Cookieverklaring

Deze site gebruikt cookies om de beste ervaring te garanderen. Door deze website te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik ervan. Lees meer over ons privacybeleid.

Om op deze pagina te zoeken kunt u gebruik maken van de zoekfunctie van uw browser (Ctrl-F)

Naam van de boerderij: Erve Jochem van Ingen

Huisnummer 1807: 2

Huisnummer 1826: 1

Ligging: Spleterbuurt

Kadastrale ligging 1832: D 390>580

Grootte 1807: 50 dm.

Dijkboek Zeedijk: no. 205 Van Ingenserve; no. 209 3 dm.Peerdekamp; no. 211 3 dm.Peerdekamp; no. 223 van de Cromme 5 dm; no. 233 van 4 dm. v.d. 24 dm.; no. 243 van Jochem van Ingenserve.

1526: Huge Jan Scholten, eigenaar, geeft daar van lxxviii gl.; .16 R., 7 tweejarigen en 1 paard; schatting vanwege de pacht xvi gl. en vanwege de beesten ii gl. xxi st.

1598: 01.03.1598; Hendrik de Vos van Steenwijk, drost van Drente en kastelein van Coevorden, geeft enige buitendijkse landen aan de Kuinderdijk en de helft van een hoeve land te Blankenham in lijftocht aan zijn echtgenote Mechteld Mulert; de boerderij was in gebruik bij de overleden Johan Schulten en is nu in huur bij diens zonen. De andere helft van de boerderij behoort de erfgen. van de overleden Johan Sloet.[1]

1644: Belening van Jurjen Jacob Hagen met o.a. 1/8 deel van een boterrente gaande uit het Jochem van Ingensgoed leenroerig aan het huis Wilp.[2]

1670: Belening van Herman Kockman met de boterrente; zie 1644.[3]

1675: het huis van capteijn eijngen hebbende een jaere leegh gestaen, 1 vst.

1682: no. 45: Jan Bracken, 1 vst.

1684: Belening van Everhard Kockman met de boterrente; zie 1644.[4]

1684: 05.04.1684; rekest van Marritje Jans, ingezetene van Blankenham, geass. met momber Lubbert Peters aan de Drost van Vollenhove. Zij vraagt toestemming om haar koeien te mogen verkopen; dit wordt geaccordeerd.[5]

1694: no. 62: Lubbert Peters gebr. het erve van de Welgebr. Heeren Sloots toe Tweenuwenhuijsen beh.; 500 /2.5. Cg.

1695-1702: Het Eccleastique Rentambt van Vollenhove ontvangt p.j. een uitgang van 32 kop boter uit de Huijsingerweide in vier percelen, ook gen. Russenland; betalers nu Dirk Martens Jansen Vos, Pieter Jan Jans en Claas Jochems c.s.; Martini 1697 64 Cg.; 1698 Lubbert Pietersz., 1700 Rutger

Woltersz., 1701 Albert Derx Croes en 1702 Hendrik Claas z.v. Claas Jochems.[6]

1705: Het Landrentambt van Vollenhove ontvangt p.j. uit het Russenland of de Drussingerweyde een uitgang van een vierendeel boter, betaler Lubbert Peters c.s. Is vanwege deze uitgang verlaten en m.i.v. 1705 verpacht door het Rentambt voor een ¼ part en de Geestelijkheid van Vollenhove voor 3/4 part.[7]

1707: dbno. 205 en 243; Sloet tot Plattenburg;

209; Jantien Claas v. Jantien ten Toorn;

223; Jacob Jansen Mensen c.s.;

233; Peter Peters.

1708: .12.1708; de Mennonietenarmen te Blokzijl doen afstand van

1) 4½ dm. Polmerslant.

2) 5 dm. Hillenlant.

3) 2 Haggies, ieder 1 dm. gr.

4) 1¼ dm. Bestemoederslant.

5) Een uiterdijckien vanwege het feit dat de percelen met teveel dijklasten zijn bezwaard, alsmede met een uitgang van 5 Cg.p.j. aan het Landrentambt van Vollenhove; 17.10 Cg. aan de Heren erfgen. Knoppen en 46.4 Cg. aan de schoolmeester Lubbert Henricks te IJsselham.[8]

1712: erve Jochem Ingen, Jacoop Mensen, restant 166 Cg.

1712: Jacob Mensen Joncker, 500 Cg.

1713-1790: Het Landrentambt van Vollenhove ontvangt p.j. uit Woldenbergsgoed alias Grooten Hugenuiterdijk een uitgang van een vierendeel boter; betalers Peter Peters, Peter Derks en Luitien Derks 20 Cg.; 1726 de meijer van de Heer van de Havixhorst en Jan Clasen Smit ieder de helft; 1778 en 1779 betaald door de Drost van Vollenhove en daarna zijn wed. en Albert H. Pees ieder de helft. Sinds 1790 wordt er niet meer betaald, zie ook 1788.[9]

1717: rekest betreffende intrekking exportverbod op rundvee: geen traceerbare vermelding.

1723: no. 60: Jan Cock, 2 pers.

1725: no. 59: Jan Hend. Cock, 2 pers.

1725: no. 114 sne 2 Utterd.487«R.; De Hr.Haersolte, drost van IJsselmuiden; [het betreft hier de uiterdijk de Hoopjes op de grens met Baarlo].

