Om op deze pagina te zoeken kunt u gebruik maken van de zoekfunctie van uw browser (Ctrl-F)

Naam van de boerderij: Erve Klaverswerf

Andere naam: Gerrit van Enserve en erve Vrouw van Oort.

Huisnummer 1807: 13

Huisnummer 1826: 8

Huidig adres: Blokzijlerdijk 14

Huidige bewoners 1989/2004: Fam. G.C.M. Rijkelijkhuizen

Ligging: Zuiderpolder

Kadastrale ligging 1832: D 121>621>865

Dijkboek zeedijk: no. 114 erve van de Heren Diest tot Segwaert/Lawick tot Benthuis, gr. 19 dm.; no. 116 Mulderserve, gr. 23 dm.; no. 118 3 dm. Olde Weyde; no. 123 12 dm. Breecamp Overgraftsland; no. 126 10 dm. Hoef; no. 129 2 dm. Spikerboor overgraftsland; no. 131 10½ dm.overgraftsland.

1582: Het Agnietenklooster te Kampen ontvangt p.j. op Allerheiligen van Peter van Ens kynderen ofte Gerrijdt Claver c.s. tot behoef der armen 12 coppen botter {wort nu nyet al bet.}.[1]

1594-1596: van Peter van Ens erfgn. nu Gerrydt Claver, Merten Lamberts en c.s. ontvangt het Agnetencloister uth 36 koeganck landes p.j. op Allerheiligen 12 cop botter.[2]

1597: 23.02.1597; Meinard Poger, schout van Kuinre en Blankenham, oorkondt dat ten overstaan van hem en de keurnoten Willem Martens en Klaas Gerrits door Aerent Gerrits als momber van de kinderen van Roeleff Bertels getransporteerd is aan Johan Sloet jr., drost van Vollenhove en diens vrouw Florentyne van Buckhorst, drie kalfsganck en 1/5 kalfsganck mandelig in Gerrit van Ens erve in die Suyderkluft van Blanckenham.[3]

1599: 12.08.1599; Meinard Poger, schout van Kuinre en Blankenham, oorkondt dat ten overstaan van hem en de keurnoten Johan Coops en Sebastiaan van der Borcht door Hendrick Peters Sticker en Cornelis Peters Sticker voor zich en hun opdrachtgevers getransporteerd is aan Johan Sloet jr., drost van Vollenhove en diens vrouw Florentyne van Buckhorst, elf koenen ganck, een kalfsganck en 3/5 kalfsganck met huis en toebehoren, mandelig in Gerrit van Ens erve in het kerspel Blanckenham. Uithangende zegels van o.a. Wolbert Willems, pander.[4]

1604: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Bovenmemorie ontvangt uit Gerrit Peters van Ens guet in den Blanckenham, nu Geertjen van Ens p.j. op Martini een uitgang van III £.[5]

1607: zelfde vermelding als in 1604; zie aldaar.[6]

1607: 20.05.1607; Claes Jacobsoen en zijn hv. Gertruit Dircks verkopen aan de Rentmeester van het Convent van Clarenberch een rente van 4 Gg. p.j., losbaar met 60 Gg. gaande uit het derde part van '7 koenenganx toe hoey ende toe graese' gelegen in Claeverserve in de Suyderkluft van Blanckenham.[7]

1641: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Bovenmemorie ontvangt uit Gerrit van Ens goet Claverswerf in den Blanckenham p.j. een uitgang van 2.2 Cg.[8]

1646: De ontvanger der ecclesiastique goederen van Kampen ontvangt vanwege het Bovenmemorie uit Claverswerf jaarlijks een uitgang van 1« Gg., te betalen met 2.2 Cg., wordt betaald met 1.19 Cg. Betalers Harm Jans, nu Wolter Evers; betaald op 05.06.1657 over 1656.[9]

1657: De uitgang, zie 1646, wordt nu betaald door Otto Jansen in 1656; nu Peter Peters en Jan Jansen Simensen; betaald op 22.05.1668 over het jaar 1667.[10]

1662-1703: uit Claverswerf ook gen. de Drost van Vollenhove's land, ontvangt de stad Kampen, als beheerder der ecclesiastique goederen, jaarlijks op Martini een uitgang van 14 Cg. Dit wordt betaald met 13 Cg. Als betalers worden vermeld in 1661 Wouter Evers en Otte Jans, in 1662 Reiner Pitters als meijer; over 1663 zijn wed. , over 1664 Pitter Pitter Schipr, over 1665 de wed. Schipr.; over 1666 Harm Harms, over 1667 Otte Jansen Tul, over 1668 en 1669 Meine Harms; van 1670-1677 Harm Harms Broer en Jan Jansen en Harm Andries als eigenaar; van 1684-1686 en 1688-1691 H.H. Broer; in 1687 Hendrik Luiten Halen; in 1692 Coop Raggers voor H.H. Broer; van 1692-1701 de wed. H.H. Broer en in 1702 de zoon van H.H. Broer.[11]

1675: no. 42: Harmen Harmens Broer, 1 vst, 2 pers., 1 db., 500 Cg.

