Om op deze pagina te zoeken kunt u gebruik maken van de zoekfunctie van uw browser (Ctrl-F)

Naam van de boerderij: Coop Wittenzate

Huisnummer 1807: 32

Huisnummer 1826: 26

Ligging: Noordeinde

Kadastrale ligging 1832: C 84>472

Dijkboek Zeedijk: no. 49 Pellenlandt, gr. 8 dm.; no. 53 Salleweer, 3 dm. [vermoedelijk verschrijving van Smalleweer]; no. 60 Dirck Jacobscamp, gr. 5 dm.; no. 70 22 dm.; no. 71 oyersen Trienties en de weydeland, gr. 13 dm.; no. 74 Tomas Tomas Konincksgoet en Br. Ten Berch, 8 dm.; no. 76 Tyde Cuyperslandt, gr. 22 dm.; no. 81 16 dm.waaronder 3 dm.Peter Arends Copen.

Het oude erve is tussen 1880 en 1926 afgebroken.

1597: De voormalige Onze Lieve Vrouwenmemorie te Kampen ontvangt p.j. uit Coop Wytten saet in den Blanckenham 7.2 Cg.[1]

1604: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Buitenmemorie ontvangt uit Coop Witten saete in den Blanckenham, nu van Evert Hermans p.j. een uitgang van VIII £.[2]

1607: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Buitenmemorie ontvangt uit Coop Witten saete in den Blanckenham, van Evert Hermans, nu Guert Hermans p.j. een uitgang van 8 £.[3]

1639: 14.11.1639; Hidde van Voorst ten Hagen, kerkmeester van IJsselham, leent van Jan Gerris Simons en Joan Willems te Blankenham 200 Gg. voor reparatie van de IJsselhammer kerk. Als onderpand dient 2 dm. land in Capitserve, eigendom van de kerk van IJsselham.[4]

1646: De ontvanger der ecclesiastique goederen van Kampen ontvangt vanwege het Weeshuis jaarlijks op Allerheiligen uit Coop Wittensaat, een uitgang van 4 Gg. = 5.12 Cg., wordt betaald met 5.4 Cg. Betaler Evert Harms, nu Jan Willems; betaald in 1657 t.m.1656.[5]

1657: De uitgang, zie 1646, wordt nu betaald door Claas Willems Veltpaap, nu Michiel Jansen; betaald 22.05.1668 over het jaar 1667.[6]

1666/1667: De kerk te IJsselham ontvangt jaarlijks een uitgang van Evert Hermen Gerris erfgen. , nu Meine Jansen Bloemen uit haar goed in den Blanckenham, 6½ Gg.; in 1696 zijn de betalers Jacob Meinen, Jan Jacobs, Peter Willems Kempen.[7]

1675: no. 29: Yacob Meinen, 1 vst., 2 pers., 1 db., 750 Cg.

1680: 13.07.1680; Rekest van de wed. [Reinder van?] Dompselaar aan de Drost van Vollenhove. Jacob Meinen is momber over de minderjarige dr. van de ovl. Bene Roelofs; haar ovl. man heeft in het verleden als curator 148.15 Cg. voorgeschoten. Zij wil dit geld nu van Jacob Meinen terug hebben.[8]

1682: Jan [lees Jacob] Meinen, 1 vst.

1683: 20.12.1683; Rekest van Peter Hendriks en Jacob Meinen c.s. aan de Drost van Vollenhove aangaande de vordering die zij hebben op de schout van Kuinre vanwege de aanbesteding van 5 roe zeedijk.[9]

1688-1703: De ontvanger der ecclesiastique goederen van Kampen ontvangt vanwege het Weeshuis jaarlijks op Allerheiligen uit Coop Wittensaat, zijnde een hele sate, jaarlijks een uitgang van 4 Gg. = 5.12 Cg. Dit wordt betaald met 5.4 Cg. Betalers Meine Jansen, nu Jacob Jacobs c.s.; van 1688-1693 JJ; van 1694 t.m. 1702 Jacob Meinen.[10]

1688-1703: De ontvanger der ecclesiastique goederen van Kampen ontvangt vanwege het Bovenmemorie van de Armenkamer uit Albert Tydengoet jaarlijks een uitgang van 5.12 Cg. Dit wordt betaald met 5.4 Cg. Betalers de wed. Jacob Jacobsen of Geert Clasen, nu Tyde Jans, modo Jacob Meinen c.s.; 1688 Jacob Meinen c.s.; 1689-1690 Jan Jacobs c.s.; 1691-1703 Jacob Meinen c.s.[11]

1688: Op de akte van schuldbekentenis uit 1639 is een aantekening van rentebetaling aan Jan Jacobs en Jacob Meinen.[12]

1694: no. 28: Jacob Meinen gebr. land in de provincie beh.; 500 /1.15 Cg.