1727-1728: Het Eccleastique Rentambt van Vollenhove ontvangt p.j. een uitgang van 32 kop boter uit de Drie Huijsingerweide in 4 percelen, ook gen. Russenland. Toebeh. Dirk Martens Jansen Vos, Pieter Jan Hans c.s. en Claas Jochems wed. Vanaf 1705 vanwege de uitgang verlaten en de eigendom gelaten aan de beide Rentambten. Vanaf dit jaar ontvangt het Rentambt 3/4 van de pacht van deze weide, in 1727 en 1728 ontvangen van Jan Gerrits Boer 31.6.4 Cg.[10]

1730: 24.03.1730; Op deze datum gaan te Blankenham in ondertrouw Klaas Hendriks Veen, j.m. en Grietjen Jacobs Legen, j.d., beide van Blankenham.

1733/1737: no. 45: de wed. Tengnagel, 1 vst.

1733: 22.11.1733; Akte van transport door Maria van Uterwijck, wed. van Herman von Dellwig, aan Allegonda Grammage, wed. van Jacob van Utterwijck van o.a. 1/6 part van een boterrente gaande uit een erve en goed te Blankenham. Het erve heeft toebehoord aan Jan Sloet toe Plattenburg en is nu eigendom van scholtus Hendrik Morre c.s.[11]

1734: Claas Hendriks, 500 Cg.

1736: 19.06.1736; Ten huize van Anne Jans te Blankenham, maakt deze de bepaling dat zij de voogdij over haar kleindr. Antje Aalders, dr. van haar overleden dr. Jantje Gerrits en Aaldert Franzen door haar ouderdom en zwakte overdraagt op haar zoon Jan Gerrits en op Jan Jansen [Genemuiden].[12]

1737: 14/15.02.1737: Het Rentambt van de Koninxdomeinen en de Geestelijkheid van Vollenhove verkopen de Driehuijsingerweijden in gebruik bij Albert Jacobs Pees voor 1284.10 Cg.aan Peter Peters Voerman.[13]

1737: 10.05.1737; Jan Gerrits en Jan Jansen als mombers over Antje Aalders, minderjarige dr. van de overleden Aaldert Franzen en Jantje Gerrits gaan over tot een scheiding en deling tussen enerzijds henzelf, voor zichzelf en in kwaliteit als momber over Antje Aalderts en anderzijds Peter Peters Voerman. Antje Aalders krijgt ¼ van 1/8 part van 68 dm. en ¼ part van het huis; Jacob en Lammert Gerrits hebben ook hun parten in deze 68 dm. in Blankenham gelegen m. u.v. 12 dm.in Paaslo; en 3½ dm. in Baarlo die eigendom zijn van P.P. Voerman.

Verder nog enkele losse percelen:

1) 1/6 part in een uiterdijk, belend ten W. de Heer van Toutenburg, ten Z. de erfgen. Rutger Wouters.

2) de kleine uiterdijk, belend ten Z. en W. de Heer van Haersolte, ten N. Jac.Cl. Mastenbroek.

3) Weertjen, belend ten Z. en W. de Geestelijkheid van de stad Vollenhove en ten N. Jac.Cl. Mastenbroek.

4) 4 dm. in de 24, belend ten O. Claas Hend. Veen c.s., ten Z. P.P. Voerman, ten W. de wed. Lindenhorst en ten N. de erven Dirk Boldewijn. Deze 4 dm. is 1/3 part van een perceel van 12 dm., mandelig met de Heer Haavenshorst.

5) Antje Aalders krijgt 833.6 Cg. uit bestemoers losse goed; [in cijfers staat hier 333.6 Cg.]

6) Antje Aalders krijgt 350 Cg.van haar stiefvader P.P. Voerman; no. 5 en 6 berusten bij bestemoer. Jan Gerrits Boer huurt het erve [10a] voor 3 jr. à 200 Cg. p.j. Beesten en paarden, totaal 35 stuks, waarde 1150 Cg. Huisraad, waarde 400 Cg. Antje Aalders heeft van haar oom Cornelis Franzen 50 Cg. en van haar bestemoer 10 dm. land en 1/8 part in de drie huysingerweyde geërfd, alsmede haar part in het huis, geld en rentebrieven met een waarde van 225 Cg.[14]

1737: 11.12.1737: Hendrik Morre, scholt van Emmeloort en hv. Hendrikje Bouman verkopen aan de voogden van Antje Aalders Valk ¼ part in een erve, meijer Claas Hendriks Veen; alles zoals zij en Gerbrand Bouman c.s. van F.G. van Echten toe Plattenburg hebben aangekocht voor 1300 Cg. en 5 ducatons.[15]

1738: Claas Hendriks Veen, 500 Cg.

1739: 26.06.1739; Jan van Kempen en hv. Elisabeth Smit verkopen aan Yntje Jacobs [Groen] de helft van 2 Utterdijken, gen. Groot Huygen, mandelig met Jochum Visscher, gelegen in Blankenham tegenover het Cuypershuisje; het perceel is bezwaard met een uitgang van 1/16 tonne boter of 5 Cg. p.j. aan het Landrentambt van Vollenhove; de prijs wordt niet genoemd.

