Cookieverklaring

Deze site gebruikt cookies om de beste ervaring te garanderen. Door deze website te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik ervan. Lees meer over ons privacybeleid.

Om op deze pagina te zoeken kunt u gebruik maken van de zoekfunctie van uw browser (Ctrl-F)

Naam van de boerderij: Erve Bachman, erve Wesekens vanouds Raesfeltserve

Huisnummer 1807: 34

Huisnummer 1826: 28

Ligging: Noordeinde

Huidig adres: Hammerdijk 20

Kadastrale ligging 1832: B 161>345. In 1832 ligt het erve nog aan de zeedijk. In 1889 wordt het oude, verzakte, erve afgebroken. In 1890 wordt de nieuwe boerderij opgeleverd, meer landinwaarts gelegen, in het kadastrale perceel B 158>376>416>464.

Dijkboek Zeedijk: no. 37 de Valkenweide en de Dilkamp, groot 6½ dm.; no. 39 19½ dm. waarvan 2½ dm. van de kerk van IJsselham; no. 44 8 dm. voor het huis van het erve Raesvelt; no. 47 van de 2e weijde van 6 dm, 1½ Smalleweer en 1/3 van de Breemat [in 1777 bij elkaar 10 dm.]; no. 58 de Peerdekampen, groot 10 dm.; no. 59 van de Rugbol en de Smalle weeren, groot 8 dm.; no. 67 4 dm. Valkenland.

1615: 11.03.1615; Ridderschap en Steden van Overijssel geven aan Berend van Weseken, burgemeester te Deventer en gehuwd met Margaretha Hendriks Hoenraet, een stuk land in den Blanckenham gelegen, gen. Hamse Keele, in erfpacht voor de somma van 14 Gg. p.j. Deze 14 Gg. is te lossen met 300 Gg. Op 01.04.1615 heeft Van Weseken deze erfpacht met 420 Cg. gelost en hierdoor het stuk in eigendom verworven. Waar dit perceel in Blankenham gelegen was, is mij niet bekend; het meest waarschijnlijke acht ik het Noordeinde. Van Weseken had acht erven in Blankenham in geheel of gedeeltelijk eigendom, vermoedelijk gesaeculariseerde kloosterbezittingen, die na de reformatie aan particulieren zijn verkocht. In het Zuideinde bezat hij erve Middelborg op no. 8, het latere diaconieërve Wezekensgoed op no. 10. In het Noordeinde Raesfeltserve/Wesekensgoed/erve Bachman op no. 34, Brands- of Goossenserve/Raesfelts- erve tussen het erve Bachman op no. 34 en Vredenborg op no. 35 en erve Vredenborg op no. 35. In het Rondebroek op no. 46 erve Scheltenhof, no. 47 Prikkenoord en op no. 48 erve Slijkendam.[1]

1646: De ontvanger der ecclesiastique goederen van Kampen ontvangt vanwege het Weeshuis uit Willem Martensgoet een uitgang van 8 Gg. = 11.4 Cg. p.j. Betaler t.m. 05.06.1657 over 1656 met 10.8 Cg. is Jochem Willems.[2]

1657: De uitgang, zie 1646, wordt op 22.05.1668 over 1667 betaald door Jochem Willems.[3]

1662-1703: uit de Valkeweijde/Wesekeslant, [mandelig tussen de erven 34 Bachman/Wesekes en 34a Brands/Wesekes] ontvangt de stad Kampen, als beheerder der ecclesiastique goederen jaarlijks een uitgang van 2.16 Cg. Dit wordt betaald met 2.12 Cg. Als betalers worden vermeld 1662-1668 Jan Willems; 1669 Jan W. c.s.; 1670-1677 J.W.; 1684 Claas Willems, modo Jan Clasen en Simon Gerrits; 1688 over 1687 tot 1694 over 1693 Philip Sybrants en Willem Clasen; 1695 over 1694 tot 1701 over 1702 Arent Willems; 1702 Barteld Jans, Jacob Jans en Jan Otten.[4]

1662-1703: uit Wesekeslant/bachmansgoet [1684] ontvangt de stad Kampen, als beheerder der ecclesiastique goederen jaarlijks op Petri een uitgang van 10.10 Cg. Dit wordt betaald met 9.15 Cg. Als betalers worden vermeld over 1662-1665 Claas Willems; over 1666 op 27.09.1667 C.W. c.s.; over 1667 op 25.09.1668 de erfgen. CW c.s.; 1668-1686 Willem Jochems c.s.; 1686-1690 Willem Clasen en Claas Willems; 1691-1702 Arent Willems [Legeweg] c.s.[5]

1675: no. 25: Wijllem Yochems, 1 vst., 1 pers., 2 db., 500 Cg.