1696: De uitgang aan de kerk van IJsselham moet nu aan de kerk van Giethoorn worden betaald. In het oude kohier zijn de betalers Evert Hermen Gerris erfgen. , nu Meine Jansen Bloemen uit haar goed in den Blanckenham met 6½ Gg.; in 1696 wordt de uitgang betaald door Jacob Meinen, Jan Jacobs en Peter Willems Kempen.[13]

1701: no. 29: Jacob Meinen, 1.10 Cg.

1707: dbno. 49: Gerrit Esens.

53: Elsien Gerrits Kortrijck.

60: Gerrit Hendriks Visser.

70: Jacob Meinen, de erfgen. Jan Jacobs en Jantien Willems.

71: Jacob Meinen c.s.

74: Tomas Tomas Koninck en Br. Ten Berch.

76: Jacob Meinen c.s. en de erfgen. Jan Jacobs.

81: de erfgen. Boumeester en Teunis Hendriks Philips.

1709: Het erve is vermoedelijk vanaf dit jaar mede in gebruik bij Jan Jansen ten Napel en hv. Grietje Harms Broer. De oom van Grietje, Jacob Meinen Bloemen, een broer van haar moeder Femmigje Meinen Bloemen, en zijn echtgenote Aaltje Jans, zijn waarschijnlijk in een huisje bij het erve blijven wonen. Jacob Meinen is tussen 02.11.1715-29.01.1718 overleden; zijn weduwe Aaltje Jans huwt op 14.01.1720 te Blankenham met Peter Bartelds, wed. van Aaltje Peters, van Kuinderdijk.

1712: Jan Jansen ten Napel, 1000 Cg.

1712: 13.03.1712; Harm Harms Broer, j.m. van Blankenham en Geertje Coops van der Woert, j.d. van den Duin, trouwen op deze datum te Blokzijl. Het echtpaar wordt op 06.10.1716 te Blankenham als lidmaat ingeschreven met attestatie van Blokzijl. Waarschijnlijk zijn ze dus per 01.05.1716 op dit erve gekomen.

1713: 02.10.1713; Jan ten Napel huwt in deze maand, na het overlijden van Grietje Harms Broer, Hilletje Pauwels Blijdenstein. Het echtpaar is waarschijnlijk per 30.04.1716 naar Ambt-Vollenhove vertrokken.

1717: Harmen Hermens broer, ondertekenaar rekest betreffende intrekking exportverbod op rundvee.

1723: no. 26: Harmen Harmens Bruer, 4 pers.

1725: no. 25: idem.

1725: no. 48 sne 1 Utterdijk, 364 3/4 Roe; Jacob Meinen c.s.

no. 50 sne 10 Utterdijk, 180 Roe; Jacob Jans en Jacob Meinen.

1725: 02.11.1725; Na het overlijden van hun moeder Geertje Coops van der Woert krijgen de kinderen Femmigje en Coop bij het hertrouwen van hun vader Harmen Harmens Broer met Lysabeth Jacobs Pees o.a. het volgende toebedeeld uit hun moederlijk erfdeel: ¼ van 1/3 van sestien dagmaten Jacob Isebrand, alias bassenland en 1/3 van 1/3 van dito en 1/3 dito.[14]

1725: .11.1725; Harm Harms Broer, wed. en Lysabet Jacobs, j.d. , beide alhier gaan op deze datum te Blankenham in ondertrouw.

1726: 31.01.1726; De schoolmeester van Blankenham ontvangt jaarlijks een uitgang van 3 Ph.G. uit Paaslo. In het oude kohier wordt geen betaler vermeld. Waarschijnlijk is de uitgang in 1775/1777/1809 opgesplitst over de erven Klaverswerf, Coop Witten en de Kromme Sloot. Vermoedelijk was de uitgang gevestigd op land van de familie Broer te Paaslo en is het land door vererving verdeeld en zodoende op deze drie erven terecht gekomen.[15]

1729: 07.03.1729; Bij de boedelscheiding na het overlijden van Harm Harms Broer krijgen de kinderen Coop en Femmigje o.a. het navolgende toebedeeld, alles in Blankenham gelegen:

- ¼ van de ½ van een weijtien in de eerste beurt.