- idem; Jochum Visscher en hv. Grietjen Smit verkopen aan Albert Jacobs Pees en hv. Petertjen Hendriks Bloem, twee utterdijken Groot Huygen, mandelig met Jan van Kempen, gelegen in Blankenham tegenover het Cuypershuisje; het perceel is bezwaard met een uitgang van 1/16 tonne boter of 5 Cg. p.j. aan het Landrentambt van Vollenhove; de prijs wordt niet genoemd.[16]

1740: Belening van Maria van Uterwijck, wed. van Herman von Dellwig met de boterrente; zie 1644.[17]

1741: 24.05.1741; Vr. A.A.G.L. van Utterwijk, douarière van Delwig en A.M.A. van Utterwijk verkopen aan Vr. douarière van Dorth 1/3 part van een uitgang van 1/8 deel boter gaande uit het erve toebehorende aan Jan van Kempen en Gerbrant Jurriaans c.s. De aankoper bezit reeds het andere 2/3 part; er wordt geen verkoopprijs genoemd.[18]

1741: 23.11.1741; W.J. baron van Haersolte, drost van Salland heeft op 12.08.1741 aan Jan Gerrits Boer en Peter Peters Voerman verkocht voor 350 Cg. 2 stukken land in Blankenham;

1) de Wheerten, belend ten O. Jan Cl. Mastenbroek, ten W. de Blankenhammerdijk, ten Z. de aankopers en ten N. de Buurterstege.

2) de Hoopjes, belend ten O. de dijk en de aankopers, ten W. de Zee, ten Z. Albert Jacobs c.s.[19]

1748: no. 2: Klaes Hendriks Veen en hv. Grietjen Jacobs [Legen]; md. Jantien Jans [Wendel];

kg. Metjen Klasen.

1750: Claas Hendriks Veen, 10e Kl., 3 pers., 6 Cg.

1750: idem, 500 Cg.; wed. Hendrik Bos c.s., 1665 Cg.; Antjen Aalders, 1000 Cg. [erven 2 en 10a].

1750: 25.09.1750; Jan Gerrits Boer en Jan Jansen Gelemuiden als mombers over Antje Aalders, minderjarige dr. van de overleden Aaldert Franzen en Jantje Gerrits, leggen voor het gericht rekenschap over hun beheer van haar goederen over de periode 23.06.1737 tot heden. Huur van het erve door Claas Hendriks Veen [erve no. 2] van 1738-1749, voor het aandeel van de pupil p.j. 47.10 Cg. remissie in 1745 en 1746. Bij de ontvangst komt nog 1545 Cg.ontvangen van P.P. Voerman vanwege uitkoop uit de boedel van hem en van grootmoeder; hiervoor gekocht een deel in de Hoge Weyde en in het erve bij Claas Veen gebruikt. Uitgaven o.a. aankoop van ¼ part in erve in gebr. bij C.H. Veen 1326.5 Cg. en in 1741 reparatie van de karnwaege van dit erve.[20]

1752: no. 2: erfgen. van Harmen Jurriaans c.s., 1 vst.

1752: 13.10.1752; Jan Gerrits Boer en Jan Jansen Gelemuiden als mombers over Antje Aalders, minderjarige dr. van de overleden Aaldert Franzen en Jantje Gerrits, leggen voor het gericht rekenschap over hun beheer van haar goederen over de periode 1750-1752. Huur van het erve door Claas Hendriks Veen [erve no. 2] over 1750-1751, voor het aandeel van de pupil p.j. 47.10 Cg.[21]

1753: no. 114 sne 2 Utterd. 154R.; Jan Gerrits Boer.

1754: 04.10.1754; Jan Gerrits Boer en Jan Jansen Gelemuiden als mombers over Antje Aalders, minderjarige dr. van de overleden Aaldert Franzen en Jantje Gerrits, leggen voor het gericht rekenschap over hun beheer van haar goederen over de periode 1752. Huur van het erve door Claas Hendriks Veen [erve no. 2] over 1752, voor het aandeel van de pupil p.j. 47.10 Cg. Ontvangen van pacht van de 4 dm. bij Nederland, 1½ dm. Weertjen, 2 partjes uiterdijken de Hoopjes en hansen; in totaal 31.4.12 Cg.[22]

1757: 14.10.1757; Jan Gerrits Boer en Jan Jansen Geelmuiden als mombers over Antje Aalders, minderjarige dr. van de overleden Aaldert Franzen en Jantje Gerrits, leggen voor het gericht rekenschap over hun beheer van haar goederen. Antje Aalders [Valk] is door haar huwelijk met Hendrik Alberts Pees thans meerderjarig, zij bedankt de mombers voor al hun activiteiten.[23]

1758: no. 205, 209, 211, 233, 243; Jan van Cempen/Hendrik Alberts c.s.;

223; Jan Hend. Kok, van de Cromme 5 dm.

1764: no. 1: Namle Hartsens, 3 pers.

1765: no. 3: idem, 4 pers.

1767: no. 2: idem, 3 pers.

1768: no. 109 sne 9 Uiterdijk Het Hemeltje; in 1725 en 1753 niet gemeten, volgens verpondingskohier 151 R.; nu 67 R.; Luite Jans [Visscher].

no. 114 sne 2 Utterd.; nu geheel weg; Jan Gerrits Boer.