1681: 15.12.1681; rekest van de erfgenamen van Jochem en Klaas Willems aan de Drost van Vollenhove aangaande achterstallige rentebetaling door de kerk van IJsselham op een obligatie uit 1668 met een rentebetaling van « Gg. p.j. Er is nooit betaald en door inundatie van zeewater op het land dat als onderpand dient, vrezen zij problemen. Uitspraak: secr. Langenhert, als rentmeester der kerkelijke goederen van IJsselham, moet het achterstallige bedrag betalen.[6]

1682: no. 16: Wilm Jochems, 1 vst.

1685: 29.01.1685; rekest van Willem Jochems c.s. aan de Drost van Vollenhove aangaande achterstallig onderhoud in de dijk van Hollandersweyde, gr. 15 dm. door Albert Klazen welke voor 1/16 part eigenaar is. Willem Jochems c.s. zijn eigenaar van 15/16 part.[7]

1685: 03.10.1685; rekest van Arend Willems c.s. aan de Drost van Vollenhove aangaande achterstallig onderhoud in de dijk van Hollandersweyde, gr. 15 dm. door Gosse Harms welke voor 1/16 part eigenaar is. Arend Willems c.s. zijn eigenaar van 15/16 part en willen de dijk herstellen en vragen de Drost dat dit geen prejudicie op op G.H. zal betekenen. Hierin wordt geaccordeerd.[8]

1688-1701: De ontvanger der ecclesiastique goederen van Kampen ontvangt vanwege het Weeshuis uit Willem Martensgoet of Hebeltsgoet, nu Bagmansgoet jaarlijks een uitgang van 8 Gg. = 11.4 Cg., dit wordt betaald met 10.8 Cg. Het erf is eigendom van monsieur Bagman te Calcar. Betalers Willem Jochems en Willem Clasen, 1688-1690 Willem Clasen en Claas Willems; 1691-1701 over 1690-1700 meijer Arent Willems.[9]

1694: no. 24: Arend Willems Legeweg gebruikt het erve tot Cleeff, Calcker en Munster aan de erfgen. Baghmans behorende; waarde 1750 Cg./1.15 Cg.

1701: no. 25: Arent Willems, 1.10 Cg.

1707: dbno. 37, 39, 44, 47, 59, 67: De heer Bachman.

58: de erfgen. Brants, Heer Bachman en Claas Roelofs.

1711: erve Raesvelt, meijer Jan Hoegen, restant 87 Cg.

1712: erve Bagman, meijer Jan Hoegen, restant 159 Cg.

erve Raesvelt, dr. ten Oever, restant 105 Cg.

1712: De Koninklijcke Pruijsijsche Raadt en Rigter tot Calcker, de heer Bachman toebehorende het erve in gebruik bij Jan Willems Hoegen, waarde 3000 Cg.

1717: ijan willems hoegen, ondertekenaar rekest betreffende intrekking exportverbod op rundvee.

1723: no. 22: Jan Hoegen, 2 pers.

1725: no. 21: idem 3 pers.

1725: no. 46 sne 14 Utterdijk, 83¾ R.; de heer J.A. Bagman.

1726: 31.01.1726; De schoolmeester van Blankenham ontvangt jaarlijks een uitgang uit dit erve. De betalers, volgens het oude kohier, Jochem Willems en Klaas Willems met ½ Gg.[10]

1733/1737: de wed. Bagmans, 1 vst.

1734: de heer Bagmans erve, 3000 Cg.

1738: de wed. J.D. Bagmans, haar erve getaxeerd op 3000 Cg.