1682: no. 33: Herm Herms Broer, 1 vst.

1684: 19.12.1684; Albert Harms Mulder dient mede namens zijn kinderen een rekest in bij de Drost van Vollenhove aangaande de verkoop van hun ¼ part in de eigendom van 'seker erve gen. Clavers Werf; dit wordt geaccordeerd. Waarschijnlijk heeft de verkoop te maken met een schuld die zij hebben aan Harm Raggers en Marrigje Wichers.[12]

1685: 02.03.1685; Lisabeth Klazen, wed. van Albert Harms Mulder verzoekt de Drost van Vollenhove mombers aan te stellen over de voorkinderen van haar overl. man AHM verwekt bij Femmigje Wolters. Als mombers worden aangesteld Jan Peters Meulenberch en Albert Wichers Brouwer als naaste in den bloede.[13]

1687: 01.12.1687; rekest van Johannes Deutecom, nu echtgenoot van Femmigje Meinen, aan de Drost van Vollenhove, dat de toenmalige mombers over zijn vrouw Femmigje, d.v. de ovl. Meine Harms [of Berends] en Trijntje Ariaans, zijnde Harm Harms Broer en Hans Daniels Burggraaf, dat zij rekenschap geven van hun momberschap alsmede een inventaris van de nagelaten goederen van Meine Harms. Deze zaak sleept dan voort; dito rekesten op 25.05.1689, 24.06.1689, 20.05.1690, 06.12.1690.[14]

1687-1703: De ontvanger der ecclesiastique goederen van Kampen ontvangt vanwege het Bovenmemorie uit Claverswerf jaarlijks een uitgang van 1« Gg., te betalen met 2.2 Cg. Wordt betaald met 1.19 Cg.; betalers Albert Mulder te Blokzijl, nu Herm Herms Broer, nu Hermen Andries; 20.05.1692 over 1691 Coop Jans Raggers voor HHB; 26.05.1693 over 1692 de wed. HHB; idem 1693-1700; 1701-1703 de soon van de wed. [15]

1694: no. 47: Harmen Harmesen Broer's wed. [Femmigje Meinen] gebr.land in het Drostambt beh.; 1000 /2.15 Cg.

1697-1713: Het Eccleastique Rentambt van Vollenhove ontvangt uit Jhr. Oorts goet, nu Herm Herms Broer een uitgang van 4 kop boter p.j. Is betaald Martini 1697 met 8 Cg.; in 1709 idem door Meine Harms Broer; idem in 1713.[16]

1701: no. 47: Femme Meinen, 2.10 Cg.

1707: dbno. 116: Broers erfgen.

118, 126; Broers erfgen. c.s.

1708-1753: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Boven-, Buiten- en Kunerenmemorie ontvangt uit Gerrit van Ensgoed Claverswerf p.j. een uitgang van 2.2 Cg. Wordt betaald met 1.19 Cg. door Meine H. Broer.[17]

1712: Meijne Harmens Bruer cum fratre Harmen en suster Aefien; 1000 Cg.

1717: Meijne Harms broer, ondertekenaar rekest betreffende intrekking exportverbod op rundvee.

1723: no. 45: Meijne Harmens, 4 pers.

1725: no. 44: Meijne Harmens, 4 pers.

1725: no. 84 sne 8 Klaas Tijmens Uiterd.596R.; erfgen. H. Herms Broer.

1725: 02.11.1725; Na het overlijden van hun moeder Geesje Coops van de Woert krijgen de kinderen Femmigje en Coop bij het hertrouwen van hun vader Harmen Harmens Broer met Lysabeth Jacobs Pees o.a. het volgende toebedeeld uit hun moederlijk erfdeel:

- ¼ van 1/3 van sestien dagmaten Jacob Isebrand, alias bassenland en 1/3 van 1/3 van dito en 1/3 dito.[18]

1726: 31.01.1726; De schoolmeester van Blankenham ontvangt jaarlijks een uitgang van 3 Ph.G. uit Paaslo. In het oude kohier wordt geen betaler vermeld. Waarschijnlijk is de uitgang in 1775/1777/1809 opgesplitst over de erven Klaverswerf, Coop Witten en de Kromme Sloot. Vermoedelijk was de uitgang gevestigd op land van de familie Broer te Paaslo en is het land door vererving verdeeld en zodoende op de drie erven terecht gekomen.[19]

1727-1745: Het Eccleastique Rentambt van Vollenhove ontvangt uit Jor. Oorts goet, nu Meine Harms Broer een uitgang van 4 kop boter p.j.[20]

1729: 07.03.1729; Bij de boedelscheiding na het overlijden van Harm Harms Broer krijgen de kinderen Coop en Femmigje o.a. het navolgende toebedeeld, alles in Blankenham gelegen:

- ¼ van de ½ van een weijtien in de eerste beurt.