- ¼ van de ½ van 1/3 van ¬ van't agterweijtien.

- 1/3 van 1/8 in jannen weitien.

- 1/3 van 1/8 van de gieterse weijde.

- 1/3 van ¼ van een weijtien bij Hendriks hus.

- 1/3 van ¼ van de 5 dm. bij Hendriks Kooij.

- 1/3 van 4½ dm.in de breekamp.

- ¼ van 4 dm. op de gragt int Mulders land.

- ¼ van 5 dm. Hoeff.

- ¼ van ¼ in't Mulders erff.

- ¼ van ¾ in't voorste erff.

- 1/3 van 1/16 Haaken land.

- t aanpart in Hendrik Luijtens erve.

-1/3 van ½ van 5 dm. koster.

- 1/3 van 1/8 van everts land.

- ¼ van ¾ in't erve in't Noordeinde van den Ham bij Lijsbeth Jacobs bewoondt.

- 1/3 van ¼ van't selfde.

- ¼ van 3« dm. graftcamp in Isselham geleegen, mandelig met Jan Janssen Sijm.[16]

1732: 22.03.1732; De geldlening uit 1639 is op deze datum afgelost aan Jan Jacobs Peest en Meine Herms c.s.[17]

1733: 09.05.1733; De voogden van Coop Harms Broer betalen aan Jacob Jansen 2 jaren uitgang t.g.v. de kerk van Noordwolde à 3 Cg. Het betreft hier vermoedelijk een perceel dat onder het erve 12/13 of 32 valt en mandelig is met de familie Pees.[18]

1733/1737: Het huis uit 1682 is afgebroken of weggespoeld; blijkbaar is er een nieuw huis naast gebouwd. Meine Herms [Broer] c.s., 1 vst.

1734: de wed. H.H. Broer [Lysabeth Jacobs Pees], 500 Cg.

1737: 19.10.1737; Koop Harms Broer j.m. en Femmigje Jans ten Napel j.d. , beide alhier, trouwen op deze datum te Blankenham.

1738: Lysabet Jacobs, 500 Cg.

1747: 03.05.1747; Na het overlijden van hun vader Albert Thijssen krijgen de kinderen Vroukje, Thijs en Claesjen bij het hertrouwen van hun moeder Femme Claesen met Willem Jansen Hoegen o.a. het volgende toebedeeld uit hun vaderlijk erfdeel:

- de ½ van Evers Land mandelig met Coop Harms.

- de ½ van 2½ dm.Costers Land.

- de ½ van 1½ dm. Oijers Land.[19]

1748: no. 29: Koop Harms Broer en hv. Fummegien Jans ten Napel;

kdn.<10 jr.Grietien; md. Margien Dirks, kg. Klaes Willems en Meintjen Peters.

1750: Coop Herms Broer, 11e Kl., 3 pers., 3 Cg.

1750: idem, 1000 Cg.

1752: no. 29: Koop Harmens Broer, 1 vst.

1752: De uitgang aan de kerk van Giethoorn uit Evert Harms en Geerts erfgen., nu Meine Jans Bloemen wordt in 1752 door Coop Broer betaald met 9.2 Cg. = 6½ Gg.; in 1759 Wolter Hendriks c.s.[20]

1753: no. 48 sne 1 Utterdijk, 188¾ Roe; Coop Herms en erfg. Jacob Jans.

no. 50 sne 10 Utterdijk, 96 Roe; erfg.Jacob Jans/Jacob Meinen.

1758: Coop Harms Broer, 3150 Cg.

1758: Waarschijnlijk zijn Koop Harms Broer en hv. Femme Jans ten Napel per 01.05.1758 verhuisd naar het Klaverswerferve in het Zuideinde. Hun tante Aafje Harms Broer is overleden tussen 16.05.1757-09.01.1758. Wouter Hendriks Koolhof en Anna Jansen ten Napel worden op 25.09.1756 te Blankenham als lidmaat ingeschreven met attestatie van Blokzijl. Hoogstwaarschijnlijk hebben zij tot 01.05.1758 op erve Klaverswerf gezeten en daarna op dit erve.

