Naam van de boerderij: Dieuwe Clasenerve

Huisnummer 1807: 't Klooster no. 1

Ligging: Het Rondebroek.Huis in 't Klooster onder Oldemarkt, een deel van het land in het Blankenhammer deel van Het Rondebroek

Kadastrale ligging 1832: bestaat niet meer

Dijkboek Rondebroek: no. 50, 54, 57, 60 Dieuwe Clasen Erve, gr. 14 dm.

1601: 19.02.1601; RB Harmen Claes van 't Clooster van zijn moeders land.

1610: 18.02.1610; RB Hermen Claes in 't Clooster.

1619: 12.02.1619; RB Hermen Claes in 't Clooster.

1628: 17.02.1628; RB Harmen Claesen en Jan Claesen als meijer van Lucas van Diest campien.

1636: 19.02.1636; RB Hermen Claes.

1647: 20.02.1647; RB Hermen Claes van zijn erve.

1662: 19.02.1662; RB Hermen Dieuwe Claas van zijn erve.

1678: 07.02.1678; RB de erfgen. van Hermen Dieuwe Claas.

1693: 15.02.1693; RB de wed. Willem Piers uit 't Klooster gezworen.

1694: 16.02.1694; RB Peter Hessels meijer van erve Hermen Dieuwe Claas erfgen.

1696-1713: Het Eccleastique Rentambt van Vollenhove ontvangt uit Claas en Willem Herms in 't Klooster in Het Rondebroek bij de Cuinre zijnde drie erven, nu oud Kolonel Essen, Tijs Alberts c.s., Willem Piers c.s. en Jan Glas p.j. een uitgang van 15 kop boter p.j. Is betaald Martini 1696 door Pieter Hessels, Jan Hollander en Cleis Volckerts als meijers met 36 Cg. In 1697 door Hessels, Jan Lammers en Hollander; 1702 door Jan Sibart [lees Jan Lamberts Swart] en Hessels; 1703 door Willem Hoegen, Hessels en Hollander als meijers; 1706 door Hollander en Hessels als meijer en Pier Willems als medeëigenaar.[1]

1710: 20.02.1710; RB Peter Hessels meijer van erve Hermen Dieuwen Claes erfgen.

1711-1712: Peter Hessels, restant verponding 21.9 Cg. en 30 Cg.

1712: De erfgen. Essen toe den Vanenburg van een vierde in’t erve in gebruik bij Jan Jansen Hollander, van 8 dm. van het erve in't Clooster bij Peter Bartelts in gebruik, alsmede van 7 dm. van het klein Erve in het Clooster mede onder IJsselham; totaal voor de 500e Penning 1500 Cg.

1725: 26.01.1725; RB Peter Hessels meijer van Dieuwe Claassen erfgen.

1729: Het Eccleastique Rentambt van Vollenhove ontvangt uit Claas en Willem Herms in 't Cloosterbroek bij Cuinder, ook gen. Het Onbedijkte Rondebroek, nu wed. Hr. Kolonel Essen, Tijs Alberts c.s., Willem Piers wed. c.s., nu Jan Glastra, Jan Peters en Tijs Albers een uitgang gaande uit 3 erven van 15 kop boter. In 1729 is de betaler Jan Glastra.[2]

1740: 19.02.1740; RB Peter Hessels meijer van Dieve Klasen.

1747: 03.05.1747; Na het overlijden van hun vader Albert Thijssen krijgen de kinderen Vroukje, Thijs en Claesjen bij het hertrouwen van hun moeder Femme Claesen met Willem Jansen Hoegen o.a. het volgende toebedeeld uit hun vaderlijk erfdeel:

- de ½ van ¼ van het erve in't Clooster door Jan Peters bewoond, en ¼ part van 7¼ dm.[3]

1748: 't Klooster; Roelof Cornelis en hv. Vroukjen Peters.

kinderen <10 jr.: Peter en Cornelis.

1753: dijkboek Rondebroek no. 50, 54, 57, 60: Jan Peters van Vels c.s.

1756: 18.02.1756; RB Peter Hessels meijer van Dieuwe Claassen erfgen. , nu eigenaar de erfgen. van Jan Peters van Vels.

1771: 22.02.1771; RB Peter Hessels meijer van Dieuwe Claassen, nu eigenaar de erfgen. van Jan Peters van Vels.

1776: -

1779: 26.02.1779; Harmen Jans en Trijntje Bouwen [Semplonius] wonende in 't Klooster laten op deze datum te Oldemarkt een dr. dopen.

1781: Hermen Jans betaling voor onderhoud Rondebroekzijl voor 7½ dm.

1781/1782: Jacob Hendriks de Lange en J.O. Glastra, meijer Hermen Jansen, verp. 21 Cg.

1786: 22.02.1786; RB Jacob Hendriks de Lange c.s. in klooster.