1769: 05.05.1769; Jan Gerrits Boer maakt zijn testament; vooraf legateert hij 1000 Cg.aan zijn nicht Antje Aalders [Valk] en 500 Cg. aan de Mennonietengemeinde Op't Oude Verlaet te Blokzijl, waarvan hij medelid is. Universeel erfgenaam voor de helft zijn nicht Antje Aalders [Valk] hv. van Luit Jans Visscher en voor de andere helft de nagelaten kinderen van zijn overleden nicht Evertje Peters Voerman, hv. van Jacob Jacobs Mastenbroek, met name Jantje, Sijtje en Peter.[24]

1773: 25.09.1773; de erven Bouwman verkopen 1/12 part in Jochem van Ingenserve, gr. 48 dm., bezwaard met een uitgang van 2/8 deel boter aan de Heer van Middachten en 25 pond aan de Vrouwe van Lindenhorst, aan Br. Jan Herberts voor 400 Cg.[25]

1774: 15.07.1774; Jan Jansen Roesing en hv. Trijntje Claassen Vollenhove zijn 1000 Cg. à 2½% schuldig aan hun landvrouw Elisabeth Smit, wed. van Jan van Kempen, uit hoofde van verschuldigde landpacht. Als onderpand stellen zij al hun roerende en onroerende goederen; of het hier om dit erve gaat is niet duidelijk. Het echtpaar laat in de jaren 1763-1778 kinderen te Blokzijl dopen.[26]

1774: 06.08.1774; Luit Jans Visscher en hv. Antje Aalders verkopen aan Jan van Kempen, .de wed. Willem Hasselman, Br. Jan Herberts, Mr. Jan Pauw en Andries Bouwman en hun hvn. 3/4 part van een stuk land, gen.'t Osseland gelegen tussen Nederland en de Beek; belend ten O. Cl.H. Veen en de geref diaconie van Blokzijl, ten W. de Heer baron de Vos van Steenwijk, landdrost van Vollenhove, ten Z. de Beek en ten N. Jan van Els; de aankopers bezitten reeds ¼ part. De verkoopprijs is 375 Cg. [D440] [27]

1777: 08.01.1777; Akte van scheiding en deling van de nalatenschappen van Jan van Kempen sr. en Jan van Kempen jr.; Lampje Visscher wed. van Jan van Kempen jr. krijgt o.a. ¼ part in Jochem van Ingenserve en ¼ part in 4 dm. Osseland.[28]

1777: no. 205, 209, 211, 233, 243; Mr.Pauw c.s.;

223: Jacob Mastenbroek c.s. van de Cromme 5 dm.

1777: 17.11.1777; Fredrik Cornelis [lees Cornelis Freriks] en hv. Jantje Jans Stuyver worden op deze datum te Blankenham ingeschreven [met attestatie van Baarlo].

1781-1782: Cornelis Freriks, verp. 106 Cg.

1782: 17.07.1782; Akte van scheiding en deling tussen de erfgenamen van de overleden Jacob Mastenbroek en Evertje Peters Voerman, zijnde Sijtje e.v. Adriaan Stuurman, Jantje e.v. Y. Eindhoven en Pieter. Stuurman verwerft o.a. de Crome 5 dagmat leggende achter de wurf, ten W. en N. Harm Bos, ten Z. de Geestelijkheid van de stad Campen en ten O. Alb. Pees met een waarde van 1700 Cg. Onverdeeld zijn gebleven:

1) 3/4 part in erve klaavers weyde gelegen in Blankenham.

2) 3/5 van ½ en ¼ van het erve in gebruik bij Jan Gerts. Boer.

3) 3/4 part in de daarleggende weyden.

4) de helft van de woudestucken en 1/6 part in een weitje.

5) 1/10 part in het erve in gebruik bij Claas Tiden.

6) ¼ en 1/10 part in Groot Haalenland.

7) 1/3 part in een stukje bij Veldhuissteeg.[29]

1785: als 1777, Mr. Pauw en Luijt Visscher c.s.

1787-1788: Egbert Hendriks [Biese], 106 Cg.

1788: 18.04.1788; L.A. baron Sloet tot Plattenburg, Landrentmeester van Vollenhove doet panding op een stuk uiterdijk, gen. Woldenburgsgoed of Groot Huigenuiterdijk, om daaruit 20 Cg. schuld vanwege niet betaalde botertijns te verhalen, verschenen op Martini 1787. Het land is voor de helft eigendom van baronesse de Vos van Steenwijk tot den Hogenhof en voor de helft van Albert Hendriks Pees en de kinderen van Jacob Abrahams, voor deze de mombers Willem Loos en Jan Spijker.[30]

1790: 08.01.1790; Jan Bos verk. aan Hendrik Klazen [Kok] 1/3 van 6½ dm. Jochem van Ingensgoed voor 145 Cg.[31]

1795: 10.12.1795; Peter Klaassen Spitze en hv. Lieve Hessels [Kooy] worden op deze datum te Blankenham ingeschreven met attestatie van Oldemarkt. Op 04.12.1807 vertrekken zij naar Blokzijl en op 02.04.1810 komen zij terug naar Blankenham.

1795: no. 54: Peter Klaasen [Spitse], melkboer, P.K., 4 pers.

1795: 31.12.1795; Aaltjen Evers te Blankenham erft door het overlijden van Jan Herberts o.a. 1/12 part in erve Jochem van Ingen, meijer Peter Spitze.[32]

1796: 24.10.1796; Testament van Luite Jans Visscher en hv. Antje Aalders Valk; hun zoon Jan Luite Visscher, niet goed bij zinnen, krijgt vier weyden gen. de hooge en laage weyden en de twee weyden achter 't Kuipershuisje, een stuk land gen. Het Weerdjen, gelegen tussen de lage weyde en het weerdje behorende bij het zoogen. Jochem van Ingenserve, alles te Blankenham.[33]

1797: 24.01.1797; Door het overlijden van Luite Jans Visscher op 17.12.1796 worden de kinderen testamentair erfgenaam; zijn echtgenote Antje Aalderts Valk behoudt het vruchtgebruik van o.a. de volgende percelen:

- 5/12 part van Aaldersweide, gr. 3 m. 261 R.