1758: dbno. 49: Lysabeth Jacobs [Pees].

53: Hendrik Gerrits Moolenaar van de Cuynre c.s.

60: Mr. Jan Wagter.

70: Jan Jacobs [Pees] en Coop Harms [Broer].

71, 81: Coop Harms c.s.

74: Lysabeth Jacobs c.s.

1764: no. 29: Wouter Hendriks [Koolhof], 4 pers.

1765: no. 31: idem 3 pers.

1767: no. 30: idem, 4 pers.

1768: no. 48 sne 1 Utterdijk, geheel weg; Coop Herms en erfg. J. Pees.

no. 50 sne 10 Utterdijk, 40 Roe; erfg. Jacob Jans/Jacob Meinen .

1775: 20.06.1775 en 26.10.1777; De uitgang aan de schoolmeester uit dit erve wordt nu betaald door Wouter Hendriks met 2.8.8 Cg.[21]

1776: Wouter Hendriks, >60 jr.; mannen >16-60< jr. 1; P 2; W 1.

1776: 26.04.1776; Wouter Hendriks Koolhof is op deze datum te Blankenham overleden. Zijn wed. Anna Jans ten Napel is in 1779 overleden, want op 05.01.1780 wordt door haar zuster Femme 1.10 Cg. betaald aan de diaconie vanwege het gebruik van het doodlaken.

1777: dbno. 49, 74: Lysabeth Jacobs [Pees].

53: Hendrik Gerrits Molenaar.

60: Jan Wagter.

70: Jan Jacobs c.s.

71: wed. Wouter Hendriks c.s.

81: wed. Coop Harms c.s.

1777-1806: Het Grootburgerweeshuis te Kampen ontvangt p.j. op Pasen een uitgang van 5.4 Cg. gaande uit Coop Witten, nu Meine Jans Soete, modo Wouter Hendriks, modo Coop Herms, modo Andries Lucas.[22]

1781/1782: de erfgen. Wouter Hendriks, verp. 89 Cg.

1785: dbno. 49, 60: Jannis Wagter.

53: Anne Ruardy c.s.

70, 71: de wed. Coop Harms en de wed. Jan Jacobs Pees c.s.

74: Jannes Wagter en Remeshuizen [de Heer v. Rhemershuizen].

81: de wed. Coop Harms c.s.; Harm Beld en Jacobje Willems van de drie dm.

1787/1788: de erfgen. Wouter Hendriks, verp. 89 Cg.

1787: 23.09.1787; Andries Lucas [Mulder] j.m. alhier wonende en Antje Annen Ruardy, j.d. alhier, trouwen op deze datum te Blankenham. Andries Lucas wordt op 23.04.1780 te Blankenham als lidmaat bevestigd. Waarschijnlijk is hij tegelijkertijd met zijn ouders Lucas Jans en Jantje Jans te Blankenham gekomen. Deze worden op 12.12.1779 te Blankenham ingeschreven met attestatie van Scherpenzeel. Wie op dit erve heeft gemeijerd in de periode 1779-1787 is niet duidelijk; mogelijkerwijze Anne Regnerus Ruardy, gehuwd met Grietje Koops Broer.

1792: 02.03.1792; Ruiling tussen Thijs Alberts en de erfgen. van de wed. Coop Harms Broer op 30.01. Alberts staat 1/9 part af van het erve, gr. 29 dm. en bezwaard met ca. 50 Cg. p.j aan uitgangen door hem gebruikt en ontvangt twee veersen en een pinkenweijde in 6 dm. hooijersland waarop Alberts tevens nog 25 Cg. zal bijbetalen.[23]

1794: 29.05.1794; Door testamentaire beschikking heeft Anne Ruardy o.a. het navolgende perceel van zijn schoonmoeder geërfd: - 1/8 van 41½ dm. van het erve in het Noordeinde, meijer Andries Lucas.[24]

1794: De Armenkamer te Kampen, opvolger van het Boven-, Buiten- en Kunerenmemorie ontvangt uit een land in den Blankenham jaarlijks van Andries Lukas een uitgang van 6.10 Cg.[25]

1795: no. 24: Anders Lucas [Mulder], melkboer, A.L., 6 pers.