- ¼ van de ½ van 1/3 van ¬ van't agterweijtien.

- 1/3 van 1/8 in jannen weitien.

- 1/3 van 1/8 van de gieterse weijde.

- 1/3 van ¼ van een weijtien bij Hendriks hus.

- 1/3 van ¼ van de 5 dm. bij Hendriks Kooij.

- 1/3 van 4½ dm. in de breekamp.

- ¼ van 4 dm. op de gragt int Mulders land.

- ¼ van 5 dm. Hoeff.

- ¼ van ¼ in't Mulders erff.

- ¼ van ¾ in't voorste erff.

- 1/3 van 1/16 Haaken land.

- t aanpart in Hendrik Luijtens erve.

- 1/3 van ½ van 5 dm. koster.

- 1/3 van 1/8 van everts land.

- ¼ van ¾ in't erve in't Noordeinde van den Ham bij Lijsbeth Jacobs bewoondt.

- 1/3 van ¼ van't selfde.

- ¼ van 3« dm. graftcamp in Isselham geleegen, mandelig met Jan Janssen Sijm.[21]

1733: 09.05.1733; De voogden van Coop Harms Broer betalen aan Jacob Jansen 2 jaren uitgang t.g.v. de kerk van Noordwolde à 3 Cg. Het betreft hier vermoedelijk een perceel dat onder het erve 12/13 of 32 valt en mandelig is met de familie Pees.[22]

1733/1737: no. 33: Meine Herms [Broer], 1 vst.

1734: Meine Herms 1750 Cg.

1735: 12.09.1735; Boldewijn en Stijntje de Wit als volmachten van hun vader Jan de Wit, schout van Giethoorn, en hv Aaltje van Ceulen [hun stiefmoeder] verkopen aan Meijne Harms Breur en zijn zuster Avien Harms Breur ¼ part van het erve Claverswerff, in de verponding gen. vrouw van Oorts, belend ten N. Jonker Arend Sloet en ten Z. Hendrik Willems Claversland c.s. Het erve wordt door aankopers bew. en gebr. en is reeds voor ¾ part hun eigendom.[23]

1737: 19.10.1737; Koop Harms Broer j.m. en Femmigje Jans ten Napel j.d. , beide alhier, trouwen op deze datum te Blankenham.

1738: Meine Herms 1750 Cg.

1747: 03.05.1747; Na het overlijden van hun vader Albert Thijssen krijgen de kinderen Vroukje, Thijs en Claesjen bij het hertrouwen van hun moeder Femme Claesen met Willem Jansen Hoegen o.a. het volgende toebedeeld uit hun vaderlijk erfdeel:

- de ½ van Evers Land mandelig met Coop Harms.

- de ½ van 2½ dm. Costers Land.

- de ½ van 1½ dm. Oijers Land.[24]

1748: no. 14: Meine Harms Broer en zijn zr. Aefjen; kn. Harmen Timens en Jan Martens, md. Magteltjen Klasen [Koolhof].

1749: 01.12.1749; Hendrik Luijten en Willem Hoegen zijn aangesteld als collecteurs voor de verponding; als onderpand stellen zij o.a ½ part van de Moddergatsuiterdijk.[25]

1750: Meine Harms Broer, 9e Kl., 4 pers., 12 Cg.

1750: idem, 3000 Cg.

1752: no. 14: Meijne Hermens Broer, 1 vst.

1753: no. 84 sne 8 Klaas Tijmens Uiterd.435R.; Meine Herms c.s.

1755-1820: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Boven-, Buiten- en Kunerenmemorie ontvangt uit Gerrit van Ensgoed Claverswerf p.j. een uitgang van 2.2 Cg. Wordt betaald met 1.19 Cg. op Pasen; tot 1808 is de naam van de betaler niet ingevuld. Van 1808-1816 Joh. Wagter, van 1817-1820 Sake van Veen.[26]

1755: 15.06.1755; Op deze datum wordt aan de diaconie betaald vanwege het doodlaken van Meine Harms Broer.