- 5/12 part van de Breeweide, gr. 2 m. 200 R.

- 5/12 part van de Kremerskamp, gr. 1 m. 531 R.

- 5/12 part van van Oosten Otten, gr. 2 m. 234 R.

- 5/12 part van Hillenland, gr. 2 m. 280 R.

bovenstaande percelen zijn belast met 10 R. 14 V.zeedijk en 2 uitgangen van 8.12 en 4.15 Cg. p.j.

- 1/8 part van de Hogeweide, gr. 5 m. 584 R.

- ¼ part van het Weertjen, gr. 477 R.

- ¼ part van 4 dm. Osseland.

- 1/10 part van Jochem van Ingenserve, gr. 50 dm.[34]

1797: 03.11.1797; Door het overlijden van Mr. Jan Pauw op 10.09.1797 erft zijn wed. o.a. 1/7 in ½ van ½ in Jochem van Ingenserve in het Zuideinde van Blankenham, gebruikt door Peter Klazen Spitze.[35]

1798: Peter Klaasen, 49 jaar; Lutte Harms [Schimmel], 18 jaar.

1799: 08.03.1799; Klaas Gerrits [Grevelink] te Baarlo heeft op 17.02 van Y. Eindhoven, P. Mastenbroek, A. Stuurman, Jac.J. Kok, Chr. van de Werken, Jan H. Kok en Roelof H. Kok aangekocht voor 115.10 Cg., de helft van een stuk land gen. Kromme Vijf Dagmat en de helft van 5 dm. Bestemoers Land, gelegen in Blankenham.[36]

1800: no. 2: Peter Klaassen, R > 2jr.19; < 2jr.9 ; opbr. 2.3 Cg.

1803: Geesjen Frens Drost, meid, jaarloon 40 Cg.

1803: Peter Klaassen, 1500 Cg.

1804: no. 205, 209, 211, 233, 243; Gerbrand Hasselman c.s.

1804-1807: De afkooppenningen voor de dijkplicht worden betaald door Gerbrand Hasselman voor de nummers 205, 209, 211, 243; voor no. 223 door Klaas Gerrits Grevelink en no. 233 de wed. Pauw.

1805: 11.07.1805; Akte van scheiding en deling van de nalatenschap van Luite Jans Visscher en hv. Antje Aalders Valk tussen Jan Luiten Visscher, Jantje Luiten Visscher, e.v. Jan Jacobs Schreur, Harm Hollander voor zichzelf en als voogd voor de kinderen van Albert Pees alsmede Sijtje Jacobs Mastenbroek, e.v. Adriaan Stuurman, Jantje Jacobs Mastenbroek, e.v. Y. Eindhoven en Pieter Jacobs Mastenbroek. De nalatenschap bestaat uit de navolgende percelen:

1) Aaldersweide, gr. 3 m. 261 R.= 4.01 ha.

2) 1½ dm.Breeweide, gr. 2 m. 200 R.= 2.70 ha.

3) halve Meenteuiterdijk, bezwaard met een uitgang van 13.7 Cg. en 7 r.7v.zeedijk op no. 130.

4) ¼ part in het erve bemeijerd door Peter Spitze, mandelig met Peter Mastenbroek, G. Hasselman, wed. Jan Pauw, de wed. Andries Snoek en Aaltjen Boes en 4 dm. Osseland hierbij behorende.

5) Aalders drie dagmat en Kremerskamp, gr. 1 m. 531 R.=1.88 ha. in de verponding gen. Kremerskamp, bezwaard met 1 r.3 v. zeedijk op no. 149.

6) Ottenland, gr. 2 m. 234 R.= 2.74 ha.

7) 5 dm. Hillenland, gr. 2 m. 230 R.= 2.74 ha., in de verponding gen. een ½ Huge Peters Hilleland, bezwaard met 2 r.8 v. zeedijk op no. 167.

Bovenstaande percelen zijn belast met 10 R.14 V. zeedijk en twee uitgangen van 8.12 en 4.15 Cg. p.j. Jan Luiten Visscher ontvangt de no. 1-3; hij moet aan Jantje Luiten Visscher en aan Harm Geerts Hollander 732.10 Cg. betalen. Jantje Luiten Visscher verwerft no. 4. Harm Geerts Hollander en de kinderen van Albert Pees krijgen no. 5 en 6. Stuurman, Eindhoven en Mastenbroek verwerven no. 7 en krijgen bovendien 95 Cg.contant.[37]

1807: 28.01.1807; Scheiding en deling tussen Y. Eindhoven, A. Stuurman en P. Mastenbroek;

1) Tyssenweijde, gr. 8½ dm., bezwaard met een halve uitgang à 17.4 Cg. en een dito uiterdijk de groote genaamd.

2) 3/4 in de Hooge en Laage weijde en weerdjen, gr. in totaal 6 dm. met recht van overdrift en overmenning over de twee weijden agter de Kuipers; het Osseland, gr. 4½ dm.; de Kooykamp, gr. 5 dm., bezwaard met 5/8 verponding {de Kooy gelegen achter de gragt blijft buiten de verponding; bezwaard met 3/8 verponding.

3) 3/4 part in de Kuipersweiden, gr. 6 dm.; het gehele stuk land heet Halenland, waarvan 3/10 part eigendom is van de erven Albert Pees; een obligatie t.l.v. het gemene land van 450 Cg. à 4 %.