1798: Anders Lucas, 42 jaar.

1800: no. 32: Andries Lucas, R>2jr.: 16; <2jr.: 8; opbr. 2 Cg.

1802-1843: De uitgang aan de kerk van Giethoorn uit Evert Harms en Geerts erfgen., nu Meine Jans Bloemen, wordt in 1802 betaald door Joh. Wagter c.s. met 9.2 Cg. = 6½ Gg. Van 1822-1843 is Geert Koopstra de betaler met fl. 9,10. De uitgang wordt in 1843 afgekocht.[26]

1803: geen dienstpersoneel.

1803: Andries Lucas, getaxeerd vermogen 1200 Cg.

1804: dbno. 49, 60: Jannis Wagter.

53: Anne Ruardy c.s.

70: Jannis Wagter en de wed. Jan Jacobs Pees.

71, 74, 81: Jannis Wagter c.s.

1804-1807: De afkooppenningen voor de dijkplichtigheid worden betaald voor no. 49, 60, 70, 71, 74, 81 door Joh. Wagter; Anne Ruardy betaald de afkooppenningen voor no. 53.

1806: 25.04.1806; Harmen Annen en hv. verkopen aan Joh. Wagter en hv. Geertje Coops Broer 1/12 part van het erve in gebruik bij Andries Lucas voor 600 Cg. Het erve bestaande uit woonhuis, de hooiberg staande tussen J.H. Donker en T.H. Boon en land ten N. en Z. van Joh.Donker. De overige parten behoren Joh. Wagter c.s.[27]

1807: no. 32: Andries Lucas c.s.; een erve bestaande in een huis en 30 dm. h. en w. land achter het huis, 18½ dm. benoorden de kolk en het huis van Harm Beld op no. 28 en 3¾ dm. bezuiden het huis en erve op no. 29 en voorts nog wat hooi- en rietland buitendijks.

1807: Andries Lucas, verponding 83.12.8 Cg.

1807-1809: een erve groot, 52 dagmat; eigenaar Joh. Wagter c.s. Met een kadijk omgeven 52 dm., hiervan mag 4½ dm.worden verveend.

1807-1823: zie 1777-1806; nu Andries Lucas, nu J. Wagter, nu J. Bergsma, modo Geert Koopstra te Kuinre, nu vervallen. In 1827 heeft Wybe R. Brandsma deze uitgang van het Grootburgerwees gekocht.[28]

1808: Anders Lucas, een karnmolen.

1808: Andries Lucas, verponding 83.12.8 Cg.

1808: 24.09.1808; Door het overlijden van Andries Lucas is zijn 1/12 part in de eigendom van erve no. 13 bestaande in huis en 24 dm. land en tussen no. 18 en 19 enig rietland alsmede 1/12 part in de eigendom van erve no. 32 bestaande in huis en 30 dm. land achter het huis, 18½ dm. land benoorden de kolk van Harm Beld op no. 28, 3¾ dm. land bezuiden het huis en erve op no. 29, en enig hooi- en rietland buitendijks, gedesolveerd op zijn kinderen Lucas, Anne en Grietjen Andries, ieder voor 1/24 part.[29]

1809: no. 32: wed. Anders Lucas [Mulder, Antjen Annen Ruardy], 3 pers., geref.

1809: 15.11.1809; De uitgang aan de schoolmeester uit dit erve wordt nu betaald door de wed. Andries Lucas met 2.08.8 Cg.[30]

1810: 28.10.1810; Jacob Hendriks [Barsma] j.m. van Oldeberkoop en alhier wonende en Femmigje Joh. Wagter, j.d. alhier, trouwen op deze datum te Blankenham. Jacob Hendriks wordt op 14.03.1809 als lidmaat te Blankenham bevestigd. Dit echtpaar blijft van 01.05.1811-01.05.1820 op dit erve.

1810: 31.12.1810; Het Heilige Geest Gasthuis te Kampen ontvangt van Mr. Jan Wagter jaarlijks een uitgang van 5.17 Cg.[31]

1811: 30.01.1811; Joh. Wagter, Anne Ruardy en de wed. Andries Lucas kondigen aan dat op deze datum t.h.v. de pander Volken Jans het erve op no. 32, bestaande uit huis, hooiberg, werf en 47 dm. h. en w. land verhuurd zal worden. Het erve is thans in gebruik bij de wed. Andries Lucas. Tevens zal 4½ dm. alderbest vheen- en turfland achter voorn. percelen verhuurd worden.[32]

1811: Jakob Hendriks {Bersma}, paysan, geb. dat. 28.08.1781.

