Oorthklooster verpacht het erve aan Jan Thijsen voor 350 Cg. p.j.[13]

1728: 02.02.1728; RB Jan Henricks Tysen als meijer gezworen vanwege het erve van de Geestelijkheid van de stad Campen.

1731-1740: Verpachting van het erve tot 1731 aan Jan Hendriks Thijsen; tegenwoordige gebruiker Claas Derks de Jonge voor 335 Cg.[14]

1733: 04.02.1733; RB Anne Gerrids als meijer gezworen vanwege het Bagyne kampien van de Geestelijkheid van de stad Campen.

1740-1753: Per 14.04.1740 tot Petri 1753 Willem Pellen pachter voor 290 Cg. p.j.[15]

1740: 25.12.1740; Willem Pellen wordt deze datum te Kuinre als lidmaat ingeschreven met attestatie van Blankenham.

1741: 27.04.1741; Willem Pellen, j.m. won. onder Kuinre en Jacobjen Hendriks, j.d. alhier gaan op deze datum te Blankenham in ondertrouw.

1743: 18.01.1743; RB Willem Pellen als meijer gezworen vanwege het erve van de Geestelijkheid van de stad Campen.

1745: Vanwege sterfte onder het rundvee remissie van de pachtsom; pachter Willem Pellen voor 290 Cg. p.j.; remissie 43.10 Cg. m.i.v.Petri 1745. Totale remissie 180 Cg.[16]

1748: 07.02.1748; RB Br.Gerrit Wijn als meijer gezworen vanwege de Bagynecamp van de Geestelijkheid van de stad Campen.

1748: Kuinre no. 188: Willem Pellen en hv. Jacobjen Piers [lees Jacobje Hendriks].

1750: Willem Pellen, 10e Kl., 2 pers., 4 Cg.

1751: 05.09.1751; Willem Pellen, wed. en Grietjen Alberts j.d. , beide alhier, trouwen op deze datum te Kuinre.

1752: 25.03.1752; Sjoerd Jans Glastra j.m. alhier en Marrigje Jans, j.d. van Enkhuizen, trouwen op deze datum te Kuinre.

1753: dijkboek Rondebroek no. 2, 8, 11: de Geestelijkheid van de stad Campen.

1753-1763: Verpachting van het erve aan Jan Glastra voor 295 Cg.[17]

1758: 22.02.1758; RB Sjoert Jans Glastra als meijer gezworen vanwege het erve van de Geestelijkheid van de stad Campen.

1763-1773: Per 14.01.1762 verpacht aan Sjoerd Glastra van Petri 1763 tot Petri 1773 voor 200 Cg. p.j.[18]

1763: 22.02.1763; RB Willem Geers Huisman als meijer gezworen vanwege het Bagynecampje van de Geestelijkheid van de stad Campen.

1773: 22.02.1773; RB Sjoerd Jans Glastra als meijer gezworen vanwege het erve van de Geestelijkheid van de stad Campen.

1773-1783: Pachter Sjoerd Glastra respect.de wed. Sj. Glastra van .05.1773-.05.1783 voor 200 Cg. Op 23.04.1778 35 Cg. remissie vanwege vergraven land voor dijkherstel. M.i.v. 1782 wordt er in Kuinre weer verponding geheven. De verponding voor dit erve bedraagt 29.16.14 Cg. p.j. en is voor rekening van de Geestelijkheid.[19]

1776: Kuinre; Sjoert Glastra; <60 jr.; mannen >16-60<jr.: 1; P2; W1.

1779: 22.02.1779; RB de wed. van Willem Geers Huisman als meijer gezworen van de Bagine Campen van de Geestelijkheid van de stad Campen.

1782: 10.02.1782; Roelof Meinen j.m. alhier en Antje Sjoerds Glastra, j.d. alhier, trouwen op deze datum te Kuinre.

1782: 28.09.1782; Vanaf deze datum zijn de inwoners van Kuinre weer verponding verschuldigd over hun land. De percelen van het Begijnenerve zijn de navolgende [het nummer correspondeert met het nummer op de kaart die bij dit verpondingskohier hoort; het geeft de ligging aan]:

no. 12 De Geestelijkheid van Campen, gr. 8¼ dm. [de Begijnekampen, Kuinre C 40-42].

no. 18 idem, gr. 7 dm. [kad.Kuinre C 18].

no. 19 idem, gr. 7 dm. [kad.Kuinre C 18].

no. 20 idem, gr. 3 5/8 dm. [kad.Kuinre C 18].

no. 24 idem, gr. 6¼ dm. [kad.Kuinre C 1, 2].[20]

1783: Het Erve t/o Cuinre, gr. circa 27 dm. in 4 percelen; 7 dm. bij de Kolk en 3 percelen van 8, 8 en 4 dm. bij het huis. Op de Nieuwe Kaart van Cuinre genummerd 18, 19, 20 en 24. Oude pachtprijzen van dit erve 200-350 Cg. In 1776 en 1777 is 602 vierkante roede land vergraven voor het herstel van de dijk.[21]

1783-1793: Roelof Meinen pachter voor 190 Cg van Petri 1783 tot Petri 1793; de kosten van het gezworenschap van Het Rondebroek zijn voor rekening van de pachter.[22]

1788: 22.02.1788; RB Roelof Meinen als meijer gezworen vanwege het erve van de Geestelijkheid van de stad Campen.