Bij loting verwerft Eindhoven perceel 1, Mastenbroek perceel 2 en Stuurman perceel 3. In mandelig eigendom blijven de Kooy voor 3 dm., in d'engelden en tweede Aalderslandt bij het Vosje, gr. 4 2/3 dm.; 5 dm. langelandt, een ½ Hillenlandt, gr. 5 dm., een Riedpol leggende voor het huis van Jan Jans, voorheen Jan Hendriks Pees en dito leggende bij Peter Mastenbroek en Jan Vossen.[38]

1807: no. 2: Gerbrand Hasselman c.s.; een boerenerve bestaande uit een huis en 46 dm. h. en w. land en 4 dm. Osseland.

1807-1809: Jochem van Ingens, 52 dagmaten; eigenaar G. Hasselman c.s.

1807: 21.03.1807; P.K. Spitze en hv. Lievjen Hessels kondigen publieke verkoping aan van veestapel en deel van de inventaris.[39]

1807: 18.06.1807; C.W. Sloet verkoopt aan de eigenaren van het Jochem van Ingenserve de jaarlijkse uitgang van 25 pond boter, te betalen door de meijer Peter Klazen Spitze, voor de somma van 165 Cg.[40]

1807: Tiemen Meinen als meijer van Luite Visscher op naam van Peter Klasen, verponding 107.13 Cg.

1808: 18.03.1808; Harmen Hollander, voogd over de innocente Jan Luiten Visscher verkoopt voor 450 Cg. aan Adr. Stuurman ¼ part van 2 stukken land; 3/4 part behoort reeds aan Stuurman. Het betreft de halfscheid van de hoge en lage weyde, in de wandeling gen. de twee weyden achter de Cuipers; de 2 st. zijn in totaal 6 dm.groot.[41]

1808: Timmen Mennen, een karnmolen.

1808: Tiemen Meinen als meijer van Luite Visser, op naam van P. Klasen, verponding 107.13 Cg.

1809: no. 2: Tijmen Meinen [de Vries], 4 pers, geref.

1809: 01.06.1809; Harm Hollander en hv. Marritje Smit verkopen aan de voogden van J.L. Visscher 1/6 part in het weertjen; 5/6 part is reeds eigendom van Visscher; de grootte is circa 2 dm., bezwaard in de oude verponding met 0.1.4 Cg.; belend ten O. Jochem van Ingenserve, ten W. en Z. Pieter Mastenbroek en ten N. het erve thans door Jan Woud bemeijerd. Het perceel, vrij van uitgangen, wordt voor de somma van 99 Cg. verkocht.[42]

1809: 21.12.1809; Door het overlijden van de wed. Jan Pauw is 5/24 part van de eigendom in erve no. 2, bestaande uit 46 dm. h. en w. land en 4 dm. Osseland, alles in het Zuideinde van Blankenham gelegen, gedesolveerd op Jantje Pauw, gehuwd met Peter Burggraaf, beide wonende te Amsterdam.[43]

1810: 21.11.1810; Door het overlijden van Jantje Pauw, hv. van Peter Burggraaf te Amsterdam, is het op 21.12.1809 genoemde part in dit erve gedesolveerd op Peter Burggraaf.[44]

1811: Timen Meinen {de Vries}, paysan, geb. dat. 08.11.1767.

1812: Tymen Meinen, 3 Cg.

1812: idem, 6e klasse, 6 francs, 30 centimes.

1814: 06.01.1814; Tijmen Meinen de Vries, 46 jaar, gehuwd, 4 kdn., jagtgeweer, boerderij doende.

- Meine Tijmens de Vries, 18 jaar, ongehuwd, boerenzoon, aamborstig en innocent.

1814: Tymen Meinen, P: H >12jr.1; M >12jr.1.

1815: no. 2: Tiemen M. de Vries, 7 pers.

1816: 07/21.02.1816; insate en verkoop van het boerenerve no. 3 [lees 2] genaamd Jochem van Ingenserve, bestaande uit huis, schuur en 52 dm. h. en w. land door Gerbrand Hasselman, Hendrik Pauw, Jan Boes, Steeven Bouman, Arend Barneveld, Adriaan Stuurman, en Harm Hollander en Dirk Bos als voogden over de kinderen van Jan Jacobs Schreur en Jantje Luiten Visscher; allen wonende te Blokzijl. Het erve wordt gekocht door Harm Klazen van der Linde voor 7130.10 Cg. Het erve is in gebruik bij Timen Meinen en is bezwaard met een jaarlijkse uitgang van ¼ ton boter aan Hr. Baron R.W. van Middagten te Vollenhove.[45]

1816-1817: idem; Gest.vee: Vz.1; Pi1; S2; Aanw.: Mk.14; P1; Gr. erf: 51dm.; hrd.

1818: 04.03.1818; Jan Wouters Oosten, Jan Loos en Adriaan Stuurman als voogden over Jacobje Bakker verkopen 3 dm. weiland te Blankenham, gebruiker Klaas Th.van Dijk, belend ten O. Jan Loos, ten W. Jan Woud, ten Z. Teunis Ziel en ten N. het erve dat wordt bemeijerd door Jan Woud; het perceel is belast met een jaarlijkse uitgang van fl. 2,35 aan de Geestelijkheid van de stad Vollenhove. Het perceel wordt door Stuurman c.s. gekocht voor fl. 524,- [het betreft perceel D 338]. Twee andere percelen worden ook te koop aangeboden, maar worden niet verkocht [Bestemoers]; het betreft 2½ dm. van de Beek tot aan de Dwarssloot, belend ten O. Alb. Pees, ten W. Harm.de Lange, ten Z. Alb.E. Vries en ten N. het 2e perceel.