1745: 01.07.1745; Van de wed. Albert Thijssen ontvangt de diaconie de huur van baghmanserve verschenen mei 1745 à 157 Cg.[11]

1746: 09.05.1746; De diaconie heeft op 20.04 van Jan Diederik Bachman, erve Wesekens in het Noordeinde van Blankenham aangekocht, groot 58 à 59 dm., voor de somma van 5818.13 Cg. Het erve is het laatst in gebruik geweest bij de wed. Albert Thijssen en is bezwaard met een uitgang aan de Geestelijkheid en het Weeshuis te Kampen à 21.9 Cg. p.j. en 0.13 Cg.aan de schoolmeester van Blankenham.[12]

1746: 03.06.1746; Barteld Michiels j.m. en Femmigje Hendriks [Woud] j.d. beide in Het Rondebroek wonende, gaan op deze datum te Blankenham in ondertrouw. Vermoedelijk zitten zij tot 01.05.1750 op erve Isselmuiden en vanaf deze datum op dit erve. Barteld Michiels is begin 1754 overleden; zijn weduwe trouwt op 02.02.1755 met Barteld Jans, j.m. van IJsselham aan de Laage Weg onder Ossensiel. Zij bemeijeren het erve tot 01.05.1760.

1747: 03.05.1747; Na het overlijden van hun vader Albert Thijssen krijgen de kinderen Vroukje, Thijs en Claesjen bij het hertrouwen van hun moeder Femme Claesen met Willem Jansen Hoegen o.a. het volgende toebedeeld uit hun vaderlijk erfdeel:

- de ½ van 1 dm. in het Erve Weeskes aangekocht van de Heer Bachman.[13]

1748: no. 32: Gerrit Jacobs en hv. Poije Wijbes;

kdn.>10 jr. Wijbe en Andersje.

1749: 11.10.1749: Pander Kok krijgt van de diaconie opdracht Gerrit Jacobs de huur van dit erve op te zeggen.[14]

1750: 22.04.1750; Geert Jacobs heeft de pachtsom over 1749 betaald à 250 Cg. p.j. Hij is pachter in de jaren 1745-1749.[15]

1750: Gerrit Jacobs, 10e Kl., 2 pers., 4 Cg.

1750: idem, 500 Cg.

1752: no. 32: een arrem Huijs, 1 vst.

1751-1755: In deze jaren wordt het erve door Barteld Michiels gepacht voor 300 Cg. p.j.

1753: no. 46 sne 14 Utterdijk, 'is 't meten niet weerdig', de diaconie.

1755-1759: In deze jaren wordt het erve door Barteld Jans gepacht voor 300 Cg. p.j.

1758: -

1758: dbno. 37, 39, 44, 47, 59, 67: De diaconie.

58: Jan Jacobs c.s.

1760-1762: In deze jaren wordt het erve door Reinder Tijmens [Steenbeek] gepacht voor 326 Cg. p.j.

1763-1769: In deze jaren wordt het erve door Lense Dirks gepacht voor 326 Cg. p.j.

1764: no. 34: Lense Dirks, 4 pers.

1765: no. 34: idem.

1767: no. 33: idem.

1768: no. 46 sne 14 Utterdijk, geheel weg; de diaconie.

1770: 20.05.1770; Gerrit Egberts [Pals] j.m. van Oldetrijne en Hilligjen Roelofs j.d. van Makkinga trouwen op deze datum te Blankenham. Het echtpaar wordt waarschijnlijk per 01.05.1770 pachter van dit erve.

1770-1788: In deze jaren wordt het erve door Gerrit Egberts Pals gepacht; de pachtsom ligt tussen 300-400 Cg. p.j.

1774: 14.07.1774; De diaconie lost vijf uitgangen, waarvan vier gaande uit dit erve, aan het Weeshuis en de Geestelijkheid te Kampen af. Het gaat om de volgende uitgangen:

1) uit Willem Martensgoed jaarlijks een uitgang van 8 Gg. = 11.4 Cg., wordt betaald met 10.8 Cg., op pasen aan het Weeshuis te Kampen.

2) uit erve Bachman jaarlijks op Petri een uitgang van . Gg. = 10.10 Cg., wordt betaald met 9.15 Cg., op pasen aan het Weeshuis/Geestelijkheid te Kampen.

3) uit erve Bachman [?] jaarlijks een uitgang van . Gg.= .... Cg., wordt betaald met 8.11.6 Cg., op pasen aan het Weeshuis/Geestelijkheid te Kampen.

4) uit Geert Roelefsguet in den ham, modo Jantje Peters, modo de diaconie van Blankenham p.j. op pasen een uitgang van 4.4 Cg., wordt betaald met 3.18 Cg. aan het Bovenmemorie, later de Armenkamer; afgelost à 3% met 140 Cg; afkoop door de diaconie op 27.03.1775 [het betreft hier een uitgang uit de Pongeman B 127, 128].