1812: 20.02.1812; uit Elsingsgoed ontvangt de stad Kampen p.j. op Martini een uitgang van 14.6 Cg. t.l.v. Harmen Beld c.s.

- idem; uit Hermen Ripperda's goed ontvangt de stad Kampen p.j. op Pasen een uitgang van 6.10 Cg. t.l.v. wed. Willem Hoegen [Femmigje Clasen].[33]

1812: Jacob Bersma, 3 Cg.

1812: idem, 6e klasse, 6 francs, 30 centimes.

1814: 06.01.1814; Jacob Hendriks Bersma, 32 jaar, gehuwd, 1 knd., jagtgeweer, boerderij doende.

1814: Jacob Hend. Bersma, P: H 9-12jr.: 1; M >12jr.: 1.

1815: no. 32: Jacob Bersma, 3 pers.

1816/1817: idem; Gest.vee: R2; S2; Aanw.: Mk.10; P3; Gr. erve 47 dm.; hrd.

1817: 11/18.12.1817; De stad Kampen verkoopt de uitgang uit Elsingensgoederen t.n.v. Harm Beld en betalers H. Beld fl. 4,36, Joh. Wagter fl. 5,58 en Pelle Willems fl. 4,36, totaal fl. 14,30 p.j. aan Jan de Lange op 't Zand bij Vollenhove voor fl. 225,55.

- idem; De stad Kampen verkoopt de uitgang uit Harmen Ripperda's Goed t.l.v. Jan Hartmans Donker en Toon Boon, gr. fl. 6,50 p.j. ieder voor de helft, aan J.H. Donker voor fl. 107,-.[34]

1818: no. 32: Jacob Bersma; R<2jr.: 10; >2jr.: 10; P<3jr.: 1; >3jr.: 1; S2.

1819: no. 32: idem, R<2jr.: 11; >2jr.: 12; P<3jr.: 2; >3jr.: 1; S2.

1819: 30.10.1819; Akte van scheiding tussen Sijtje Wagter, hv. van Sake Klazen van Veen, Marrigje Wagter, hv. van Roelof Kok, Grietjen Wagter, hv. van Geert Alberts Koopstra, Femmigje Wagter, hv. van Jacob Barsma, Jan Wagter, Geesjen Wagter en Koopjen Wagter als kinderen en erfgen. van Johannes Wagter en Geertjen Koopen Broer, alle wonende te Blankenham. De nalatenschap bestaat uit o.a. de navolgende onderdelen:

14) een erve te Blankenham op no. 32 bestaande uit huis, berg en wurf en 29« dm. h. en w. land; bezwaard met de navolgende jaarlijkse uitgangen: fl. 6,50 aan het Grootburgerweeshuis te Kampen, een deel van een uitgang idem aan het Grootburgerweeshuis van fl. 1.07½ en dito een uitgang van fl. 5,20 aan de Armenstaat te Kampen, een uitgang van fl. 9,10 aan de kerk van Giethoorn en dito één van fl. 3,85 aan J.H. Donker en een uitgang van fl. 2,35 aan de schoolmeester van Blankenham en de laatste van fl. 5,85 aan het Heilige Geestgasthuis te Kampen; waarde van het erve fl. 3700,-.

15) 4 dm. land onder Blankenham achter J.H. Donker en ten O., W., Z. en N. J.H. Donker [C 115] en bezwaard met een jaarlijkse uitgang van fl. 13,- aan Jacob Smit te Kuinre [Albert van Ittersumsgoed, deze uitgang hoort in feite bij erve no. 40]; waarde fl. 400,-.

16) 6 dm. land gen. Everts [C 164] bezwaard met een jaarlijkse uitgang van fl. 11,20 aan de Armenstaat te Kampen; waarde fl. 150,-.

17) de ondergrond van 1½ dm. verveend land; hoegenaamd geen waarde.