1758: Waarschijnlijk zijn Koop Harms Broer en hv. Femme Jans ten Napel per 01.05.1758 verhuisd naar het Klaverswerferve in het Zuideinde. Hun tante Aafje Harms Broer is overleden tussen 16.05.1757-09.01.1758. Wouter Hendriks Koolhof en Anna Jansen ten Napel worden op 25.09.1756 te Blankenham als lidmaat ingeschreven met attestatie van Blokzijl. Hoogstwaarschijnlijk hebben zij tot 01.05.1758 op erve Klaverswerf gezeten en daarna op het erve Coop Witten.

1758: dbno. 118: de erfgen.van Aefien Harms Broer.

103, 114, 116, 123, 126, 129: de erfgen.van Aefien Harms Broer c.s.

1758: Wouter Hendriks, 2150 Cg. [het betreft hier zijn aandeel in de erven 3, 5 en 12/13].

1762: 19.03.1762; Anne Regnerus Ruardy, j.m. in de Lemmer en Grietje Koops Broer, j.d. van Blankenham, gaan op deze datum te Blankenham in ondertrouw.

1764: no. 15: Coop Harms Broer, 4 pers.

1764: 14.12.1764; Cornelis Hendriks en Thijs Alberts zijn als collecteur van de verponding aangesteld. Als onderpand voor de opbrengst stellen zij dezelfde onroerende goederen als hun vader, respectievelijk stiefvader in 1749 [zie aldaar].[27]

1765: no. 15: Coop Harms Broer, 5 pers.

1767: no. 14: Coop Harms Broers wed. [Femmigje Jans ten Napel], 5 pers.

1768: no. 84 sne 8 Klaas Tijmens Uiterd. 107R.; erfgen. Meine Herms.

1775: 20.06.1775 en 26.10.1777; De uitgang aan de schoolmeester uit dit erve wordt betaald door de wed. Coop Harms met 0.6.8 Cg. p.j.[28]

1776: de wed. Coop Harms > 60 jr.; mannen >16-60< jr.2; P 2; W 1.

1777: dbno. 116, 118, 126, 129: de erfgen.van Aefien Harms Broer.

114, 123: de erfgen.van Aefien Harms Broer c.s.

1781-1782: de wed. Coop Harms, verp. 117 Cg.

1785: dbno. 116, 118: de wed. Coop Harms.

123, 126, 129, 131: de wed. Coop Harms c.s.

114: de erfgen.van Aefien Harms Broer c.s.

1787: 23.09.1787; Andries Lucas, j.m. alhier wonende en Antje Annen Ruardy, j.d. alhier, trouwen op deze datum te Blankenham. Andries Lucas wordt op 23.04.1780 te Blankenham als lidmaat bevestigd; waarschijnlijk is hij tegelijkertijd met zijn ouders Lucas Jans en Jantje Jans te Blankenham gekomen. Deze worden op 12.12.1779 te Blankenham ingeschreven met attestatie van Scherpenzeel. De wed. Antje Annen Ruardy komt per 01.05.1811 op dit erve.

1787-1788: de wed. Coop Harms, verp. 110 Cg.

1789: 19.03.1789; Femmigje Jans ten Napel, lichamelijk zwak, maakt haar testament. De helft van haar nalatenschap is voor haar dochter Geertje Koops broer, hv. van Johannes Jans Wagter of hun nakomelingen. De andere helft is voor Anne Regnerus Ruardy, wed. van Grietje Koops Broer en hun drie kinderen Harm, Antje en Koop. Op 14.12.1789 wordt een wijziging in het testament aangebracht. Anne Ruardy zal een kwart van de nalatenschap krijgen, terwijl zijn kinderen Harm, Antje en Koop ieder voor 1/12 part in de erfenis deelgerechtigd zullen zijn.[29]

1792: 28.02.1792; J.H. Donker heeft op 11.02 van Hendrikje Mastenbroek aangekocht de ½ van het Essenland voor 300 Cg.; Anne Ruardy koopt voor hetzelfde bedrag de andere ½ [C 43-44, 79-81] [30]

1792: 02.03.1792; Ruiling tussen Thijs Alberts en de erfgen. van de wed. Coop Harms Broer op 30.01. Alberts staat 1/9 part af van het erve, gr. 29 dm. en bezwaard met ca. 50 Cg. p.j. aan uitgangen door hem gebruikt en ontvangt twee veersen en een pinkenweijde in 6 dm. hooijersland waarop Alberts tevens nog 25 Cg. zal bijbetalen.[31]

1794: 29.05.1794; Door testamentaire beschikking heeft Anne Ruardy de navolgende percelen van zijn schoonmoeder geërfd:

- 1/8 van 3/32 van een erve in Het Rondebroek, gen. Br. Sloetserve, meijer Meijne Kleijsen;