5) uit de Valkenweide jaarlijks een uitgang van . Gg.= 2.16 Cg., wordt betaald met 2.12 Cg., op pasen aan het Weeshuis/Geestelijkheid te Kampen; [het betreft hier een mandelige uitgang, gaande uit de Valkenweide van Brandserve op B 143 en waarschijnlijk B 153 van erve Bachman]. Op 27.03.1775 heeft de diaconie 1203.02.5 Cg. betaald; uitgang no. 4 is à 3%; de andere uitgangen waarschijnlijk ook.[16]

1775: 20.06.1775 en 26.10.1777; De uitgang aan de schoolmeester uit het erve Bachman de diaconie toebehorende, wordt betaald met 0.13 Cg.[17]

1776: Gerrit Egberts [Pals], <60 jr.; mannen >16-60< jr.1; P 1; W 1.

1777: dbno. 37, 39, 44, 47, 59, 67: De diaconie.

58: Jan Jacobs c.s.

1781-1782: Diaconie van Blankenham, verp. 102 Cg.

1785: dbno. 37, 39, 44, 47, 59, 67: De diaconie.

58: de wed. Jan Jacobs Pees, de heer Van der Wijk en de diaconie.

1787-1788: Diaconie van Blankenham, verp. 102 Cg.

1788: 22.07.1788; De pander van Blankenham krijgt van de diaconie de opdracht Gerrit Pals de huur op te zeggen.[18]

1789-1792: In deze jaren wordt het erve door Remmelt Tijmens gepacht voor 511 Cg. p.j.

1792-1808: In deze jaren wordt het erve door Gerrit Pals gepacht; de prijs ligt tussen 500-631 Cg. p.j.

1795: no. 22: Gerrit Egberts [Pals], melkboer, Roelof Gerrits [Pals/Jongschaap], 7 pers.

1798: Gerrit Egberts, 60 jaar.

Egbert Gerrits, 24 jaar.

1800: no. 10; Gerrit Egberts, R>2jr.: 19; <2jr.: 8; opbr. 2.6 Cg.

1803: Vroukje Peters, meid, jaarloon 64 Cg.

1803: Gerrit Egberts, getaxeerd vermogen 5000 Cg.

1804: dbno. 37, 39, 44, 47, 59, 67: De diaconie.

58: de wed. Jan Jacobs Pees, de heer Van der Wijk en de diaconie.

1804-1807: De afkooppenningen voor de dijkplichtigheid worden betaald voor no. 37, 39, 44, 47, 59 en 67 door de diaconie. De wed. Jan Jacobs Pees betaald voor no. 58.

1807: no. 34; De diaconie van Blankenham, een erve bestaande in een huis en 41 dm. land achter het huis tot aan de gracht, 15½ dm. de Ruigbol en daarachter en 4 dm. Valkenland.

1807: 02.01.1807; Taxatierapport door J.H. Donker en Thijs Alberts van de te verwachten pachtopbrengsten van het diaconiebezit:

- Een huis en erve gelegen in Blankenham, zijnde no. 34, huis op 25 Cg.

- 41 dm. achter het huis strekkende tot aan de Gragt op 240 Cg.

-15½ dm. de Ruigbollen en daar achter op 62 Cg.

- 4 dm. Valkenland op 16 Cg.[19]

1807: De diaconie van Blankenham, verponding 321.12.6 Cg. [voor alle boerderijen].

De diaconie van Blankenham en Toon Boon op naam van H.G. Hollander, verponding 5.19 Cg.

1807-1809: het erve op no. 34, eigenaar de diaconie van Blankenham; groot 60 dm., hiervan mag circa 4 dm. worden verveend.

1808: Gerrit Egbers, een karnmolen.

1808: De diaconie van Blankenham, verponding 321.12.8 Cg. [voor alle boerderijen].

1808: 21.10.1808: Gerrit Egberts Pals is overleden; de pacht wordt overgenomen door zijn zoon Egbert Gerrits Pals.

1809-1811: In deze jaren wordt het erve door Egbert Gerrits Pals gepacht voor 620 Cg. p.j.

1809: no. 34: Egbert Gerrets [Pals], 5 pers, geref.

1809: 15.11.1809; De uitgang aan de schoolmeester uit dit erve wordt door de diaconie betaald met de somma van 0.13 Cg.[20]

1811: Egbert Gerrits Pals, paysan, geb. dat. 10.10.1774.

1812: Egbert Gerrits, 3 Cg.

1812: idem, 5e klasse, 10 francs,08 centimes.