2) 2½ dm. land tot aan Klaas Klinkert belend ten Z. het vorige perceel, ten O. Alb. Pees, ten W. Harm.de Lange en ten Z.[?] Alb.E. Vries. Deze twee percelen samen zijn belast met een jaarlijkse uitgang van fl. 3,25 aan de Stad of Grootburger Weezen van Kampen.[46]

1818: no. 2: Harm v.d. Linde, R<2jr.11; >2jr.21; P>3jr.2; S6.

1819: no. 2: H. v.d. Linde, R<2jr.15; >2jr.21; P<3jr.2; >3jr.2; S6.

1822: no. 2: Harm v.d. Linde, R<2jr.35; >2jr.36; P<3jr.1; >3jr.3; S6; W3.

1825: idem, schade aan verdr.vee fl. 54,-.

1827: 22.01.1827; Inventaris van de goederen van de overleden Harmen Klazen van der Linde en hv. Grietje Harmens Sievering: huis en erve te Blankenham op no. 2, gr. 49 b. met twee hoogtens of huissteden, waarde fl. 15500,-.

- Vrouw ter Stalserve, bestaande in twee door 'den ontramponeerden schuren of delen van dien bekend no. 8 en no. 14, gr. 13 3/4 b. h. en w. land.[47]

1832: Huis en erve; de erfgen. van Harmen Klazen van der Linde.

1840: no. 1; Jan van der Linde, geb. Ambt-Vollenhove, 30 jr., veehouder. en

hv. Helena de Boer, geb. Kuinre, 24 jr.; 8 pers.

1845: 14.05.1845; Scheiding van de nalatenschap van de overleden Harm Klazen van der Linde en hv. Grietje Harmens Sievering:

- huis en erve te Blankenham op no. 2, waarde fl. 15.000,- valt toe aan Jan van der Linde.

- het erve op D 472, waarde fl. 10.000,- valt toe aan Harm van der Linde. De totale nalatenschap heeft een waarde van fl. 48.895,-.[48]

1846: 04.06.1846; de erfgenamen Van Dedem kondigen de verkoop aan van de boteruitgang gaande uit het erve bij Splijterzijl te Blankenham. Bij de inzate op 04.06.1846 wordt dit perceel niet genoemd; wel diverse percelen te Ambt-Vollenhove.[49]

1852: .02.1852; Teunis Ziel verkoopt het erve [Rutger Wolters] in losse percelen; o.a. de volgende percelen worden verkocht:

1) het huis, D 491, gr. 0.21.80 ha.

2a) Weide achter het Huis, D 271.

2b) Rietland, D 270.

3) De Twee achter de Weide, D 276.

6) De Achterste Twee, D 293.[50]

1856: 08.01.1856; Jacob ter Heide verkoopt De Hooizes, D 410-411 voor fl. 1200,- aan Jan van der Linde.[51]

1867: 12.09.1867; Scheiding van de nalatenschap van de overleden Jan Harms van der Linde en zijn hv. Helena Tortels de Boer; het erve bestaat op dat moment uit de erven Jochem van Ingen op no. 2 en 4 en delen van de erven Jan Cleisen op no. 3 en Rutger Wolters op no. 5:

1) Boerenhuizinge, erf en tuin, D 491; waarde fl. 3000,-. [Dit is het huis van het erve Rutger Wolters op no. 5].

2) Een perceel, de Huisstede, D 345; waarde fl. 400,-. [Dit is de plaats waar het huis van het Jochem van Ingenserve op no. 4 heeft gestaan].

3) Een perceel weideland, de Putten, D 272; waarde fl. 800,-.

4) Een perceel weideland, de Weide achter de Putten, D 271; waarde fl. 2200,-.

5) Een perceel weideland, de Twee Mat achter de Weide, D 276; waarde fl. 1600,-.

6) Een perceel weideland, de Zeven Verrel, D 275; waarde fl. 1750,-.

7) Een perceel groenland, de Twee Mat achter Roelof Sjoerds, D 297; waarde fl. 1650,-.

8) Een perceel hooiland, de Vier Mat, D 293; waarde fl. 2200,-.

9) Een perceel rietland, een deel van D 352; waarde fl. 250,-.

10) Een perceel rietland, een deel van D 352; waarde fl. 400,-.

11) Een perceel rietland, een deel van D 353; waarde fl. 150,-.

12) Een perceel weideland, de Vijf Mat bij de Steeg, D 339; waarde fl. 5500,-.

13) Een perceel weideland, Jantje Bottenweide, D 342-343; waarde fl. 2900,-

14) Een perceel groenland, Bakkers Drie, D 338; waarde fl. 1900,-.

15) Een perceel weideland, het Weerdje, D 344 en ten dele D 352; waarde fl. 2000,-.

16) Een perceel weideland, het Weerdje, D 354, 353; waarde fl. 2500,-.

17) Een perceel tuingrond en weideland, de Hof en Smidsweide, D 360-361; waarde fl. 4200,-.

18) Een perceel groenland, de Zeven Verrel van Jan Kok, D 362; waarde fl. 1900,-.

19) Een perceel groenland, de Lange Twee, D 357; waarde fl. 2000,-.