- 1/8 van 41½ dm. van het erve in het Noordeinde, meijer Andries Lucas;

- 1/8 van 55/576 in het Hakenland, gr. 14 dm., gebruikt door Roelof Duin;

- 1/8 van 48 23/48 dm. van het erve door hem zelf gebruikt;

- 1/8 van 3 35/36 dm.in 5 dm. Buirter- of Bosjesweide;

- 1/8 in 3 1/3 dm. in 4 dm. Mulders Schutkamp te Paaslo;

- enige parten in een aantal graven in de kerken van Kuinre en Blankenham;

-1/8 van 1/8 van 2½ dm;

-1/8 van 1/8 van 5 dm;

-1/8 van ¼ van 3 dm;

-1/8 van ¼ van 5 dm; de laatste vier parten betreft delen in het erve in gebruik bij Wytse Donker.[32]

1794: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Boven-, Buiten- en Kunerenmemorie ontvangt uit G. van Ensgoed, nu J. Wagter p.j. een uitgang van 1.19 Cg.[33]

1794: 03.06.1794; Kwestie tussen Anne Ruardy en B.N. Grasso te Steenwijk over een hypothecatie groot 200 Cg. aangegaan op 03.01.1792 met als onderpand het huis van Grasso en zijn vrouw Anna Hendriks aan de zuidzijde van de Markt te Steenwijk. Grasso beweert dat hij de hypothecatie met Femmigje Jans ten Napel is aangegaan en dat Ruardy als haar volmacht is opgetreden. Hij heeft volgens zijn zeggen dus geen schuld aan Ruardy maar aan de erfgen. van Femme Jans. Het blijkt dat de hypothecatie is afgesloten tussen Ruardy en Grasso zodat de laatste het bedrag van de hypothecatie alsmede de rente schuldig is aan Ruardy.[34]

1795: 13.05.1795; Joh. Wagter heeft op 08.05 van Anne Ruardy c.s enige parten gekocht van het erve in gebruik bij Meijne Kleijsen voor 200 Cg.

-Anne Ruardy c.s. hebben op dezelfde datum van Wagter aangekocht de parten van Wagter in het erve in gebruik bij W. Donker en zijn parten in het Jenneweijtjen, in de Gieterseweijde, in de huisstedeweijde, in de 5 dm. en in de Meentheuiterdijk voor de somma van 402.15 Cg.[35]

1795: no. 43: Anne Ruarde, melkboer, Klaas Klasen, 3 pers.

1796: 27.04.1796; Roelof Jans Duin heeft op 16.03 van de erfgen. van de wed. Coop Harms Broer aangekocht ¼ part van 6 3/4 dm.Hakenland waarvan ¼ rietland buitendijks voor 264.19 Cg.[36]

1796: 16.12.1796; De wed. Albert Hendriks Pees en Wytse Donker c.s. hebben op 16.11 een herschikking met Anne Ruardy getroffen betreffende de mandelige goederen. Ruardy krijgt het gehele Jannenweijtje, gr. 2½ dm. en Ruardy draagt zijn parten in de resterende percelen over aan de wed. Pees en Donker en zal bovendien 40 Cg. betalen.[37]

1798: Staat van bezittingen en inkomsten van de Armenkamer te Kampen; uit Gerrit van Ensgoed Claverswerf in Blankenham, thans betaler de wed. Coop Harmsz. een uitgang van 1.19 p.j.[38]

1798: Anne Ruardy, 55 jaar.

1800: no. 13: Anne Ruardy, , R>2jr.: 10; <2jr.: 2; opbr. 1.2 Cg.

1803: Knelisjen Jans, meid, jaarloon 30 Cg.

1803: Anne Ruardy; getaxeerd vermogen 4000 Cg.

1804: dbno. 114, 116, 126: Jannis Wagter c.s.

1804-1807: De afkooppenningen voor de dijkplicht worden betaald door Joh. Wagter voor no. 114, 116, 126.

1804: 10.07.1804; Grasso [zie 03.06.1794], nu gevangen gezet in Deventer, heeft Anne Ruardy beschuldigd in het verleden een gestolen horloge van hem te hebben gekocht. Ruardy ontkent. Waarschijnlijk is het een wraakneming van Grasso vanwege het verloren proces in 1794.[39]

1806: 25.04.1806; Harmen Annen en hv. verkopen aan Joh. Wagter en hv. Geertje Coops Broer 1/12 part van het erve Klaverswerf, bew. en gebr. door Anne Regnerus Ruardy bestaande uit woonhuis, berg, werf en 24 dm. land binnen en buitendijks voor 940 Cg. De overige parten behoren A. Ruardy c.s.[40]

1807: no. 13; Andries Lucas c.s., een erve bestaande in huis en 21 dm. h. en w. land achter het huis en 3 dm. benoorden huis 18 tussen de nos. 18 en 19 en nog een weinig rietland buitendijks. De consorten bestaan uit Anne Ruardy 4/6 part, Andries Lucas 1/6 part en Joh.Wagter 1/6 part.