1788: Roelof Meinen moet 2 Cg. betalen voor onderhoud van de Rondebroekzijl te Kuinre.

1789: Roelof Meinen moet vanwege 13 dm. betalen voor onderhoud van de Rondebroekzijl te Kuinre. Het bedrag is 0.19.8 Cg.

1793-1803: Roelof Meinen pachter voor 200 Cg. p.j. en 2 paar hoenders als toepacht.[23]

1794: 22.02.1794; RB Jan Ages gezworen vanwege de Begynecamp.

1795: Kuinre; Roelof Meinen, Huisman; Antjen Glastra; 5 pers.

1800: Kuinre; Roelof Meinen; R>2jr.: 18; <2jr.: 8; opbr. 2.4 Cg.

1803: 22.02.1803; RB Roelof Meinen gezworen vanwege het erve van de Geestelijkheid van de stad Campen.

1803-1813: Roelof Meinen per 25.01.1802 voor 10 jr. pachter van het erve. De pachtcondities zijn gelijk aan de periode 1793-1803.[24]

1804: dijkboek Rondebroek no. 2, 8, 11: de Geestelijkheid van de stad Campen.

1804-1807: De afkooppenningen voor de dijkplichtigheid wordt door de Geestelijkheid van de stad Campen betaald.

1807: no. een erve gen. …. erve, bestaande in .... dm. h. en w. land; eigenaar de Geestelijkheid van de stad Campen.

1807: Roelof Meinen te Kuinre, verponding 66.19.8 Cg.

1808: Roelof Meinen te Kuinre, verponding 81.19.8 Cg.

1809: 30.03.1809; RB Jan R. Steenbeek gezworen vanwege de bagynekamp namens de Geestelijkheid van de stad Campen.

1809: Kuinre: Roelof Meijnen, 8 pers., geref.

1811: Kuinre no. 6268; Roelof Meijnen {Meijnen} paysan, geb. 02.08.1761.

1812: Roelof Meinen, Kuinre, 1e klasse, 34 francs, 02 centimes.

1813: Uitzetting over Het Rondebroek; het erve ontbreekt in het uitzettingskohier. Roelof Meinen komt prive wel voor met 8 dm. De te betalen omslag voor deze 8 dm. bedraagt 1.12 Cg. [waarschijnlijk A 16 de Ossekamp, gr. 4 dm. en A 46 de halve Langekamp, gr. 3¾ dm.].[25]

1814-1822: Roelof Meinen pachter voor 200 Cg. p.j.; de kosten van het gezworenschap van Het Rondebroek voor rekening van Meinen.[26]

1815: Kuinre no. 154: Roelof M. Meinen, 7 pers.

1816/1817: Roelof Meinen; Gest.vee: S5; Aanw.: Mk.17; P3; S9; Grootte erve 68 dm.; hiervan 45 dm. als eigenaar en 23 dm. als huurder; aansl. bel. onbeb. eigd. fl. 141,75; zeer gegoed.

1817: 31.10/14.11.1817; De stad Kampen verkoopt het erve bestaande uit vier percelen, in huur bij Roelof Meinen voor fl. 200,- p.j., voor fl. 5520,- aan Wybe Rommerts Brandsma.[27]

Wybe Rommerts [Brandsma] j.m. en Trijntje Jannis Donker j.d. beide alhier, trouwen op 21.05.1809 te Blankenham. Van 01.05.1809 tot waarschijnlijk 01.05.1818 op het erve Middelborg in het Zuideinde. Waarschijnlijk daarna op dit erve.

1832: Huis en erf van Wybe Rommerts Brandsma.

1876: 23.05.1876; Scheiding en deling van de nalatenschap van de overleden echtelieden Jan Steenbeek en Eva Achterberg. De nalatenschap omvat o.a. de volgende onroerende goederen:

1) Huis, schuur en erf, Kuinre C 12, 13.

2) De Korenkamp, Kuinre C 29.

3) De Zielkamp, Kuinre C 67.

4) Het Tipstuk, Kuinre C 68.

5) De Vier Mat, Blankenham A 140.[28]