20) Een boerenhuizinge, schuur, zomerwoning en verdere getimmerten, benevens erf en geboomte, D 390; waarde fl. 3700,-.

21) Een perceel weideland, de Weide achter het Huis, D 389; waarde fl. 2250,-.

22) Een perceel weideland, de Weide achter het Huis, D 388; waarde fl. 2650,-.

23) Een perceel groenland, de Weide achter de Scheiden, D 384a; waarde fl. 4600,-.

24) Een perceel groenland, de Noordelijke Vijfdehalf, D 381; waarde fl. 2800,-.

25) Een perceel groenland, de Zuidelijke Vijfdehalf, D 383; waarde fl. 2900,-.

26) Een perceel water, rietland en hagen, D 371-380; waarde fl. 200,-.

27) Een perceel rietland, D 394; waarde fl. 400,-.

28) Een perceel weideland, de Hooge Weide,D 392-393; waarde fl. 5000,-.

29) Een perceel weideland, de Vijf Mat van Gosse, D 407; waarde fl. 4200,-.

30) Een perceel weideland, Molenweide, D 391; waarde fl. 2900,-.

31) Een perceel groenland, de Vier Mat, D 387; waarde fl. 4000,-.

32) Een perceel groenland, de Kleine Drie, D 386; waarde fl. 2300,-.

33) Een perceel groenland, de Breede Vijf, D 385; waarde fl. 4300,-.

34) Een perceel groenland en polderdijk, de Zes Mat van Jacob ter Heide, D 411, 410; waarde fl. 3100,-.

35) Een perceel groenland, de Drie Mat, D 412-413; waarde fl. 2000,-.

36) Een perceel weideland en kolk, de Achtjes, D 398-401; waarde fl. 3450,-.

37) De helft in een perceel uiterdijk, water en strand in Ambt-Vollenhove, A 435, 436, 478;

waarde fl. 650,-. De totale waarde van bovengenoemde percelen bedraagt fl. 88.350,-.[52]

1989: Het huis is enige jaren geleden afgebrand.


[1] HCO, De Vos van Steenwijk 41: 01.03.1598.

[2] idem, Oldhagensdorp 849: 1644.

[3] idem, 1670.

[4] idem, 1684.

[5] idem, DAV 2688: 05.04.1688.

[6] Voll., OA 575.I fol. 14: 1695-1702.

[7] HCO, SA 3978 fol. 47: circa 1700.

[8] HCO, Loos 199: .12.1708.

[9] HCO, SA 3978 fol. 51: 1713-1790.

[10] Voll., OA 575.II fol. 14: 1727-1728.

[11] A.J.Mensema, Inventaris van het archief van het huis Oldhagensdorp te Vollenhove, 1262-1862 (Zwolle 1977) 2 delen; aldaar deel 1, inv.no. 834, blz.150/151: 22.11.1733.

[12] HCO, RA K./B. 2905 fol. 74: 19.06.1736.

[13] idem, SA 3200: 14/15.02.1737.

[14] HCO, RA K./B. 2905 fol. 87: 10.05.1737.

[15] idem, 2898 fol. 60: 11.12.1737.

[16] idem, fol. 77vo.: 26.06.1739.

[17] idem, Oldhagensdorp 849: 1740.

[18] idem, RA K./B. 2898 fol. 113vo.: 24.05.1741.

[19] idem, 2898 fol. 126vo.: 23.11.1741.

[20] idem, 2905 fol. 236: 25.09.1750.

[21] HCO RA K/B 2905, fol. 257: 13.10.1752.

[22] HCO RA K/B 2905, fol. 268: 04.10.1754.

[23] idem, fol. 285: 14.10.1757.

[24] idem, 2898 fol. 400: 05.05.1769.

[25] idem, fol. 453vo: 25.09.1773.

[26] idem, Loos: 15.07.1774 (Charter 6196).

[27] idem, RA K./B. 2898 fol. 460vo.: 06.08.1774.

[28] idem, Loos 57: 08.01.1777.

[29] HCO, Loos 64: 17.07.1782.

[30] idem, 133: 18.04.1788.

[31] idem, RA K./B. 2899 fol. 107: 08.01.1790.

[32] idem, SA 2670: 31.12.1795.

[33] idem, Loos 80: 24.10.1796.

[34] idem, SA 2670: 24.01.1797.

[35] HCO, SA 2670, 03.11.1797.

[36] idem, SA 5714: 08.03.1799.

[37] HCO, Loos 81: 11.07.1805.

[38] idem, 87: 28.01.1807.

[39] HCO, RA K./B. 2911: 21.03.1807.

[40] idem, 2907 fol. 69vo: 18.06.1807.

[41] HCO, Loos 138: 18.03.1808.

[42] HCO, Loos 139: 01.06.1809.

[43] idem, OAY 314: 21.12.1809.

[44] idem, 28.11.1810.

[45] idem, Notarissen 2501 no. 61: 07.02.1816.

[46] HCO, Notarissen 2503 akteno. 282/288: 04.03.1818.

[47] HCO, Notarissen 2512 akteno. 1191: 22.01.1827.

[48] HCO, Notarissen 2534 akteno. 283: 14.05.1845.

[49] idem, 2535 akteno. 331/333: 04.06.1846.

[50] idem, 2541 akteno. 578: .02.1852.

[51] idem, 2545 akteno. 350: 08.01.1856.

[52] HCO, Notarissen, 2561 akteno. 494: 12.09.1867.