1807: Anne Ruardij, verponding 63.4.8 Cg.

1807-1809: het erve op no. 13, eigenaar Anne Ruardy c.s.; groot 26« dm.

1808: 14.06.1808; Joh. Wagter en hv. Geertje Coops Broer verkopen voor 1000 Cg. 1/6 part in het erve vanouds de Klaverswerf aan Anne Ruardy, tevens door dezelve bew. en gebr. bestaande in een huis op no. 13, berg, werf en 24 dm. binnen en buitendijksland. De overige parten behoren Anne Ruardy c.s.[41]

1808: Anne Ruardy, verponding 63.4.8 Cg.

1808: 24.09.1808; Door het overlijden van Andries Lucas is zijn 1/12 part in de eigendom van erve no. 13 bestaande in huis en 24 dm. land en tussen no. 18 en 19 enig rietland alsmede 1/12 part in de eigendom van erve no. 32 bestaande in huis en 30 dm. land achter het huis, 18½ dm. land benoorden de kolk van Harm Beld op no. 28, 3¾ dm. land bezuiden het huis en erve op no. 29, en enig hooi- en rietland buitendijks, gedesolveerd op zijn kinderen Lucas, Anne en Grietjen Andries, ieder voor 1/24 part.[42]

1809: no. 13: Anne Ruardij, 2 pers., geref.

1809: 15.11.1809; De uitgang aan de schoolmeester uit dit erve wordt nu betaald door Anne Ruardy of Jannis Wagter met 0.6.8 Cg.[43]

1811: Anne Ruardij, paysan, geb. dat. 02.11.1744.

1812: 20.02.1812; uit den Drost van Vollenhovensland ontvangt de stad Kampen p.j. op Martini een uitgang van 13 Cg. nu t.l.v. Anne Ruardy en Joh. Wagter.[44]

1812: Anne Ruardy, 4.10 Cg.

1812: idem, 3e klasse, 16 francs, 80 centimes.

1813: 20/23.08.1813; Anne Ruardy krijgt als strafmaatregel een gedwongen inkwartiering van 'garnisaires'. Zijn kleinzoon Hendrik Harms Ruardy, dienstplichtige lichting 1812, had zich te laat gemeld bij het generaal depot van de refractaires te Wesel. Aangezien zijn vader Harm Annen Ruardy armlastig is, kan deze niet worden gestraft. Daarom krijgt grootvader Anne deze last op zijn schouders. De kosten voor vertering en inkwartiering van deze elf soldaten voor vier dagen en drie nachten zijn in totaal 116.19.6 Cg.[45]

1814: Anne Ruardy, P: H 9-12jr.1.; M 9-12jr.1.

1815: no. 13: de erfgen.van Anne Ruardy, 2 pers.

1815: 21.09.1815; Scheiding en deling van 5/6 part van huis, berg en werf van het erve Claverswerf op no. 13 door de erfgen. van Anne Ruardy, zijnde Antje en Harm Ruardy te Blankenham en Koop Ruardy te Amsterdam. Antje bezit reeds 1/6 part in het erve. Door testamentaire dispositie van 20.01.1815 krijgen Koop en Harm alleen het vruchtgebruik; dit wordt door Koop aangevochten omdat dit strijdig zou zijn met het wetboek Napoleon. Er wordt geen procedure gevoerd, maar er vindt nu een vriendelijke scheiding plaats.

- Het erve, groot 24½ dm. bestaat uit de volgende percelen:

1) 6 dm. Weide.

2) 6 dm. hooyweide.

3) 4½ dm. veltland.

4) 3 dm. dito.

5) 1½ dm. dito.

6) 3 dm. weiland.

7) 1½ dm. utterdijk.

Het erve is bezwaard met een jaarlijkse uitgang van 6 Cg. aan de Geestelijkheid van de stad Campen.

- De volgende losse landen te Blankenham:

1) 2½ dm. Weidjen.

2) 2 dm. de kleine twee [D 295].

3) 2 dm. de grote twee [D 299].

4) 3 dm. de korte drie [D 314].

5) 2/3 part in ¼ Vrouw ter Stallenuiterdijk

Tevens nog diverse percelen te Blokzijl en Vollenhove.

De percelen zijn belast met een jaarlijkse uitgang van 30 pond boter aan Jacob Bavink te Blokzijl en 3.18.2 Cg. aan Teunis Ziel.