1814: 06.01.1814; Egbert Gerrits Pals, 40 jaar, gehuwd, 2 kdn., pistool, boerderij doende.

1814: EGP, P: H 1-2jr.: 1; 3-4jr.: 1; M 3-4jr.: 1.

1815: no. 34: Egbert Pals, 4 pers.

1816-1817: idem; Gest.vee: R4; Vz.3; S1; Aanw.: Mk.13; P3; Gr. erve 60 dm., huurder, redelijk gegoed.

1818: no. 34: idem; R<2jr.12; >2jr.14; P<3jr.1; >3jr.1; S2.

1819: no. 34: idem, R<2jr. 9; >2jr.14; P<3jr.2; >3jr.1; S2.

1822: no. 34: wed. E.P. [G.K. Pit] R<2jr. 11; >2jr. 15; P<3jr.2; >3jr.1; S2; W2.

1825: Sibbe Zijlstra, veeh., eig., verdr, vee: R23; P1; S3; schade verdr. vee fl. 1196,-; schade inb., ger. fl. 350,-; tot.schade: fl. 1526,-; (verg. fl. 1130,-).; oppervl. ov. land 30B.50R.; De diaconie, eig. huis en land; schade fl. 1800,-; (verg. fl. 350,-). Het huis is totaal vernield.

1832: Huis en erve van de Hervormde Diaconie.

1840: no. 28; Wiebe Brandsma, geb. Delfstrahuizen, 51 jr., veehouder;

en hv. L.J. Duursma, geb. Leegduurswold, 49 jr., 7 pers.

1840: 02.07.1840; De diaconie verpacht het erve, thans in gebruik bij Wybe W. Brandsma, gr. 32 b. voor fl. 655,- aan Jan Bartelds Lageweg.[21]

1840: 11.12.1840; de diaconie koopt van H.T. van Dijk 1/3 part in land te Blankenham, kadastraal B 192>261 [de Breemaat], waarvan de diaconie reeds voor 2/3 part eigenaar is.[22]

1843: 18.04.1843; De erven Jan de Lange verkopen o.a.: een thins of uitgang t.n.v. H. Beld en de diaconie gaande uit Elsingelsgoed à fl. 5,36 p.j. Teunis Pals koopt deze uitgang namens de diaconie voor de somma van fl. 70,-.[23]

1845: 03.07.1845; De diaconie verpacht het erve, thans in gebruik bij Jan Bartelds Lageweg, gr. 32 b. voor fl. 691,- aan Jan Teunis Pals.[24]

1866: 02/16.02.1866; de diaconie koopt in veiling uit de nalatenschap van Jenne R. Oosting, een stuk hooiland gelegen in de Buitenpolder achter Kuinre, kadastraal A 21 voor fl. 4262,- ['t Dompestuk].[25]

1866: 20.04.1866; De diaconie verpacht het erve aan Jan Pals voor fl. 1700,- p.j.; het kad.no. B 161 is nog niet gewijzigd.[26]

1881: 01.06.1881; De diaconie verpacht het erve in gebruik bij Jan Pals aan deze voor fl. 2567,- p.j.[27]

1884: 02.09.1884; De diaconie verpacht het erve aan ........ voor fl. ...... p.j.; het kad.no. B 161 is nog niet gewijzigd.[28]

1889: 05.06.1889; Overleg in de kerkenraad aangaande herstel of nieuwbouw, door voortdurende verzakking, van de boerenplaats in gebruik bij Wallinga. Op 02.09.1889 wordt er besloten tot afbraak en nieuwbouw op een plaats verder verwijderd van de zeedijk. Aannemer M.T. Bosma is de laagste inschrijver en op advies van architect A. van de Linde wordt hem het werk gegund voor fl. 5258,-. Bosma krijgt op 04.11.1890 fl. 5358,- en fl. 376,50 uitbetaald. Er zijn nog meerdere kosten gemaakt door diverse personen, o.a. aanleg weg etc.[29]

1905: Legger van de diaconiegoederen; onder erve no. 2 [Bachman] o.a. de volgende met name genoemde kadastrale percelen:

B 146, 150, 152 De Valkenweide.

B 181, 182>418 De Oostweide.

B 261, 262 De Breemaat.

B 208, 209>437 De Ruigbol.

B 200, 202 Pinkenland.

C 6, 7, 8 Paardenkamp.

C 46, 47 Valkenvier.

In totaal groot 33.13.30 ha.