1787/1788: Jacob Hendriks de Lange en J.O. Glastra, verp. 21 Cg.

1788: Hermen Jans betaling voor onderhoud Rondebroekzijl 0.7.8 Cg., meijer van J.O. Glastra.

1789: Hermen Jans betaling voor onderhoud Rondebroekzijl 0.11.4 Cg. voor 7½ dm., meijer van J.O. Glastra.

1795: Harm Jans, boerderije, Jan Harms, 4 pers.

1797: 14.04.1797; Jan Oortwijn Glastra bezit parten in een erve in het Rondebroek waarvan meer dan de helft eigendom is van Jacob de Lange, meijer is Harmen Jans. De Lange en Glastra hebben 7½ dm. in mandelig eigendom.[4]

1798: 07.06.1798; In de zaak omtrent de weigerachtigheid van Peter van der Hoek om mee te betalen aan het onderhoud van de Rondebroekzijl legt Thijs Alberts als collecteur voor de verponding een getuigeverklaring af. Dit erve is eigendom van zijn moeder [Femme Clasen] en J.O. Glastra geweest en jarenlang in gebruik geweest bij Luitien Dircks. Deze is in de herfst van 1773 overleden.[5]

1799: Harmen Jans is in ieder geval overleden voor 06.07.1799; waarschijnlijk is Marten Geerts Tip per 01.05.1798 op dit erve gekomen. Marten Tip en hv. Geertje Hendriks vertrekken ca. per 01.05.1801 naar het Schimmelserve en worden op dit erve opgevolgd door het echtpaar Dubbeld Sjoerds [de Vries] en Lammigje Alberts Vries voorheen op het erve Barteld Roelofs in Het Zuideinde.

1800: 't Klooster, Marten Geerts, R>2jr.: 10; <2jr.: 7.

1801: 18.03.1801; RB Jacob Hendriks de Lange c.s. in't Klooster.

1802: 24.02.1802; In de zaak omtrent het geschil over het aangespoelde riet tussen Geert Martens Tip en Poppe Wytses legt Jan Harms [van Ens], oud 25 jr., een getuigeverklaring af. Zijn ouders en hij hebben vele jaren op het erve gewoond in 't Klooster tot ca. 4 jr.geleden toen zijn moeder na het overlijden van zijn vader Harmen Jans hertrouwde met Klaas Warners en in Oldemarkt ging wonen. Het erve is nu in gebruik bij Dubbeld Sjoerds.[6]

1804: dijkboek Rondebroek no. 50, 54, 57, 60: Jacob de Lange en Dubbeld Sjoerds.

1804-1807: De afkooppenningen voor de dijkplichtigheid wordt voor alle bovengenoemde nummers betaald door Jacob de Lange en Dubbeld Sjoerds.

1807: bij no. 44; Jacob de Lange voor 7/12 en Dubbeld Sjoerds voor 5/12 eigenaar van 4 dm. weiland en 3½ dm. Schuitemaker [A 233-235].

1807: 't Klooster no. 1; huis, schuur en getimmerte en 2½ dm. Roweijde, 3 dm. Roweijde, 1 dm. Roweijde, ½ dm. Ketels en 4 dm. Goedland; eigenaars Dubbeld Sjoerds voor 5/12 en Jacob de Lange en hv. Klaasje Alberts voor 7/12 part.[7]

1807: Dubbelt Sjoerds te IJsselham, verponding 20.2 Cg.

Jacob de Lange te Blokzijl, verponding 8.11.8 Cg.

1808: Dubbelt Sjoerds te IJsselham, verponding 20.2 Cg.

Jacob de Lange te Blokzijl, verponding 8.11.8 Cg.

1813: Uitzetting over het Rondebroek; Dubbelt Sjoerts over 14 dm. De uitzetting bedraagt 2.16 Cg.[8]

1818: 25.03.1818; In de legger van 1807 is in de marge vermeld dat het huis op deze datum voor afbraak is verkocht aan Meine Peters de Boer.

1832:

1876: 11.01.1876; Inventaris van de boedel van Meine S. Meinen en de overleden Willempje Kraak; o.a. huis en schuur in't Klooster, kad. Gemeente Oldemarkt, F 4;

Percelen te Blankenham in het Rondebroek gelegen:

- A 251, gr. 4.11.70 ha.

- A 286, gr. 2.51.70 ha.

- A 287, gr. 2.47.30 ha.

- A 288, gr. 2.93.50 ha.

Deze in Blankenham gelegen percelen zijn bezwaard met een jaarlijkse uitgang op Martini aan de stad Vollenhove à fl. 9,37½. Deze uitgang wordt mede betaald door de bezitters van de erven van Jochem Jetten Nieuwenhout met fl. 2,50 en Hessel Meinen de Boer met fl. 1,87. De betaling is sinds november 1867 gestaakt, vanwege achtergebleven bewijs van rechten op deze thijns van de thijnsheffer.[9]