- Voorts nog het erve op no. 3 gelegen in het Zuideinde van Blankenham. Het erve is in mandelig eigendom met Jan Kok en de wed. Jan Lucas; het eigendom omvat 5/12 part in het erve en 3/8 part in 19/66 van het huis en erve. Het erve bestaat uit de navolgende met name genoemde percelen:

1) 7 dm.Weide.

2) 3 dm. de Lange Drie.

3) 5 dm. de Kleine Vijf.

4) 3 dm. de Oliesop.

5) 2 dm. de Reyger.

6) 4½ dm. Breekamp.

7) 1½ dm. de Vluiskamp.

8) 1½ dm. het Kinderland.

9) 2½ dm. het Smallewheer [B 201].

10) 1/16 dm.uiterdijk.

Totaal 30.16 dm.; het erve is bezwaard met de volgende jaarlijkse uitgangen: één van 6.10 Cg. aan A. van Smirren te Vollenhove; één van 2.16 Cg. aan het Weeshuis te Vollenhove en één van 2.12 Cg. aan de Geestelijkheid van de stad Kampen. Antje verwerft de ½ van Claverswerf met huis en getimmerte en de ½ van de percelen los land te Blankenham, Blokzijl en Vollenhove. Harm krijgt ¼ en zijn kinderen krijgen het andere ¼ part van de eigendom van de Claverswerf met huis en getimmerte en de ½ van de percelen los land te Blankenham, Blokzijl en Vollenhove. Koop verwerft het aandeel in erve no. 3 en krijgt bovendien nog 600 Cg. van Antje en Harm.[46]

1817: 11/18.12.1817; De stad Kampen verkoopt de uitgang uit het Drostenland ofwel voorweide en huisstede t.n.v. Joh.Wachter en Meine en Sake Klasen van Veen. Betalers Joh. Wachter fl. 7,- en de wed. Andries Lucas fl. 6,- totaal fl. 13,- p.j. voor een somma van fl. 213,- aan Dirk Kortenhorst te Kuinre.[47]

1822: no. 13: Anne Mulder, R>2jr.: 7; S4.

1823: 09.04.1823; Koop Harmens Ruardi en hv Geesjen Wagter lenen fl. 600,- van Mej. Klaartje Salomons van Kleef, wed. van Alexander Jacobs te Blokzijl; onderpand het erve Klaverswerf [no. 12] met 15 bunder land; het erve is bezwaard met drie jaarlijkse uitgangen. 1) fl. 26,- aan Harmen Kezen Post, hiervan is fl. 7,- voor rekening van Jan Peters Glastra; 2) fl. 13,- aan Dirk Kortenhorst en 3) fl. 0,37½ aan de schoolmeester van Blankenham. De wed. Andries Lucas neemt van de laatste twee uitgangen fl. 6,13 voor haar rekening.[48]

1825: wed. Andries Lucas Mulder [Antje Annen Ruardy], veeh., eig.; verdr.vee R5; S1; schade verdr.vee fl. 301,-; schade hs., inb., ger. fl. 1250,-; oppervl.ov.land 12B.; totale schade fl. 1720,- (verg. fl. 634,-).

Lucas Andries Mulder, arb., eig.; verdr. vee S1; schade verdr. vee fl. 8,-; (verg.niets). Huis totaal vernield.

1830: 10.10.1830; Akte van scheiding van het erve no. 8 [lees 13, na de vloed van 1825 is de huisnummering gewijzigd doordat in de Spleterbuurt en in het Zuideinde een aantal weggespoelde huizen niet zijn herbouwd] tussen Lucas Andries Mulder te Oldetrijne en Anne en Grietje Mulder te Blankenham.

Het erve bestaat uit de volgende percelen:

1) huis, berg en hof op no. 8, belend ten O. A. Ruardy en ten Z. H. Donker; waarde fl. 1350,-.

2) het Janneweidjen, gr. 1 7/8 b., belend ten O. en Z. de wed. Eindhoven en ten N. en O. H. Donker [D 161-162].

3) de Korte Drie, gr. 2 b., belend ten W. de wed. Jac. Kok, ten Z. M. Ruardy, ten O. T. Ziel en ten N. de erfgen. W. van de Werken [D 314].

4) de Hooyweide, gr. 3½ b., belend ten O., Z. en W. K.H. Ruardy en ten N. de wed. Hm. van der Linde [D 109].

5) een stuk land, gr. 1 b., belend ten W. en Z. T. Ziel, ten N. de wed. Hd. van der Linde en ten O. de erfgen. W. van der Werken [D 279].

6) de Lange, gr. 2 b., belend ten O., W. en N.de wed. Hm. van der Linde en ten Z. M. Ruardy [D 90-91].