In deze jaren liggen de pachtprijzen als volgt:

1910: fl. 2400,- p.j. voor zes jaar.

1916: fl. 2727,- p.j. voor zes jaar.[30]

1931-1946: het erve bestond in deze jaren uit de volgende met name genoemde percelen in de polder Noordeinde:

B 416, 149, 151, 225, 226, 378, huis en erve, 12.65.80 ha.

B 146, 150, 152, 153, de Valkenweide, 6.49.30 ha.

B 200, 202, wei-en hooiland [Pinkenland], 2.27.90 ha.

B 208, 209, hooiland, de Ruigbol, 1.72.90 ha.

[bij verhuur in 1932 bij dit erve, in 1936 niet]

B 223, 224, wei-en hooiland, afkomstig van Pen, 0.49.20 ha.

B 261, 262, hooiland, Breemaat, 2.13.10 ha.

B 425, weiland, de Achterste Valkenweide, 1.45.10 ha.

in de Noorderpolder:

C 7, 8, wei-en hooiland, de Paardekamp, 1.67.00 ha.

in de Buitenpolder achter Kuinre:

A 21, hooiland, Het Dompestuk, 3.93.50 ha.

in totaal groot 31.11.00 ha. [32.83.80 ha.]

In 1928 wordt de pachtprijs voor de nieuwe pachttermijn getaxeerd op fl. 4105,-.

In deze jaren liggen de pachtprijzen als volgt:

1932: fl. 3457,- p.j. voor zes jaar.

1936: fl. 2660,- p.j. voor drie jaar.

1940: fl. ....,- p.j. voor zes jaar.

1946: fl. ....,- p.j. voor zes jaar.[31]


[1] HCO, SA 7 fol. 86: 11.03.1615.

- idem, SA 2928 fol. 6vo./7, rekening 1615/1616: 01.04.1615.

[2] GAK, OA 1881: 1646-1657.

[3] idem, OA 1882: 1657-1660.

[4] idem, OA 1883 fol. [tussen 17 en 18] no. 21: 1662-1669.

- OA 1884 no. 21: 1670-1688.

- OA 1885 no. 21: 1684-1689.

- OA 1886 no. 21: 1684-1703.

[5] idem, OA 1883 fol. 17vo.no. 58: 1662-1669.

- OA 1884 no. 58: 1670-1688.

- OA 1885 no. 58: 1684-1689.

- OA 1886 no. 58: 1684-1703.

[6] HCO, DAV 2688: 15.12.1681.

[7] idem, 29.01.1685.

[8] idem, DAV 2689: 03.10.1685.

[9] GAK, OA 1887 no. 19: 1688-1701.

[10] HCO, HGB 1: 31.01.1726.

[11] idem, HGB 205 rekening 1745/1746: 01.07.1745.

[12] idem, RA K./B. 2898 fol. 164: 09.05.1746.

[13] HCO, RA K/B 2905 fol. 220-221: 03.05.1747.

[14] idem, HGB 206: 11.10.1749.

[15] idem, HGB 206: 22.04.1750. De verdere ontvangsten van de pachtprijzen van dit erve zijn niet opgenomen in deze bronnenvermelding maar zijn te vinden in de rekeningen van ontvangsten van de diaconie over de desbetreffende jaren.

[16] GAK, A 704 fol. 194: 1754-1775.

- HCO, HGB 207 uitgaven 1775/1776: 27.03.1775.

[17] HCO, HGB 1: 20.06.1775 en 26.10.1777.

[18] HCO, HGB 208: 22.07.1788.

[19] idem, HGB 195: 02.01.1807.

[20] idem, HGB 1: 15.11.1809.

[21] HCO, Notarissen 2529 akteno. 72: 02.07.1840.

[22] HCO, HGB 105 fol. 62: 11.12.1840.

[23] idem, Notarissen 4185 akteno. 1775/1777: 18.04.1843.

[24] idem, 2534 akteno. 286: 03.07.1845.

[25] idem, HGB 135: 02/16.02.1866.

[26] idem, Notarissen 2560 akteno. 356: 20.04.1866.

[27] idem, 2578 akteno. 172: 01.06.1881.

[28] idem, 2581 akteno. 480: 02.09.1884.

[29] idem, HGB 2: 05.06/02.09.1889.

- idem, HGB 212 rekening van uitgaven 1890-1891: 04.11.1890.

[30] HCO, HGB 105 fol. 3: 1905.

[31] HCO, HGB 195: 20e eeuw.