De totale waarde van de erfenis bedraagt fl. 29.750,-. Grietjen Wagter krijgt de no. 14-17; waarde fl. 4250,-.[35]

1820: 01.05.1820; Het erve is vanaf deze datum in gebruik bij Geert Alberts Koopstra en hv. Grietje Joh. Wagter. Dit echtpaar is op 29.05.1808 te Blankenham getrouwd; hij als j.m. van Nijeberkoop en wonende alhier, en zij als j.d. van hier. Het echtpaar heeft van 1811-1815 gemeijerd op het erve Romeinders en daarna, waarschijnlijk van 01.05.1815 tot 01.05.1820 op het erve Sandhorst.

1821: 15.02.1821; Geert Alberts Koopstra en hv. Grietje Wagter lenen fl. 500,- à 5% van Hartog Alexander Jacobs te Blokzijl. Als onderpand dient hun erve op no. 32, gr. 29« dm. of 16 bunder h. en w. land.[36]

1821: 22.06/13.07.1821: De uitgang gaande uit het erve van Joh. Wagter ten behoeve van het Heilige Geestgasthuis te Kampen à fl. 5,85 p.j., wordt door het Gasthuis verkocht aan Geert Koopstra voor fl. 70,50.[37]

1822: no. 32: G.A. Koopstra, R<2jr.: 11; >2jr.: 16; P<3jr.: 2; >3jr.: 1; S3; W3.

1822: 08.08.1822; Koopstra en hv. lenen fl. 600,- à 5% van Mej. Klaartje Salomons; als onderpand stellen zij:

1) circa 2 b. of 4 dm. achter het erve van J.H. Donker, belend ten O., N., W. en Z. Donker.

2) 3 dm. of 1½ b. Everts, belend ten N. Koendert Hendriks en ten O., Z. en W. Donker.

3) de ondergrond van 1« dm.of ¾ b. Veenland, belend ten W. en Z. Donker, ten N. J. van den Bosch en ten O. de Gragt. De percelen zijn bezwaard met een jaarlijkse uitgang à fl. 13,- aan Jacob Smit en fl. 11,- aan de Armenstaat te Kampen.[38]

1824-1825: zie 1777-1806; nu J.H. Donker en Harmen Beld, nu vervallen à fl. 9,75. In 1827 heeft Wybe Rommerts Brandsma deze uitgang van het Grootburgerweeshuis gekocht.[39]

1825: G. Koopstra, veeh., eig.; verdr. vee: R25; P3; S4; schade verdr. vee fl. 1410,-; schade inb., ger. fl. 340,-; oppervl. ov. land 23B.50R.; totale schade fl. 1938,- (verg. fl. 747,-).

1827: 30.01.1827; Koopstra en hv. lenen fl. 1400,- à 5% van Mr. Gerard Everhard Vos te Zwolle. Als onderpand dient hun erve op no. 32, bestaande uit huis, woonhuis, berg en wurf en de daarbij behorende landen, alsmede het land genoemd in de akte van 08.08.1822. De percelen zijn bezwaard met de jaarlijkse uitgangen genoemd 30.10.1819.[40]

1827: 13.02.1827; De lening van 15.02.1821 is afbetaald.

- idem; Royement van een obligatie onder verband van vast goed t.g.v. Fhilip Jacob Duis en hv. Reintje Alexander Jacobs te Amsterdam, aangegaan 22.08.1822 en t.l.v. Koopstra, op een kapitaal groot fl. 600,- en als onderpand de daarbij vermelde goederen.[41]

1828: 28.04/02.05.1828; De erfgen. van J.H. Barsma en F.J. Wagter verkopen de Breemaat, gr. 5 b. aan G. Koopstra en hv. voor fl. 475,-.[42]

1832: Huis en erf van Geert Alberts Koopstra.

1840: no. 26; Geert Koopstra, geb. Nieuweberkoop, 60 jr., veehouder;

en hv. Grietje Wagter, geb. Blankenham, 55 jr., 5 pers.

1863: 13.08.1863; Na het overlijden van Grietje Joh.Wagter, wed. van Geert A. Koopstra wordt er een inventaris van de nalatenschap opgemaakt.[43]

1863: 10.12.1863; Scheiding en deling van de nalatenschap van Grietje Joh. Wagter, wed. van Geert A. Koopstra. De nalatenschap bestaat uit de navolgende onroerende goederen:

1) C 84 de boerderij.

2) C 83-86 erf.

3) B 177 achter Klaas Th. van Dijk [de Breemaat].