7) een stuk land, gr. 1 b., belend ten O.,W. en N. de wed. Hm. van der Linde en ten Z. [niet genoemd] [D 87].

8) een stuk land, gr. 1½ b., belend ten N. [niet genoemd] ten W. het Kerspel, ten Z. en O. Jac. de Jonge [D 24 de Smeerkamp].

Waarde van de losse landen fl. 4125,-.

Het erve is bezwaard met een jaarlijkse uitgang van fl. 6,- aan K.H. Ruardy en 10 Ned. ponden boter aan Arend van Smirren te leveren in natura. Anne verwerft de no. 1-3 belast met 5 pond boter. Lucas verwerft no. 4 de Hooyweide belast met fl. 6,-. Grietje verwerft de no. 5-8 belast met 5 pond boter.[49]

1832: Huis en erve van Anne Andries Mulder.

1840: no. 8; Anne Mulder, geb. Blankenham, 47 jr., veehouder; 9 pers.

en hv. Hendrikje Zandbergen, geb. Ambt-Vollenhove, 45 jr.

1989: Op exact dezelfde plaats staat nog steeds een boerderij.


[1] GAK, OA 1920: 1582.

[2] idem, OA 1721 fol 190: 1594-1596.

[3] HCO, Buckhorst [archief 216] regest 62: 23.02.1597.

[4] idem, regest 65: 12.08.1599.

[5] GAK, A 697 fol. 50v.: 1604.

[6] idem, A 698: 1607.

[7] G.A.J.van Engelen van der Veen, 'Het archief van de kerkvoogdij der Nederlandsch Hervormde Gemeente te Vollenhove', in: VROA 45 III (1922) 475-520; aldaar 520 regest 88: 20.05.1607.

[8] GAK, A 699: 1641.

[9] idem, OA 1881: 1646-1657.

[10] idem, OA 1882: 1657-1660.

[11] GAK, OA 1883 fol. 15vo.no. 43: 1662-1669.

- OA 1884 no. 43: 1670-1688.

- OA 1885 no. 43: 1684-1689.

- OA 1886 no. 43: 1684-1703.

[12] HCO, DAV 2688: 19.12.1684.

[13] idem, DAV 2689: 02.03.1685.

[14] idem, 01.12.1687, 25.05.1689, 24.06.1689, 20.05.1690.

[15] GAK, OA 1887: 1687-1703.

[16] Voll., OA 575.I fol. 16: 1697-1713.

[17] GAK, A 703 fol. 189: 1708-1753.

[18] HCO, RA K./B. 2904 fol. 185: 02.11.1725.

[19] HCO, HGB 1: 31.01.1726.

[20] Voll., OA 575.II fol. 16: 1727-1745.

[21] HCO, RA K./B. 2904 fol. 332: 07.03.1729.

[22] idem, fol. 722: 09.05.1733.

[23] idem, 2898 fol. 26: 12.09.1735.

[24] HCO, RA K./B., 2905 fol. 220-221: 03.05.1747.

[25] HCO, RA K./B., 2898 fol. 204vo.: 01.12.1749.

[26] GAK, A 704 fol. 191 en 189: 1755-1820.

[27] HCO, RA K./B. 2898 fol. 351: 14.12.1764.

[28] idem, HGB 1: 20.06.1775 en 26.10.1777.

[29] HCO, RA K/B 2899 fol. 89: 19.03.1789 en fol. 102vo:14.12.1789.

[30] HCO, SA 2670: 28.02.1792.

[31] idem, 02.03.1792.

[32] idem, 29.05.1794.

[33] GAK, A 705: 1794.

[34] HCO, RA Stad Steenwijk, processtuk 347: 03.06.1794 en 06.10.1795.

[35] idem, SA 2670, 13.05.1795.

[36] idem, 27.04.1796.

[37] HCO, SA 2670, 16.12.1796.

[38] GAK, OA 2337: 1798.

[39] HCO, RA K/B. 2896: 10.07.1804.

[40] idem, 2907 fol. 26vo.: 25.04.1806.

[41] idem, fol. 90: 14.06.1808.

[42] idem, OAY 314: 24.09.1808.

[43] idem, HGB 1: 15.11.1809.

[44] GAK, OA 400: 20.02.1812.

[45] HCO, Onderprefect van Zwolle 290: 20/23.08.1813.

[46] HCO, Notarissen 2500 akteno. 34: 21.09.1815.

[47] GAK, NA 2654 no. 38: 11/18.12.1817.

[48] HCO, Notarissen, 2508 akteno. 856: 09.04.1823.

[49] HCO, Notarissen, 2515 akteno. 1503: 10.10.1830.