4) B 259-260 [oud 178; Breemaat].

5) C 70-76 [veenland].

6) C 77 het Pinkestuk.

7) C 78 de Ruigekamp.

8) C 80-81 de Es.

9) C 87 de Koeweide

10) C 87 Paardekampje, het westelijk deel van dit perceel ter grootte van 1 dm.

11) C 88 de 4 dm.achter de Weide.

12) C 91 de Kikkerpoel.

13) C 105 Trijntjes.

14) C 115 de Vier Mat van Wagter.

15) C 134 de Vier Dagmat van Sjoerd.

16) C 164 het Evers.

17) C 173-176 de helft van dit perceel; de andere helft is eigendom van Kl.Th. van Dijk [de Koster].

18) C 388 buitendijks land [oud ...].

19) E 11a onder Oldemarkt een stuk gen. de Pollen

De waarde van deze percelen bedraagt fl. 43.879,85.[44]

1880: 04/18.11.1880; De wed. Koopstra verkoopt de navolgende percelen:

1) C 401 de Voorste Weide, westelijk deel [oud C 87].

2) C 401 de Achterste Weide, oostelijk deel [oud C 87].

3) B 179 Pinkenland [Breemaat].

4) C 91 de Kikkerpoel.

5) C 115 de Vier Matten van Wagter.[45]


[1] GAK, A 696: 1597.

[2] idem, A 697 fol. 58vo.: 1604.

[3] idem, A 698 fol. 42vo.: 1607.

[4] Old., OAY 604: 14.11.1639.

[5] GAK, OA 1881: 1646-1657.

[6] idem, OA 1882: 1657-1660.

[7] HCO, SA 3200: 1669.

[8] idem, DAV 2688: 13.07.1680.

[9] idem, 20.12.1683.

[10] GAK, OA 1887 no. 18: 1688-1703.

[11] GAK, OA 1887 no. 190: 1688-1703.

[12] Old., OAY 604: 14.11.1639.

[13] HCO, HGG 221 fol. 2: 1696.

[14] idem, RA K./B. 2904 fol. 185: 02.11.1725.

[15] idem, HGB 1: 31.01.1726.

[16] HCO, RA K./B. 2904 fol. 332: 07.03.1729.

[17] Old., OAY 588 en 604: 1732.

[18] HCO, RA K./B. 2904 fol. 722: 09.05.1733.

[19] idem, 2905 fol. 220-221: 03.05.1747.

[20] idem, HGG 223 fol. 36: 1752.

[21] HCO, HGB 1: 20.06.1775 en 26.10.1777.

[22] GAK, W 27 fol. 9 en 8: 1777-1806.

[23] HCO, SA 2670: 02.03.1792.

[24] HCO, SA 2670, 29.05.1794.

[25] GAK, A 705: 1794.

[26] HCO, HGG 223 fol. 36: 1802-1843.

- HGG 312 fol. 36: 1836-1843.

[27] HCO, RA K./B. 2907 fol. 25vo.: 25.04.1806.

[28] GAK, W 27 fol. 92 en 90: 1807-1823.

[29] HCO, OAY 314: 24.09.1808.

[30] idem, HGB 1: 15.11.1809.

[31] GAK, OA 1385: 1810.

[32] HCO, RA K./B. 2911: 30.01.1811.

[33] GAK, OA 400: 20.02.1812.

[34] GAK, NA 2654 no. 35, 36, 48: 11/18.12.1817.

[35] HCO, Notarissen 2504 akteno. 485: 30.10.1819

[36] HCO, Notarissen 2506 akteno. 612: 15.02.1821.

[37] idem, akteno. 665/670: 22.06/13.07.1821.

[38] HCO, Notarissen, 2507 akteno. 787: 08.08.1822.

[39] GAK, W 27 fol. 92: 1824-1825.

[40] HCO, Notarissen 2512 akteno. 1193: 30.01.1827.

[41] idem, akteno. 1196 en 1197: 13.02.1827.

[42] idem, 2513 akteno. 1330/1331: 28.04/02.05.1828.

[43] HCO, Notarissen 2557 akteno. 190: 13.08.1863.

[44] HCO, Notarissen, 2557, akteno. 204: 10.12.1863.

[45] HCO, Notarissen 2577 akteno. 116/119: 04/18.11.1880.